Drivers eenvoudig exporteren met Windows Powershell
Wanneer je Windows installeert op je pc en het vorige besturingssysteem volledig overschrijft, blijf je vaak nog met een vervelende taak zitten: je drivers vinden en installeren. Met een minimum aan voorbereiding is dat probleem echter gemakkelijk verholpen.
Het is erg eenvoudig om je drivers op een stick te zetten of er een back-up van te maken. De methode die we hieronder beschrijven, geldt voor zowel Windows 7, 8 als 10. Het enige verschil is misschien de manier waarop je Powershell lokaliseert.
Windows Powershell
De eerste stap is om het Windows Powershell-programma als administrator op te starten, waarmee je gemakkelijk aan de noodzakelijke bestanden kan geraken. Je vindt het programma via de zoekbalk in het startmenu, tik gewoon “powershell” in. Rechterklik op het programma in de lijst om het te openen als administrator. Als je je drivers naar een stick wilt exporteren, zorg dan dat deze een goede 3 GB aan vrije ruimte heeft.
Drivers exporteren
Als commando geef je vervolgens het volgende in bij Windows Powershell:
Export-WindowsDriver -Online -Destination c:\Drivers
Daarbij vervang je c:\Drivers door de specifieke bestemming voor jouw situatie. Maak ik bijvoorbeeld een map met de naam WindowsDrivers aan op een usb-stick, dan wordt dat in mijn geval Export-WindowsDriver -Online -Destination d:\WindowsDrivers.
Met dat commando kan je al je drivers back-uppen in een map op je pc of usb-stick. Als Powershell je na het invullen van het commando en het drukken op enter niet meteen een foutmelding geeft, dan zit je naar alle waarschijnlijkheid goed. Het is een beetje vreemd dat je niets op het scherm ziet gebeuren, maar geef het programma een kleine tien minuten de tijd om alles te verwerken. Als resultaat eindig je normaal gezien met heel wat mappen met onuitspreekbare namen, zowel in het venster van Powershell, als in de map die je hebt voorbereid. Deze kan je bewaren als back-up, of inzetten om een clean install van een nieuw Windows OS gemakkelijk af te ronden.
Opnieuw installeren
Wil je een stick gebruiken om de drivers na installatie van een vers Windows-besturingssysteem gemakkelijk over te plaatsen? Eens je het nieuwe besturingssysteem hebt geïnstalleerd en opgestart, steek je de stick opnieuw in de computer.
Navigeer naar Apparaatbeheer via de zoekbalk in het startmenu of open het venster binnen het configuratiescherm. Je moet nog altijd per driver aangeven waar de bestanden te vinden zijn, maar je hoeft ze alleszins niet meer op het web te gaan zoeken. Geef de locatie van je stick en de naam van je drivermap in wanneer Apparaatbeheer naar de locatie van je driver vraagt en je pc haalt het juiste programma binnen.