China begint bouw van onderzees AI-datacenter
In 2022 had China al een proefproject voor een onderzees datacenter gelanceerd nabij het eiland Hainan en het nieuwe Lingang Underwater Data Center is daar nu een uitloper van. De bouw werd in juni afgetrapt en betreft een initiële investering van omgerekend ongeveer 192 miljoen euro. De nieuwe installatie wordt gebouwd voor de kust bij Shanghai en komt er specifiek voor AI-verwerkingen.
In de eerste fase van het project worden 198 serverrekken naar de zeebodem gebracht, goed voor 400 tot 800 AI-servers. Als alles goed gaat, zou de capaciteit tegen 2027 mogelijk vertienvoudigd worden.
Waterkoeling zonder rivieren en steden te belasten
De voordelen van een onderzees datacenter zijn duidelijk. Door het op 10 kilometer van de kust op ongeveer 30 tot 35 meter diepte te plaatsen, kan men voor de koeling gebruikmaken van het aanwezige zeewater. Extra koeltorens en miljoenen liters rivierwater zijn dan niet meer nodig. De koelingskost daalt, de energie-efficiënte ligt aanzienlijk hoger en ruim 90% van de vereiste stroom komt van een nabijgelegen windpark.
Een onderzees datacenter betekent dus dat rivieren minder belast worden, wat in China geen overbodige luxe is aangezien het land zeker rond grote steden met waterstress te maken heeft. Men is dus minder afhankelijk van kwetsbare riviersystemen, terwijl tegelijk ook bespaard wordt op kostbare bouwgrond.
Impact op ecosysteem
Ondanks de voordelen, waarbij ook ecosystemen binnen China beter beschermd kunnen worden, zijn er wel bezorgdheden over de impact van onderzeese datacenters op het ecosysteem van de zee zelf. Zo zijn er redenen om aan te nemen dat uitlaattemperaturen van slechts enkele tienden van een graad al volstaan om de hoeveelheid opgeloste zuurstof te verlagen, wat een negatieve impact kan hebben op koralen en schaaldieren. Zeker tijdens hittegolven op zee kan dit zuurstofverlies erg nefaste gevolgen hebben.
Nog een bekommernis heeft te maken met het onderhoud van onderzeese datacenters. Servers upgraden of repareren vereist aanzienlijk meer werk dan bij een traditioneel datacenter op land. Het is nog maar de vraag hoe efficiënt en veilig dat allemaal kan verlopen.
China als pionier
China is voorlopig het enige land dat op grote schaal echt lijkt in te zetten op onderzeese datacenters. Het idee is nochtans niet nieuw en ook in de Verenigde Staten werden er al proefprojecten gelanceerd, onder meer door Microsoft met Project Natick. Dat experiment is inmiddels echter in de koelkast beland. Zo’n datacenter op de zeebodem is nu eenmaal een hele onderneming, met niet alleen praktische maar ook regelgevende uitdagingen, twee zaken waar China als expert in grote infrastructuurwerken wel mee overweg kan.
Hoe dan ook maakt China duidelijk dat onderzeese datacenters naar de toekomst toe een belangrijke rol kunnen spelen om druk weg te nemen van faciliteiten aan land, al zal nog moeten blijken hoe efficiënt alles in de praktijk verloopt. Intussen blijven Amerikaanse bedrijven vooral inzetten op zonne-, wind- en kernenergie, met sinds kort ook meer interesse in waterkracht. Naarmate de druk op die beschikbare capaciteit en natuurlijke ecosystemen toeneemt, zou het kunnen dat ook daar meer naar onderzeese oplossingen wordt gekeken.
