Google wilt games naar YouTube brengen
Google en games – het is een combinatie die de zoekmachinegigant met cloudgamingdienst Stadia eerder al eens geprobeerd heeft. Echt succesvol was die poging niet te noemen: nadat de dienst amper gebruikers wist aan te trekken, werd hij begin dit jaar volledig opgedoekt. Nu raakt bekend dat Google graag opnieuw de gamingsector wil aandoen. Ditmaal zou het daarvoor YouTube aanwenden.
The Wall Street Journal bericht dat Google zogenaamde ‘playables’ ontwikkelt voor YouTube. Met die ‘playables’, of ‘speelbaren’ in het Nederlands, zouden gebruikers via de YouTube-videodienst spelletjes kunnen spelen. De spellen zouden beschikbaar moeten zijn ongeacht het platform dat je gebruikt, of je nu naar de desktopwebsite surft of de app op je smartphone gebruikt.
HTML5-games
Welke games er zoal speelbaar worden via YouTube? Voorlopig lijkt het vooral te gaan om titels die eerder bij Google ontwikkeld werden. Momenteel gaat het dan bijvoorbeeld om Stack Bounce: een HTML5-game die ooit in het kader van Gamesnacks ontwikkeld werd. Gamesnacks is dan weer een project van Google, dat zich specifiek toelegt op HTML5-games voor op het internet.
Het lijkt er dan ook op dat Google zich geen tweemaal aan dezelfde steen wil stoten en er bewust voor kiest om geen (dure) AAA-titels in de bibliotheek opneemt. In plaats daarvan opteert de zoekmachinegigant voor luchtige spelletjes die makkelijk te draaien zijn – of je nu vanop je smartphone, een laptop of een desktopcomputer aan het spelen bent.
Wat de voorwaarden zijn om deze ‘playables’ te kunnen spelen, dat laat Google nog niet weten. De kans bestaat dat de games onderdeel zullen uitmaken van het YouTube Premium-abonnement. Langs de andere kant gaat het om vrij simpele games waar niet veel gebruikers voor zullen willen betalen – zeker gezien de gigantische hoeveelheid gratis games in de appwinkels van Apple en Google. De kans is dan ook groot dat de games voor iedereen beschikbaar komen, aan de prijs van enkele seconden reclamekijken voor wat speeltijd.
