Cobol is nog springlevend
Cobol is ontworpen om transactionele workloads af te handelen. Voor de verwerking van transacties op grote schaal is de programmeertaal uit de jaren 1960 nog altijd de ongeslagen kampioen. In de gezondheidszorg, luchtvaart, retail, banken en overheden blijft Cobol op de mainframe kerntechnologie. Accenture is druk bezig om zijn leger consultants met Cobol-programmeurs aan te vullen. Er bestaan nog heel wat mainframeproducenten, zoals Unisys, Bull en Fujitsu. IBM neemt echter het leeuwendeel van de markt in. Vijftig jaar na de introductie van zijn eerste mainframe, de System/360, heeft Big Blue nog altijd 3500 mainframeklanten.
Maar liefst 23 van de top 25 retailers wereldwijd, 92 van de top 100 banken en de tien grootste verzekeraars vertrouwen allemaal hun kernactiviteiten toe aan Cobol-programma’s die op IBM-mainframes draaien, zegt Deon Newman, vicepresident van IBM System z. Sinds 2010 heeft IBM 50 tot 75 mainframeklanten verloren, maar er zijn er wel 270 nieuwe bijgekomen. Voor deze bedrijven zullen de Cobol-toepassingen die het hart van hun business uitmaken niet snel verdwijnen. Maar om de komende decennia deze systemen levensvatbaar te houden, moeten de bedrijven een oplossing vinden voor het dalende aantal Cobol-programmeurs, meent Dale Vecchio, research vicepresident bij Gartner.
Lagere drempel
De babyboomers die de huidige mainframeshops domineren, beginnen massaal op pensioen te gaan. “De markt en de universiteiten genereren niet voldoende Cobol-ontwikkelaars om degenen die pensioneren te vervangen,” voorspelt Vecchio. Toch zijn er mogelijkheden. Mainframejobs betalen goed. En nieuwe versies van Cobol zoals Micro Focus Visual Cobol werken in moderne ontwikkelomgevingen zoals Eclipse en .Net, waardoor de drempel voor een overstap van objectgeoriënteerd programmeren naar het procedurele Cobol lager ligt dan ooit. Door codegeneratie moeten ontwikkelaar ook veel minder regels pure Cobol-code schrijven.
In samenwerking met Computerworld.com.