Opinie: Techreuzen zijn te groot
In december introduceerde de Australische regering een wetsvoorstel dat techbedrijven zou dwingen om uitgeverijen te betalen voor het tonen van snippets en het linken naar de artikels. Dat viel niet in goede aarde bij Facebook en Google, die van mening zijn dat de kranten en uitgeverijen juist meer verkeer krijgen dankzij hen. Facebook zorgde ervoor dat nieuwsberichten niet meer getoond werden op zijn platform, maar kwam op zijn stappen terug. Google dreigde er echter mee zijn zoekmachine uit Australië weg te halen en 25 miljoen mensen de toegang tot de dienst te ontzeggen.
“Niet iedereen wil even graag zijn of haar comfort opofferen.”
Dit was een recent voorbeeld van een techreus die zijn invloed gebruikte om nationale beslissingen dwars te liggen. De kans is groot dat het een bewust overdreven reactie, en zodoende strategische zet was van Google om de discussie zo snel mogelijk naar zijn hand te zetten. Als één gigant dit soort dreigementen echter geloofwaardig kan uiten met de nodige impact op de markt, heeft het bedrijf dan misschien niet te veel invloed op de markt?
Monopolies en rechtszaken
We zien steeds vaker problemen opduiken rond de monopolie-houding van sommige van deze techreuzen. Google is wereldwijd al in meerdere antitrust-zaken opgedoken rond oneerlijke concurrentie, zowel op vlak van advertenties als op het gebied van Android-apps. Amazon is wereldwijd de grootste webwinkel en werd al meerdere malen op de vingers getikt voor niet-competitief gedrag, zelfs op zijn eigen platform. Er bestaan ook nog steeds twijfels of Facebook al dan niet op de hoogte was van de datastroom die zonder toestemming naar Cambridge Analytica ging. Begin januari hebben we ook gezien welke invloed de sociale media hadden naar aanleiding van de bestorming van het Amerikaanse Capitool, en wat de impact was van het levenslange verbod dat Trump van Twitter kreeg. En daarmee zitten we nog steeds op het topje van de ijsberg.
Deze techreuzen zijn de afgelopen 25 jaren onze levens binnengeslopen, en hebben zich gaandeweg meester gemaakt van onze data en communicatie, de informatie die we te zien krijgen, de producten die we kopen en hoe we werken. We mogen het onszelf ook niet kwalijk nemen, want het is te gradueel gebeurd, en we schieten er ook niets mee op. De grenzen zijn vaag, en voor sommige mensen is er ook geen sprake van een probleem. We moeten echter wel stilstaan bij wat de gevolgen van deze beweging (zullen) zijn, en of we het moreel goedkeuren om zo door bedrijven in de gaten te worden gehouden.
Breaking up big tech
En wat zijn dan de mogelijke oplossingen? Ten eerste zouden we ervan uit kunnen gaan dat de techbedrijven ooit tot inkeer komen en zelf hun geslepen monopolie-praktijken achterwege laten om tot een eerlijkere markt te komen. Geen enkel bedrijf zou zichzelf zo in zijn eigen voet willen schieten, dus hoop er maar niet teveel op. Een tweede mogelijke oplossing is het opsplitsen van deze giganten in kleinere bedrijven. Er klinken binnen Europa en de Verenigde Staten stemmen om de imperia van Apple, Amazon, Facebook en Google aan banden te leggen. Door de grote bedrijven op te breken hopen ze meer concurrentie toe te laten en enge toestanden, zoals deze, te vermijden. Dat lijkt in theorie een mooie oplossing. De hoofdvraag is of dit soort maatregelen ook een effect hebben op de consument. Er is hier namelijk het probleem van inburgering. Als we Google en YouTube zouden scheiden, dan zullen we als gebruiker nog steeds vertrouwen op onze favoriete zoekmachine, en naar YouTube blijven gaan als we op zoek zijn naar een bepaald filmpje. Ook is dit niet van toepassing op elke techreus. Apple opsplitsen wordt bijvoorbeeld moeilijk, aangezien de producten te hard bij elkaar aanleunen.
Daarnaast zijn er enkele stappen die wij zelf kunnen nemen om de invloed van deze bedrijven te beperken. We kunnen kiezen om met alternatieve diensten aan de slag te gaan. Hiermee beletten we de techreuzen de toegang tot ons leven, en zullen we hun invloed zien dalen. Waarom zetten we deze stap dan niet? Omwille van comfort. Uit de verschillende ecosystemen van deze bedrijven stappen houdt in dat niet alles meer verbonden is, en we meer moeite moeten gaan doen om tot dezelfde resultaten te komen. Niet iedereen is daar even happig op, waardoor de techbedrijven steeds wat macht in handen blijven houden.
Hervormingen eisen
Is er dan helemaal niets dat we als gebruiker kunnen doen? We kunnen als burgers wel steeds meer toezicht eisen van onze overheden. We kunnen alvast beginnen bij het eisen voor meer eerlijke markten waar de techreuzen niet steeds kleinere bedrijven uit het speelveld forceren, of ze opkopen om te integreren. Extra ondersteuning voor deze startups kan ook betekenen dat ze zo lang mogelijk onafhankelijk blijven en mogelijk kunnen uitgroeien tot een echte concurrent.
We moeten misschien ook de nodige druk leggen om zo veel mogelijk transparantie rond onze data en de werking van de bedrijven te eisen. Zonder onze data-input stellen de bedrijven weinig voor, dus daar hebben we steeds een zegje in. Naast beloftes moeten er ook steeds organen worden ontwikkeld die hier een volledig toezicht op kunnen houden en medewerking afdwingen.
De kans bestaat natuurlijk ook dat ik me druk maak om een niemendalletje. De wereld is nu eenmaal aan het veranderen, en misschien horen grote internetreuzen daar nu eenmaal bij. Sommigen zullen ook beweren dat ze al enige tijd aan de alarmbel trekken, en anderen zullen mogelijk helemaal nooit wakker liggen van het feit dat hun zoekmachine meer van hen weet dan hun eigen partner. De grenzen zijn enorm vaag, maar dat wilt misschien niet zeggen dat we ze zo moeten laten.