Wat is desktopvirtualisatie?
Vroeger was desktopvirtualisatie een technologie waar alleen CIO"s en financieel managers warm voor liepen. Nu wordt het zelfs een argument om jonge en hippe medewerkers aan te trekken. Wat is desktopvirtualisatie eigenlijk en vanwaar de metamorfose?
Je kent het fenomeen wellicht: de jonge aantrekkelijke kerels en meiden die aan de ingang van discotheken staan in chique of minder exclusieve vakantiebestemmingen, met als enige bedoeling zo veel mogelijk toeristen in de discotheek te lokken. Wie had ooit kunnen vermoeden dat het lelijke eendje van weleer, de desktopvirtualisatie, ooit zo’n lokeend zou worden voor ondernemingen in hun strijd om talent aan zich te binden?
Voorgeschiedenis
Virtualisatie klinkt al langer als muziek in de oren, maar dan vooral bij CIO’s en CFO’s. Met name voor servers en opslaghardware en -netwerken heeft virtualisatie al vele jaren haar nut bewezen. Eenvoudig verklaard: virtualisatiesoftware plaatst een laag tussen de hardware en de eindgebruiker, en dankzij die tussenlaag worden vele voordelen mogelijk.
Zo maakt het voor de eindgebruiker niet meer uit waar een toepassing draait of zijn gegevens zijn opgeslagen, en kan de systeembeheerder die verplaatsen naar eigen inzicht zonder te moeten vrezen dat de eindgebruiker hiervan hinder ondervindt. Maar nog belangrijker: dankzij virtualisatie kan één fysieke server soms zelfs tot tien verschillende toepassingen draaien.
Sinds virtualisatie gemeengoed is geworden voor servers en storage is de centralisatie en consolidatie van machines een centraal thema geworden in elke IT-afdeling. Met soms gigantische besparingen tot gevolg.
Maar op de pc liep het zo’n vaart niet met virtualisatie. Daar ondervond de eindgebruiker natuurlijk wel rechtstreeks de gevolgen van de nieuwe technologie: wanneer de desktop eigenlijk op de server draaide, was de reactiesnelheid vaak bedroevend.
Bovendien werd de bewegingsvrijheid van de eindgebruiker vaak flink beknot: alleen de toepassingen die als echt productief werden beschouwd, werden toegelaten op het toestel. En last but not least: de interfaces van de vorige generaties desktopvirtualisatie waren vaak spuuglelijk.
Intussen is het aanbod op deze markt veel volwassener geworden: de interface heeft zich aangepast aan het nieuwe millennium, de reactiesnelheden doen meestal niet (waarneembaar) onder voor de echte clientdesktop, en eindgebruikers raken het steeds meer gewend dat hun werktoepassingen elders worden gehost en beheerd.
De ononderbroken aandacht voor het fenomeen cloudcomputing is hier natuurlijk niet vreemd aan.
Voordelen
Een voor de hand liggend voordeel is dat de toepassingen en gegevens centraal kunnen worden beheerd en van daaruit automatisch geleverd aan alle clients, wat bijzonder veel tijdwinst kan opleveren voor de IT-afdeling. Ook de totaalkosten voor de ICT-infrastructuur daalt gevoelig.
Volgens VMware zouden bijvoorbeeld de beheerkosten soms tot dertig procent kunnen dalen. En ook beveiliging wordt gecentraliseerd en vergt dus minder specialisten dan bij een decentrale aanpak. Nog een voordeel is dat de gebruiker steeds op de recentst beschikbare software draait, en dat migraties geen maanden in beslag hoeven te nemen.
Als we dit voordeel vertalen in zakentermen, klinkt dat ongeveer als volgt: wanneer alle desktops gevirtualiseerd zijn, kan een bedrijf ook heel snel schakelen met een nieuwe toepassing. Maar het interessantste voordeel is wel: wanneer de werkomgeving zich op de server bevindt, kan een werknemer van overal en van op vele toestellen deze werkomgeving gebruiken.
Zelfs voor smartphones is intussen al ‘desktopvirtualisatie’ beschikbaar, al kan men intussen misschien beter de term clientvirtualisatie gaan gebruiken.
Dit bevordert niet alleen de mobiliteit van de gebruikers, maar ook hun keuze aan toestellen. “Dat past perfect in de huidige trend naar ‘bring your own device’”, merkt Willem Van Enter, directeur Benelux bij VMware, op: “Als een jong talent enkel wil komen op voorwaarde dat ze haar iPad kan gebruiken, dan wordt dat met desktopvirtualisatie nog eenvoudiger."
"Zo is deze technologie een heuse troef geworden bij personeelswerving en -behoud: je biedt de medewerkers de vrijheid van locatie en toestel, en het gemak en de zekerheid van centraal beheer en beveiliging.”
Nadelen
Met alle bovenstaande voordelen lijkt het moeilijk te geloven dat niet iedereen al aan desktopvirtualisatie is begonnen. Daar speelt het traditionele "onbekend maakt onbemind"" ongetwijfeld een rol, zowel bij IT-managers als bij eindgebruikers. Maar ook de beveiliging kan een struikelblok zijn.
Enerzijds is beveiliging net een argument om wel te virtualiseren. Maar er is ook een keerzijde aan de medaille: veel van de klassieke beveiligingsoplossingen zijn zich niet bewust van virtualisatie, en de gevolgen hiervan voor bijvoorbeeld een scan-engine.
Op een server waar tientallen gevirtualiseerde desktops draaien, kan dat wel een forse belasting van het systeem veroorzaken, met nadelige gevolgen voor de gebruikerservaring. Zeker als de scan op alle desktops op hetzelfde moment wordt uitgevoerd.
Een mogelijke oplossing is kiezen voor beveiliging die volledig of deels in de cloud draait. Of je kunt beveiligingssoftware gebruiken die de scans na elkaar kan uitvoeren of zich beperkt tot een bepaald percentage van de beschikbare werkkracht van de server.
Samenvattend: beveiliging mag eigenlijk geen obstakel zijn om desktopvirtualisatie te overwegen, maar het mag ook geen bedenking achteraf zijn, anders dreigt het wel een reëel probleem te worden.
Virtualisatie: appels en citroenen
Wanneer het over desktopvirtualisatie gaat, ontstaan vaak Babelse spraakverwarringen. Een van de redenen hiervoor is dat er verschillende technologieën bestaan die door velen onder de gemeenschappelijke noemer desktopvirtualisatie worden gezet, terwijl ze van elkaar verschillen als appels en citroenen.
Bij applicatiestreaming staat de applicatie op de server, en wordt vanuit de client, meestal een licht of oud toestel, contact gelegd met de applicatie. De server stuurt de toepassing en de bijhorende gegevens naar de eindgebruiker over een snelle en betrouwbare lijn, zodat het voor de eindgebruikers lijkt alsof de toepassing op hun pc staat.
De bekendste leverancier van dergelijke software is Citrix, die hier jarenlang een quasi-monopolie op had. Bij de "pure" desktopvirtualisatie wordt op het toestel van de eindgebruiker een volledige desktopomgeving – inclusief besturingssysteem – getoverd vanuit de server.
VMware is hier een belangrijke naam – zij herbruiken de software die hen op serverniveau wereldberoemd heeft gemaakt – maar ook Microsoft eist hier zijn plek op.
Tot slot is er ook applicatievirtualisatie, waarbij de applicatie fysiek op het toestel van de eindgebruiker wordt geplaatst, maar dan in een zogeheten self-contained model: de applicatie wordt afgeleverd met alle nodige drivers en interfaces, zonder dat die zich hoeven te nestelen in het besturingssysteem van de eindgebruiker.
De toepassing wordt als het ware in een luchtbel op de desktop geplaatst, zodat er geen risico bestaat op compatibiliteitsproblemen.