Test-Aankoop wil consumenten laten delen in winst gemaakt met hun gegevens: goed idee?
Test-Aankoop wil internetbedrijven zoals Google, Amazon en Facebook, maar ook telecomoperatoren vragen om de winst die ze maken met het gebruik van persoonsgegevens te delen met consumenten. Wie gebruik maakt van een gratis dienst zoals Google, zet immers heel wat over zichzelf online. Bedrijven verwerken die persoonsgegevens voor het optimaliseren van hun diensten en het maken van winst, bijvoorbeeld door reclame te personaliseren.
Test-Aankoop heeft het niet enkel gemunt op de doorverkoop van gegevens, zoals dat bij telecomoperatoren soms gebeurt, maar ook op gebruik en verwerking ervan. De consumentenorganisatie werkte samen met internationale collega’s aan een manifest waarin het zijn eisen duidelijk maakt.
Consumentendata als grondstof
Centraal in dat manifest staat het standpunt dat de consument en zijn data de drijvende kracht zijn voor de digitale economie. Hun gegevens en de verwerking daarvan stuwen innovatie. Test-Aankoop vindt bovendien dat de rechten van de consument meer omvatten dan alleen de persoonsgegevens. Ook wie toestellen koopt met daarin sensoren die terug rapporteren naar de fabrikant, moet eigenaar zijn van de gegevens die de sensoren produceren.
Het collectief van consumentenorganisaties hoopt om een open dialoog aan te gaan met de grote dataverwerkers van de wereld. Aangezien de door consumenten gecreëerde gegevens de data-economie voortstuwen, moeten eventuele winsten die voortvloeien uit het gebruik van die gegevens ook de consument ten goede komen.
Vanuit een consumentenstandpunt klinkt het manifest van Test-Aankoop aantrekkelijk. Vandaag schrikt het gros van de mensen er al niet voor terug om gratis diensten te ‘kopen’ met persoonsgegevens. Het vooruitzicht dat daar nog iets meer zou tegenover staan dan het gebruik van deze of gene dienst, zonder dat je als gebruiker nog iets extra moet doen, zal weinigen voor de borst stoten.
Vanuit de kant van bedrijven ziet het manifest er een stuk minder interessant uit. Hun businessmodel komt met het voorstel van de consumentenorganisaties op de helling te staan. In het geval van bijvoorbeeld Facebook of Google komt het gros van de winst immers uit advertentie-inkomsten, die een rechtstreeks gevolg zijn van de mogelijkheid van die bedrijven om gepersonaliseerde advertenties aan te bieden. Zij zullen vermoedelijk niet snel geneigd zijn om hun winst te delen met hun miljoenen gebruikers.
Gegevens-Sabam
Test-Aankoop heeft het niet over kleinere bedrijven, maar gezien de insteek van het manifest is het niet ondenkbaar dat de consumentenorganisatie ook van hen graag een bijdrage wil indien ze winst maken met de hulp van gegevens van gebruikers. Het spook van een gegevens-Sabam loert.
Hoewel het manifest vraagt om een ‘eerlijke verdeling van de voordelen van de data-economie’, benadrukt Test-Aankoop dat het niet tegen het gebruik en de verwerking van persoonsgegevens is, zolang er rekening wordt gehouden met grondrechten en vrijheden van consumenten.
Het manifest gaat onder de naam ‘Mijn data zijn van mij’-verklaring, maar vermeldt nergens dat de consument die data, die zijn eigendom zijn, in principe welwillend heeft weggeschonken aan een bedrijf dat volgens de wet transparant moet communiceren over zijn intenties. Bovendien behoudt iedereen inzagerecht in zijn gegevens, en heeft iedere consument het recht om zich te laten verwijderen uit een database. Toch ijvert Test-Aankoop een een extra bonus voor wie zijn gegevens deelt.
Het delen van eventuele voordelen staat centraal in de tekst, waardoor het opvalt dat er met geen woord gesproken wordt over het delen van lasten. Wie persoonsgegevens deelt, mag delen in de winst, maar de kosten van de infrastructuur voor verwerking, net als de servers waarop gratis diensten (Facebook, Google…) vaak draaien, blijven wel helemaal voor rekening van het bedrijf dat de consumentengegevens gebruikt.
Gratis aandeelhouder
Test-Aankoop wil met zijn manifest een interessante dialoog starten, al durf ik vermoeden dat grote bedrijven weinig oren hebben naar de eisen van de consumentenorganisatie. Het huidige manifest leest niet erg genuanceerd, en wekt de indruk dat consumenten als een soort gevrijwaarde aandeelhouders mogen meedelen in de winst, zonder dat ze getroffen worden door verlies.
De eisen gaan de bescherming van persoonsgegevens ver voorbij. Dat moet ook als ze relevant willen zijn: een verregaande bescherming is al geregeld in de Europese GDPR-wetgeving die volgend jaar van kracht gaat en het gebruik van persoonsgegevens flink aan banden legt.
In sommige gevallen zijn de eisen in het manifest aannemelijker. Ik denk dan aan bedrijven die persoonsgegevens van betalende klanten verkopen om extra winst te maken. In zo’n geval betaalt de klant al voor de dienst, waardoor het gebruik van zijn data puur voor gewin van de dienstverstrekker een wrangere nasmaak achterlaat. Toch heeft de tekst van de consumentenorganisaties veel weg van een publiciteitsstunt voor consumenten, met in zijn huidige vorm weinig waarde als onderhandelingsinstrument naar bedrijven toe.