Welke grafische kaart stop ik in mijn gaming-PC?
Groen of rood: dat zijn de twee opties wanneer je op zoek gaat naar een grafische kaart voor je desktop. De GPU-markt wordt al sinds 2006 gedomineerd door twee spelers: Nvidia en AMD. Nvidia vond de grafische kaart met zijn geweldige parallelle rekenkracht uit, AMD bombardeerde zich tot grote speler door ATI over te nemen. Andere gpu-spelers zoals S3 met zijn Savage-kaarten en Diamond met zijn Vipers, waren dan al lang verdwenen of opgenomen door één van de twee concurrenten. Nvidia en AMD zijn allebei original equipment manufacturers (OEM’s). Ze ontwerpen de grafische kaarten en brengen in beperkte mate zelf stukken hardware op de markt, maar het gros van de beschikbare gpu’s wordt gemaakt door derden zoals Gigabyte, MSI en Asus. Zij gaan aan de slag met de hardware van de OEM’s maar tweaken de prestaties, voegen eigen koeloplossingen toe en introduceren leuke extra’s zoals RGB. Bespreken we de capaciteiten van een gpu, dan kijken we echter naar de referentiemodellen. De tweaks van fabrikanten zorgen doorgaans voor prestaties die enkele procenten hoger liggen dan die van het referentiemodel, maar heel groot is het verschil nooit.
Twee factoren zijn van belang bij de aanschaf van een gpu: je budget en de resolutie van je scherm. Ze gaan idealiter samen: wie een vloeiende framerate bij een ultramodern spel verwacht op zijn 4K-scherm maar daar geen geld voor over heeft, komt van een kale reis thuis.
Full HD (1.920 x 1.080) is ook vandaag nog veruit de populairste resolutie voor gamers. Volgens de oktober-cijfers van de maandelijkse Steam Hardware Survey speelt 71,51 procent van de pc-gamers op die resolutie. WQHD (2.560 x 1.440) is goed voor 3,43 procent, 4K (3.840 x 2.160) moet zich tevreden stellen met amper 0,52 procent. Ter contrast: de oude HD Ready-resolutie (1.366 x 768) wordt nog door 10,5 procent van de pc-gamers omarmt. De overgebleven gamers hebben schermen met resoluties die tussen de populairste 16:9-formaten in zitten.
FHD-toppers
Heb je een full HD-scherm, dan wil je een kaart die het beste uit die resolutie haalt. 60 frames per seconde (fps) beschouwen we dan als het absolute minimum, en dat op zo hoog mogelijke grafische instellingen. Een Nvidia GeForce GTX 1080 Ti is met een gemiddelde framerate van 140 fps voor bijvoorbeeld Rise of the Tomb Raider op deze resolutie glorieuze overkill die vooral je portemonnee met open mond zal achter laten. Een goede prijs-kwaliteitsverhouding vind je hier in het middensegment, zowel bij kaarten van AMD als kaarten van Nvidia. Nvidia heeft met de GTX 1060 een uitstekende FHD-gpu in huis. Bij moderne games mag je hier op de zwaarste instellingen een gemiddelde framerate verwachten die consequent boven de 60 fps blijft. Denk aan 78 fps voor Rise of the Tomb Raider, 100 fps voor Dirt Raly en 76 fps voor Hitman, allemaal op de hoogste grafische instellingen. Enkel bij extreem belastende spellen zoals Metro Last Light zien we dipjes onder de 60 fps. In casu: 56 fps. Wil je de best mogelijke versie van de GTX 1060, dan zoek je een model met 6 GB GDDR5. Denk aan de Asus ROG Strix GTX 1060 O6G Gaming (359 euro), die naast iets betere prestaties ook een interessanter design met RGB-verlichting biedt.
De gpu komt ook in een light-smaakje. De GTX 1060 heeft standaard 6 GB aan GDDR5-geheugen aan boord maar je vindt ook versies met 3 GB GDDR5. Zij presteren iets minder goed maar zijn tegelijkertijd minder duur. De Gigabyte GeForce GTX 1060 G1 Gaming 3G (247 euro) vinden wel zelfs voor minder dan 250 euro in de winkel. Ook deze kaart geeft je vlot meer dan 30 fps minimum framerate op ultrahoge grafische instellingen, al is 60 fps soms iets te hoog gegrepen.
[related_article id=”211784″]In het middensegment mag je vooral AMD niet vergeten. De Radeon RX 500-reeks blinkt uit in prijs-kwaliteit met zowel de RX 570 als de RX 580. Het verschil tussen beide kaarten is niet immens groot. De RX 580 geeft je een framerate die doorgaans ietsje hoger ligt dan die van een krachtige GeForce GTX 1060 met 6 GB, maar in de praktijk kan je beide kaarten evenwaardig noemen. De RX 570 scoort dan weer net iets slechter, maar is ook een iets goedkoper. Zie de kaart eerder als een concurrent voor het 3 GB-model van de GTX 1060. De gigabyte Aorus Radeon RX 570 4 GB (269 euro) is uitstekende keuze, net als de MSI Radeon RX 580 Gaming X 4G (323 euro).
De twee variaties van de GTX 1060 en de RX 570 en 580 zijn alle vier uitstekende full HD-kaarten. De ene is iets krachtiger dan de andere, maar ze staan alle vier garant voor een vlotte spelervaring op een FHD-display. De welke je kiest hangt af van je voorkeur, de prijs, en natuurlijk de beschikbaarheid. Dat laatste is een groot probleem voor AMD: de architectuur die de OEM gebruikt voor zijn gpu maakt de kaart efficiënter voor bepaalde types van parallel rekenwerk dan de Nvidia-concurrentie. Met name mining van cryptomunten loopt efficiënter op AMD-kaarten. Het resultaat: de dingen zijn heel vaak onbeschikbaar omdat exemplaren door miners worden opgekocht.
Productnaam
Niet iedereen voelt zich geroepen om de nieuwste games op de hoogste kwaliteit aan 60 fps te spelen. Wanneer je een gamingpc op budget bouwt, moet je compromissen sluiten. Een minimum van 30 fps met redelijk hoge instellingen geeft je bij moderne spellen nog steeds een ervaring die beter of in het ergste geval vergelijkbaar is aan console. Denk aan AMD’s RX 460, een klein kaartje dat voor pakweg Dirt Rally en Hitman op de hoogste instellingen nog steeds een gemiddelde framerate van 40 fps aanhoudt. Voor Rise of the Tomb Raider dipt de gemiddelde framerate frequenter onder 30 fps, en moet je de grafische instellingen hier en daar dus een beetje terug schroeven. De kaart kost je minder dan 150 euro als je wat rondzoekt. De MSI RX 460 2G OC (105,5 euro) is zo een goede optie, als je ze tenminste kan vinden. Van deze gpu maakte AMD geen 500-update. De beschikbaarheidsproblemen zijn hier immers ook van tel.
Nvidia’s antwoord op deze AMD-kaart is de GTX 1050, al dan niet in Ti-variant. De klassieke GTX 1050 krijgt 2 GB DDR5 mee en haalt doorgaans hogere framerates van de RX 460 van AMD. Bij een spel als Rise of the Tomb Raider gaat het om gemiddeld 32 fps voor AMD vs 34 fps voor Nvidia, bij Dirt Rally ligt het verschil met 40 fps voor de RX en 58 fps voor de GTX een stuk hoger. Over het algemeen kan je de standaardversie van de kaart als iets beter beschouwen dan de concurrentie van AMD, maar ze is ook iets duurder. Voor minder dan 130 tik je de gpu wel op de kop, zoals onder andere de Asus Phoenix Geforce GTX1050 (127,99) bewijst.
De GTX 1050 Ti is een 1050 op steroïden. Nvidia verdubbelt het grafische geheugen van de kaart en dat voel je in de benchmarks. Die liggen over de ganse lijn rond de 10 procent hoger en dat voel je aan deze framerates. Dat meer frames meer euro’s betekenen, weet je intussen wel. Reken op om en bij de 175 euro voor de gpu. De Gigabyte Geforce GTX 10 Ti D5 4G (174.99) zit als voorbeeld midden in die prijsklasse.
WQHD-vlaggenschepen
Krachtpatsers zoals de Nvidia GeForce GTX 1070 en 1080, of de AMD Radeon RX Vega 64, bieden heel weinig meerwaarde op een FHD-resolutie. Ze worden wel interessant wanneer je investeert in een scherm met meer pixels. Zodra je vlot wil gamen met een WQHD-display, mag je alle bovenstaande gpu’s vergeten. Enkel de GeForce GTX 1060 kan dan nog zijn mannetje staan met een gemiddelde framerate die netjes tussen 30 fps en 60 fps blijft staan. Een investering in een WQHD-display lijkt ons niet wat iemand doet die genoegen neemt met ‘goed genoeg’. De vlaggenschip-gpu’s lonken dan ook. De Nvidia GeForce GTX 1070 is in 99 procent van de gevallen de geknipte kaart. Framerates blijven consistent boven de 60 fps, met een gemiddelde van 99 fps bij Dirt Rally en 77 fps bij Rise of the Tomb Raider. Enkel ultrazware kleppers zoals Metro Last Light leggen de gpu het vuur aan de schenen. Wie echt iedere grafische instelling bij dat spel op 11 wil draaien, ziet zijn framerate onder de 60 dippen naar gemiddeld 46 fps. De GTX 1070 is echter een dijk van een kaart, die naast WQHD-gaming ook garant staat voor een vlotte VR-ervaring met headsets zoals de Oculus Rift of de HTC Vive. Vandaag vind je heel wat varianten van de kaart voor minder als 500 euro. Denk aan de MSI Geforce GTX 1070 Aero 8G OC (479 euro), of de Gigabyte Geforce GTX 1070 Windforce OC (461.99 euro). Wie meer geld wil uitgeven voor een handvol procenten extra frames, gecombineerd met de nodige RGB-verlichting, kan terecht bij de Gigabyte Geforce GTX 1070 Xtreme Gaming (622,99 euro), maar houdt er rekening mee dat de zichtbare prestatiewinst voor zo’n kaart klein is, en al bijlange niet in verhouding staat met de meerprijs.
AMD lanceert met zijn Radeon RX Vega 64 een te duchten concurrent voor Nvidia. De grafische kaart maakt niet langer gebruik van GDDR5-geheugen, maar komt voorzien van High Bandwith Memory (HBM2). De gpu is de incarnatie van AMD’s terugkeer naar de grafische top en de kaart moet niet onderdoen voor wat Nvidia biedt. De gpu is zelfs iets krachtiger dan het exemplaar van team groen en houdt het midden tussen een GTX 1070 en een GTX 1080 wat prestaties betreft. Het hoeft dan ook niet te verrassen dat ook de prijs zich daar situeert. Hoewel AMD 599 euro vooropstelde als adviesprijs voor de kaart, maken de meeste kopers van de schaarste gebruik om iets meer marge te vragen. 650 euro is geen uitzonderlijke prijs voor een Vega-gpu, zoals de MSI RX Vega 64 8G (653,95 euro) en de Gigabyte Radeon RX Vega 64 8 GB (641,45 euro) aantonen.
Acceptabele overkill
Wil je je echt geen zorgen maken om framerates, en speelt geld niet zo’n rol, dan lonkt een Nvidia GTX 1080. Die kaart kost gelukkig een stuk minder dan bij de lancering. Je vindt ze onder de 600 euro (zoals de Gigabyte Geforce GTX 1080 G1 Gaming met 582.99 euro), maar het gros van de kaarten kost iets meer. Denk aan de EVGA Geforce GTX 1080 FTW2 Gaming IXC (615, 99 euro) of de Gigabyte Geforce 1080 Aorus X (614,99 euro). De gpu is ongeveer tien procent krachtiger dan de GTX 1070. Doorgaans laat zich dat niet voelen: Dirt Rally ziet er even goed uit met 100 frames per seconde als met 115 frames. Op onze Metro-benchmark zien we dan weer wel een merkbaar verschil: 54 fps vergeleken met 46 fps. AMD heeft geen nieuw model van kaart om met deze gpu te concurreren. Het doet dat door een hoger geklokte waterkoelingvariant van de Radeon RX Vega 64 aan te bieden, maar die kost je een arm en een been: 859 euro voor de Gigabyte Radeon RX Vega 64 Watercooling 8 GB is wel heel veel geld om in nauwelijks een handvol games een iets vlottere spelervaring te genieten.
4K-monster
De gpu’s die net boven respectievelijk de Nvidia GTX 1070 en de AMD Radeon RX Vega 64 staan, zijn met andere woorden niet de interessantste keuzes voor de WQHD-gamer die de beste prijs-fps-verhouding zoekt. Zijn ze dan wel geschikt voor die illustere 4K-gamer die volgens Steam zo zeldzaam is? Niet dus. 4K-gaming vereist veel meer pk’s dan WQHD-gaming. Een GTX 1080 kan wel beter zijn dan een GTX 1070, de extra kracht volstaat niet om een 60 fps-spelervaring naar de ultrahoge resolutie te brengen. Speelbaarheid vind je wel: meer dan 30 fps lukt, met het hele gamma van WQHD-kaarten hierboven besproken. We zien echter weinig meerwaarde in het opschalen van de resolutie als dat ten koste gaan van een vlotte framerate of een extra grafische instelling. Als je compromissen moet sluiten met een 4K-resolutie, schroef je beter terug naar een WQHD-resolutie.
Er zijn twee oplossingen voor wie het beste van het beste eist, en oogverblindende grafische pracht op de scherpst mogelijke resolutie wil ervaren. Verdubbelen is één optie: stop twee GTX 1080’s of RX Vega 64-gpu’s in SLI of Crossfire, en geniet.
Opperkaart
Er bestaat echter één grafische kaart die rond de 60 fps biedt voor de meeste spellen, met alle knoppen opengedraaid en een resolutie van 3.840 x 2.160 pixels, de Nvidia Geforce GTX 1080 Ti. Dat monster met 11 GB GDDR5 RAM doet Rise of the Tomb Raider bijvoorbeeld alle eer aan met 65 fps. Natuurlijk zakt de framerate wel eens onder de mythische grens van 60, maar het compromis is hier in onze ogen klein genoeg om te maken. We konden nog maar één variant van de GTX 1080 Ti testen: de Gigabyte Aorus Geforce GTX 1080 Ti. Aan 799,99 euro is deze kaart zelfs goedkoper als de watergekoelde versie van de beslist minder krachtige AMD RX Vega 64, en het is zonder twijfel de beste gpu van het moment. Dat deze specifieke versie nog de nodige RGB-lampjes bezit, vinden we maar logisch: zoveel pk’s moeten lichtgeven.