Ericsson onder vuur voor mogelijk betalen van smeergeld aan IS
Niemand minder dan CEO Börje Ekdal deed de opvallende bekentenis aan de Zweedse krant Dagens Industri. Ericsson voerde een intern onderzoek naar een reeks ‘verdachte betalingen’ uit 2018 uitgevoerd door werknemers van het telecombedrijf in Irak. Het vermoeden luidt dat die betalingen dienden om terroristen van de Islamitische Staat (IS) om te kopen om toegang te krijgen tot belangrijke transportroutes die zij toen bezetten.
- Lees ook: Ericsson daagt Apple twee keer voor de rechter
“We weten dat transport gekocht is in gebieden die werden gecontroleerd door terroristische organisaties zoals IS”, vertelde Ekdal. De CEO voegde daar wel aan toe dat tot heden de ontvangers van die verdachte betalingen nog niet konden worden achterhaald. Ericsson zal blijven middelen investeren om tot de bodem te kunnen uitzoeken wat er precies is gebeurd. “Terrorisme financieren is volstrekt onaanvaardbaar”, voegde Ekdal toe aan zijn betoog. Het telecombedrijf wilt zich van verdere commentaar ontzien tot meer informatie bekend is.
Minnelijke schikking
Het mogelijke smeergeld aan IS was in 2019 al op de radar van de Verenigde Staten beland. IS staat namelijk op de zwarte lijst van terreurorganisaties. Bedrijven die op eender welke manier handel drijven met of (financiële) steun verlenen aan terreurgroepen kunnen daar zware economische sancties voor krijgen. Ericsson betaalde uiteindelijk in 2020 een minnelijke schikking van ongeveer 100 miljoen dollar aan de Verenigde Staten.
Ook hier geldt wel de opmerking dat nooit publiekelijk is bekend gemaakt dat die schikking te maken met het betalen van smeergeld in de IS. Maar de verschillende puzzelstukjes lijken wel in elkaar te passen.
Aandelen in vrije val
Naast een flinke deuk in de reputatie van Ericsson lokte de bekentenis van Ekdal ook een hevige reactie uit op de beurs. Het telecombedrijf zag de waarde van zijn aandelen op één dag met meer dan 15% dalen. Vandaag lijkt die daling zich wel weer af te vlakken.
