Philips werkt aan de audiotoekomst van jouw woonkamer
In het Gibson Innovations Lab in Leuven wordt gewerkt aan de audiobeleving van morgen. Een team van dertig mensen, voornamelijk ingenieurs, zijn er dagelijks bezig met hun zoektocht naar nog beter geluid en nog slimmere audio-oplossingen. TechPulse werd uitgenodigd om hun visie op de toekomst vanop de eerste rij te beleven.
Gitaren en meer
Wie de merknaam Gibson hoort, komt wellicht niet verder dan de beschrijving ‘iets met gitaren’, of zelfs nog minder. Sinds enkele jaren valt evenwel audio-icoon Philips onder de paraplu van de gitaarbouwer uit Tennessee, en die naam doet bij iedereen wel een belletje rinkelen. Het Innovations Lab in Leuven speelt in het grote plaatje een belangrijke rol: in Hongkong en Shenzhen wordt nagedacht over de marketing van het merk en het design van de producten, maar in Leuven gebeurt het echte denkwerk.
Vele van de producten waar hier aan gewerkt wordt, zullen pas over enkele jaren op het wereldtoneel verschijnen. Dat geldt onder andere voor de producten waar Bram Vandenholen en Stefan Hendricx aan werken. Zij staan in voor de connectiviteitsafdeling van Philips. De hele wereld verandert immers gestaag in één verbonden habitat, onder de noemer Internet of Things, of nog beter: het ‘Internet of Everything’. Het IoT is overal, ook in onze luidsprekers.
Overbodig
“Er is een steeds dieper gaande convergentie tussen audio en slimme technologie,” stelt Vandenholen. “Wanneer we nadenken over ons werk, maken we steeds dezelfde oefening, waarin we uitgaan van een use case dat tegenwoordig van tel is,” treedt Hendricx hem bij. “We kijken dan naar onze producten in hun huidige vorm en de trends die zich vandaag voordoen.”
Dergelijke trends integreren, blijkt een zorgvuldige evenwichtsoefening: “We moeten altijd zoeken naar een balans tussen wat wij, als technologiegeeks, handig vinden en wat de consument wil en zal gebruiken,” zegt Hendricx. Philips brengt regelmatig nieuwe producten naar buiten, maar wat veel minder mensen weten: eigenlijk brengt het nog veel meer producten uit.
“Zo hebben we recent ingezet op de groeiende vraag naar gestures,” legt Hendricx uit. Hij werkte samen met het Innovations-team aan een koptelefoon die uitgebreide gebaren verwerkten in de oorschelpen. De mogelijkheden waren verregaand, maar verder dan een consumententest kwam het niet. Nochtans is zo’n test zowat de laatste horde alvorens een product in de markt wordt gezet. Helaas kwam naar voren dat de fraaie technologie bijna niet werd gebruikt en dat de gebruikers zich beperkten tot de basisfuncties. Voor Hendricx en zijn collega’s was dat wel even schrikken. Het product belandde onderaan in de schuif.
Slimme woonkamer
In het Innovations Lab wordt momenteel naarstig gewerkt aan (onder meer) de volgende generatie luidsprekers. Die moeten naadloos kunnen integreren in onze woonkamer van de toekomst. Het is de droom van Vandenholen en zijn collega’s dat ze op een dag kunnen thuiskomen en dat hun slimme systemen alle werk overnemen.
Zo krijgen we bijvoorbeeld een demo waarbij iemand een kamer betreed, zich neerzet en meteen de televisie en bijhorende luidsprekers tot leven komen. Op het scherm verschijnt een selectie van films en series, aangepast aan de smaak van de persoon die gaat zitten. Voorlopig werkt dat nog met eenvoudige druksensoren, maar op termijn moet dat een sensor worden die bijvoorbeeld gewicht kan meten, zodat zoonlief zijn eigen aangepaste selectie krijgt voorgeschoteld.
Duizend sensoren
Als het van Philips afhangt, komen er nog een hoop extra sensoren bij: eentje die de hartslag kan meten van een gebruiker, zodat muziek steeds aangepast is naar het niveau van in- of ontspanning. Misschien wel een sensor die kan meten of je het warm of koud hebt, zodat de hele woonkamer daaraan wordt aangepast, inclusief de thermostaat.
Wie rondloopt in de testopstelling zal merken dat de droom van Philips al lang geen dromerij meer is. Overal zien we toestellen die ons bekend voorkomen, aangezien ze al bestaan. “Staar je daar niet blind op,” waarschuwt Vandenholen,” aangezien het alleen de buitenkant is die hetzelfde bleef. De binnenkant hebben we volledig aangepast met extra sensoren.” Maar het mag duidelijk zijn: de ingenieurs in het Innovations Lab beschikken nu al over bijna alle technologie die nodig is om onze geluidsbeleving volledig te integreren met het IoT. Zelfs de interface en de bijhorende algoritmes zijn al ontwikkeld.
Privacy
IoT brengt evenwel nieuwe zorgen met zich mee. Al die sensoren, die bovendien moeten leren uit onze gedragingen en voorkeuren, leiden ons naadloos het pad op van de privacy. Het IoT staat namelijk gelijk aan een uitgebreid cloudnetwerk, en dat is hackbaar. Aangezien alle sensoren een onmetelijke hoeveelheid aan gegevens over jou moeten verzamelen om naar behoren te kunnen functioneren, kan een potentiële dief jou in één klap volledig doorlichten.
“We bekijken daarom nog hoe we de cloud juist willen aanpakken,” zegt Vandenholen. “Willen we alles laten functioneren over een lokale, en dus privé-cloud, of willen we het toch over een platform laten lopen dat wij beheren? Het zijn zaken waarin we snel knopen moeten doorhakken, want binnen dit en drie jaar willen we ermee naar buiten treden.”