Grote technologiebedrijven opsplitsen: een goed idee?
‘Breaking up big tech’ het is een term die je de komende jaren nog veel gaat horen in de media. Het opsplitsen van grote technologiebedrijven lijkt immers een belangrijk campagnepunt te worden in de strijd om het Amerikaanse presidentschap.
De term kwam voor het eerst (opnieuw) bovendrijven op Medium, in een bericht dat geplaatst werd door Amerikaans en presidentskandidaat voor 2020, Senator Elizabeth Warren. In haar post heeft Warren het over bedrijven zoals Facebook, Google en Amazon (hoewel Microsoft en Apple ook binnen de parameters vallen) en hoe zij een enorm opmars gemaakt hebben in de voorbije 25 jaar. In die periode zijn de bedrijven gegroeid tot de meest waardevolle en bekende bedrijven ter wereld. Een goed verhaal, volgens Warren, maar ook de reden waarom het tijd is om deze bedrijven op te splitsen.
Case: Microsoft circa 1990
Het is niet de eerste keer dat de Amerikaanse overheid wil tussenkomen als het gaat over grote techbedrijven. In de jaren ‘90 gebeurde dit immers al een keer met Microsoft. Het bedrijf had een dominante positie met dank aan zijn Windows-besturingssysteem en Internet Explorer was één van de meeste gebruikte browsers naast Netscape. Reden genoeg voor het bedrijf om zijn browser sterk met Windows te verbinden in een poging om Netscape te verdringen. Microsoft maakte op dat moment misbruik van zijn monopolie (ook bekend als ‘antitrust’), vond de overheid en het diende klacht in tegen Microsoft. De rechtszaak eindigde in een akkoord tussen beide partijen, waarbij Microsoft uit één deel bleef bestaan en het andere bedrijven de mogelijkheid zou geven om hun eigen software te ontwikkelen voor het platform. Microsoft ontsnapte zo net aan het oorspronkelijke vonnis om het bedrijf op te splitsen. Het resultaat van deze rechtszaak was dat bedrijven zoals Google plots ruimte kregen om te groeien.
Warren gebruikt dit voorbeeld ter ondersteuning van haar campagne, want het wijst immers op de voordelen die behaald kunnen worden uit het opsplitsen van almachtige technologiebedrijven. Iedereen is vandaag immers blij dat ze Google kunnen gebruiken als zoekmachine, en niet Bing. De geschiedenis herhaald zichzelf echter vindt Warren en opnieuw hebben technologiebedrijven teveel macht, op economisch vlak, maar ook (en dit gaat dan vooral over Facebook en het effect dat het sociale netwerk kan hebben op de publieke opinie) op het vlak van de (Amerikaanse) maatschappij en democratie.
Big tech = dood aan innovatie?
Big tech bevindt zich volgens Warren in een positie om te doen wat ze willen. Dat doen ze bijvoorbeeld door overnames of het gebruiken (en misbruiken) van hun toegang tot data, wat nefast is voor kleine bedrijven en innovatie in het algemeen. Facebook nam zo bijvoorbeeld concurrenten Instagram en WhatsApp over om zijn machtspositie te versterken terwijl Amazon in het vizier van Warren terecht is gekomen omdat het zijn online marktplaats beheert én er zelf ook producten op verkoopt. Producten die goedkoper zullen zijn dan die van de concurrentie en mogelijk hoger zullen verschijnen in de zoekresultaten. Zo zou Amazon ongeveer half de e-commercemarkt in handen hebben en gebeurt 70 procent van het internetverkeer op websites die in het bezit zijn van Google of Facebook, met enorme winsten als gevolg. Tijd om hier iets aan te doen, vindt Warren.
Om haar argumenten extra kracht bij te zetten, heeft Warren het ook over niet-techbedrijven die in het verleden al werden opgesplitst. Bekende namen zoals de Amerikaanse bank JPMorgan, oliebedrijf Standard Oil en telecomprovider AT&T die bij hun opsplitsing ruimte maakten voor nieuwe bedrijven. Warren heeft ook concrete voorstellen over hoe ze dit select clubje van technologiebedrijven wil aanpakken. Specifiek gaat het over bedrijven met een omzet van meer dan 25 miljard dollar per jaar. Eerst en vooral zullen bedrijven zoals Amazon (Marketplace), Apple (App Store) en Google (Play Store) niet meer mogen deelnemen op hun eigen platformen. Zo zouden de bedrijven ‘platform utilities’ gelabeld worden en niet zijn toegestaan om de data die zij verzamelen te delen met derde partijen. Het niet naleven van die regels zou een boete van vijf procent op hun jaaromzet kunnen betekenen.
We must ensure that today’s tech giants do not crowd out potential competitors, smother the next generation of great tech companies, and wield so much power that they can undermine our democracy.
De klok terugdraaien voor Facebook en Amazon
Warren wil echter nog een stap verder gaan en zogenaamde illegale en anti-competitieve fusies ongedaan willen maken. Bij Amazon gaat het dan om de aankoop van de retailketen Whole Foods en de schoenenwinkels van Zappos. Facebook mag Instagram en WhatsApp niet langer bezitten en Google moet afzien van map-app Waze, domoticaservice Nest en advertentiedienst DoubleClick.
Het resultaat van al deze veranderingen moet resulteren in een internet dat er voor het grootste deel nog steeds hetzelfde uitziet, maar waarop kleine bedrijven opnieuw een kans hebben om te groeien. Aan de andere kant zullen bedrijven zoals Facebook verplicht worden om hun gebruikerservaring en de privacy van hun gebruikers bovenaan te zetten als zij hun gebruikers willen behouden.
Daarbovenop wil Warren ook nog meer controle over het gebruik van persoonlijke informatie en wil ze Amerikaanse content creators helpen om meer waarde over te houden van hun eigen werk (bijvoorbeeld van advertenties op YouTube). Ze wil er eveneens voor zorgen dat Rusland, of eender welk land, geen invloed kan uitoefenen op verkiezingsuitslagen, maar hoe ze dat wil doen valt niet te lezen.
De andere kant van de medaille
Dit vat het plan van Elizabeth Warren om de toekomst van het internet te beschermen samen, maar we moeten ons afvragen of haar visie wel het gewenste effect gaat hebben voor de uiteindelijke consument. WhatsApp was bijvoorbeeld betalend totdat het gekocht werd door Facebook en verschillende supermarktketens in de VS hebben enorme investeringen gedaan om niet achterop te raken, juist omdat Amazon zo’n sterke speler is. Google en Amazon hadden trouwens niet dezelfde vooruitgang op het vlak van artificiële intelligentie en stemherkenning kunnen maken die nu bestaat als het niet voor hun toegang tot enorm veel data was. In veel gevallen zouden de start-ups die opgekocht werden door deze technologiebedrijven ook nergens zijn geraakt zonder de kapitaalboost die samenging met de overname. Het valt dus nog af te wachten of het Amerikaanse volk meegaat in het idee van Warren. De consument stemt immers maar al te graag met zijn portefeuille.