John Deere stelt reparatie tractors open voor iedereen
Het beleid wordt aangepast na gesprekken met de American Farm Bureau Federation. Die sloot een overeenkomst met John Deere waarin is afgesproken dat alle benodigde materialen voor reparaties voortaan vrij beschikbaar komen aan eigenaren en onafhankelijke reparateurs. Zij kunnen zo voortaan zelf een reparatie aan een tractor uitvoeren. Tot voorkort was men altijd toegewezen aan officiële reparateurs.
John Deere hanteerde hiermee een vergelijkbare strategie als Apple. De techgigant stelt onderdelen en handleidingen in principe enkel beschikbaar aan officiële reparateurs. Kleine reparatiewinkels zijn daarmee toegewezen op de markt van derde partijen die vergelijkbare onderdelen aanbieden – wel stelt Apple sinds kort onderdelen aan via een Self Service Repair-programma. Bij John Deere zijn het echter niet alleen de onderdelen die niet verkrijgbaar zijn. Ook de benodigde software om de reparatie te kunnen afronden is propriëtaire en enkel voor officiële reparateurs beschikbaar.
Contract van wederzijds vertrouwen
Met de overeenkomst die per direct ingaat komt daar dus verandering in. Volgens John Deere zullen alle handleidingen, onderdelen en softwarepakketten beschikbaar worden gesteld aan klanten. Daar blijft de American Farm Bureau Federation overigens actief op letten. Tweemaal per jaar beoordeelt de commissie of John Deere daadwerkelijk alle benodigde informatie en onderdelen aanlevert. In de overeenkomst zijn geen sancties opgesteld die de AFBF kan opleggen aan John Deere. Het contract rust daarmee vooral op wederzijds vertrouwen.
Op termijn moet daar wel verandering in komen. Zowel in de Verenigde Staten als in Europa is right-to-repair-wetgeving in de maak. Met die wetgeving worden fabrikanten gedwongen om onderdelen, handleidingen en software beschikbaar te stellen die nodig is om een reparatie uit te voeren. Je kan op termijn dus ook in Europa je tractor (of smartphone) zelf repareren. Dit moet enerzijds leiden tot lagere reparatiekosten en anderzijds een betere reparatie-ervaring. Consumenten moeten hierdoor worden verleid vaker hun apparaten te repareren in plaats van ze te vervangen.