Corsair Glaive RGB review: overgevoelige gamingmuis
Een muis die trots 16.000 DPI adverteert: wat ben je daar nu in hemelsnaam mee? We starten met enige scepsis aan de test, maar gelukkig heeft de Glaive RGB nog veel meer te bieden. Allereerst: je gaat nooit die 16.000 DPI gebruiken, maar het is wel tof om te laten zien dat het kan. Je kan verschillende profielen instellen en telkens in trapjes van 1 DPI tunen tot perfectie. Enkel voor wie maar op één vierkante centimeter gamet, kan 16.000 DPI van pas komen.
Muis voor reuzen
Wat onmiddellijk opvalt is de grootte van de Glaive RGB. Wie kleine handen heeft of graag zijn muis klemt tussen twee vingers, kan beter een kleiner exemplaar kopen. Op de redactie heeft niemand grote handen, maar echt storend werd het nooit ervaren. Kwestie van wennen. Om die gewenningsperiode te tunen, kan je de zone rond je duim aanpassen met drie verschillende ‘grips’. Wij kiezen bijna altijd voor de meest comfortabele voor lange speelsessies, terwijl de korte rubberen versie leuker is voor een snel potje gamen.
Regenboog
Geen muis is tegenwoordig compleet zonder RGB-verlichting. Corsair pakt het sober aan, maar kan het niet laten om de voorkant van de muis het uiterlijk van een raceauto te geven. Love it or hate it, je kan alles wel naar wens instellen in de Cue Software. Ook macro’s kan je naar wens instellen en verschillende profielen bewaren. De muis is voorzien van intern geheugen, zodat je niet per sé de software moet installeren op elke computer om de macro’s te gebruiken. Het enige wat je moet doen, is kijken welke leds zijn ingeschakeld naast je wijsvinger om het juiste profiel te nemen. Leuke extra: je kan de muis kalibreren voor elk type ondergrond, zodat je de maximale prestaties uit de Glaive RGB haalt.
Dat allemaal in een ergonomisch jasje aan een scherpe prijs is de perfecte combinatie. Misschien hadden we graag nog wat meer metaal gezien in plaats van de soft touch-afwerking, maar eigenlijk is dat muggenziften. Dit is een absoluut pareltje waarvan je geen spijt gaat hebben.
