Analyse: Nutteloze camera’s in smartphones
Jaren geleden barstte er op de smartphonemarkt een ware megapixelrace los. Welke fabrikant kon de meeste megapixels verpakken in zijn toestel? Het duurde even voordat we met z’n allen doorhadden dat het aantal megapixels lang niet alles zegt over de algehele fotokwaliteit. Helaas is er nu een nieuwe, nutteloze doch hardnekkige trend zichtbaar in de wereld van smartphones, namelijk: overbodige camera’s (ofwel camerasensoren).
Van megapixels naar extra camera’s
Het is al een paar jaar ‘hip’ om telefoons uit te brengen met minstens twee camersensoren aan de achterzijde. Deze trend kwam pas echt van de grond na 2015, met de Huawei P9, LG G5, iPhone 7 Plus en laterna de Samsung Galaxy Note 8. De meeste van deze toestellen werden uitgerust met een telefotocamera, waarmee je mooiere ingezoomde plaatjes kunt schieten. Ook de groothoekcamera wist snel aan populariteit te winnen, met de LG G6 als een van de pionieren.
Een extra sensor is een tijdlang ‘exclusief’ geweest voor de duurdere toestellen op aarde. Althans, bij de bekende merken in Europa dan. Dat veranderde enkele jaren geleden, toen met name Chinese fabrikanten als Huawei en Xiaomi begonnen met het verwerken van extra sensoren in hun goedkopere modellen.
De drie daders
Fast forward naar 2021 en een smartphone wordt door sommigen al op voorhand afgeschreven als er niet minstens twee of drie camera’s in de achterkant verwerkt zitten. Welke camera’s dat precies zijn, zal sommigen een zorg zijn, en dat is zorgelijk. Er zijn namelijk heel wat sensoren die je kunt missen als kiespijn, en eigenlijk alleen maar onnodig ruimte invullen en de prijs naar boven drijven. De belangrijkste ‘daders’ zijn: de dieptesensor, macrosensor en monochroomsensor.
De dieptesensor is waarschijnlijk de bekendste en meest gebruikte van de drie. Fabrikanten claimen dat een dieptesenor helpt met het inschatten en toepassen van een scherptediepte-effect in foto’s. Dit komt vooral van pas bij portretfoto’s, waarbij de achtergrond vervaagd moet worden. In de praktijk blijkt dat de dieptsensor er vaker voor de sier zit dan voor echte functionaliteit. We hebben wel vaker dan eens onze vinger voor de dieptesensor gehouden bij het schieten van een portretfoto, en het resultaat blijkt vaak in principe uniek te zijn aan het plaatje waarbij de dieptesensor vrij spel had.
Het komt dan ook niet als een verrassing dat er bijzonder veel smartphones zijn die zonder dieptesensor toch een mooi vervagingseffect weten te bewerkstelligen. Met een beetje goede software is een dieptesensor dan ook copmleet overbodig. Kijk bijvoorbeeld eens naar de Google Pixel 4a of de iPhone XR, twee toestellen die maar slechts één camera aan de achterzijde hebben. Toch weten deze smartphones met behulp van camerasoftware ijzersterke bokeh-foto’s te maken.
Kleurenblind
Ook de monochroomsensor staat niet hoog in onze favorietenlijstjes. De Huawei P9 was een van de eerste smartphones met een monochrome sensor, waarbij deze sensor voor extra contrast moest zorgen. Nokia deed 2 jar geleden een poging met de Nokia 9 PureView, en OnePlus heeft deze sensor recentelijk nieuw leven ingeblazen. Je vindt deze sensor onder andere terug bij de OnePlus 9-serie en de OnePlus 8T. De monochroomsensor maakt zelf geen foto’s, maar staat de primaire camera bij in het schieten van zwart-witfoto’s.
Ook hier geldt: de camerasoftware van een smartphone kan dit prima zelf, zeker in het geval van de OnePlus-vlaggenschepen. Bovendien is het vrij naïef om te denken dat een 2MP sensor daadwerkelijk iets kan toevoegen aan een foto. Daarnaast zijn er genoeg smartphones die jou in zwart-wit foto’s laten maken zonder monochroomsensor.
Schuldig, maar niet kansloos
Dan hebben we nog de macrosensor. Het idee van een macrosensor is dat je van ontzettend dichtbij een mooi plaatje kunt schieten van een object. Met ontzettend dichtbij bedoelen we letterlijk een paar centimeter. Dat gaat namelijk niet met een reguliere camera. Helaas rusten fabrikanten hun smartphones vaak uit met een macrocamera van 2MP, waardoor je op voorhand al weet dat de kwaliteit bedroevend is. Dat gedetailleerde kiekje waar je op hoopt bij een close-up, kan je met een 2MP camera zo goed als vergeten.
“De macrosensor heeft nog de meeste potentieel van de drie.”
Dat gezegd hebbende: de macrosensor heeft wel de meeste potentie van de drie. Xiaomi toont aan dat ook smartphones mooie macrofoto’s kunnen schieten. Zij hebben hiervoor een speciale telemacrocamera in het leven geroepen, die onder andere in de Xiaomi Mi 11 zit. In tegenstelling tot de meeste macrocamera’s kun je de variant van de Mi 11 op een redelijk afstandje nog gebruiken. Dit houdt in dat je het toestel niet op ultradichte afstand van het object hoeft te houden voor een mooi shot. Door dit te moeten doen, riskeer je namelijk dat je veel licht blokkeert, met minder mooie foto’s tot gevolg. Helaas volgen tot dusver nog weinig fabrikanten het voorbeeld van Xiaomi.
Tot slot
Kortom, er zijn de nodige sensoren in de wereld van smartphones die weinig tot geen meerwaarde hebben. Een budget smartphone met drie camera’s achterop is leuk, maar als er geen telefoto- en/of groothoek-camera tussen zit, heb je er alsnog weinig aan. Staar je dus niet blind op de kwantiteit aan smartphonecamera’s, maar op de kwaliteit van wat elke sensor jou te bieden heeft.