Innovatie bij ons: pijnlijk onbekend, internationaal onbemind
“Vindt er dan innovatie plaats in België?” Het is het pijnlijke antwoord van Gary Shapiro, CEO van de Consumer Technology Association, op mijn eerdere vraag. Tijdens een ontmoeting in Amsterdam peilde ik naar zijn impressie van het Belgische start-up- en innovatieklimaat. Shapiro’s mening doet er toe: de organisatie die de Amerikaan leidt, organiseert met CES in Las Vegas ’s werelds grootste technologiebeurs.
CES, dat satellietevenementen over de hele wereld heeft, stond vroeger voor Consumer Electronics Show. Vandaag niet meer: de focus ligt al enkele jaren niet meer op consumententechnologie, maar op innovatie. CES is als dusdanig een plaats waar innovatieve bedrijven en potentiële investeerders elkaar ontmoeten. Dit jaar was een hele zaal op de beurs gewijd aan start-ups. De verschuiving naar een beurs over innovatie is onze Noorderburen niet ontgaan.
Prinselijke reclame
In Las Vegas hield Nederland een eigen start-upevent, gedragen door prins Constantijn. Naast het event zelf opende de prins het StartupDelta-paviljoen op de beurs. Het viel op hoe Nederland zich in de kijker zette als start-upland. Enkele Belgische start-ups waren ook aanwezig, maar van de kant van de overheid werden die op geen enkele manier in de kijker gezet.
In Amsterdam vorige week viel op wat België koopt met een dergelijk non-beleid, en wat Nederland kan opstrijken door zijn start-upklimaat wel actief te promoten. Shapiro’s medewerkers, allen Amerikanen, waren danig onder de indruk van prins Constantijn en de events die Nederland rond zijn eigen start-ups organiseerde, dat Amsterdam aan het eind van dit jaar voor het eerst een eigen CES-event mag huisvesten. CES Unveiled richt zich specifiek op innovatieve bedrijven, start-ups, eventuele investeerders en de media. StartupDelta geldt als partner voor de organisatie van het event. Zowel die organisatie als CES hebben de ambitie om Unveiled in Amsterdam een Europese aangelegenheid te maken, met deelnemers die niet alleen uit Nederland maar ook uit de rest van EMEA komen. StartupDelta betrekt ook Belgische start-ups bij het event, zodat ook zij een kans krijgen zich in de kijker te zetten.
Shapiro sprak vol lof over het Nederlandse start-up- en innovatieklimaat, maar moest bij verdere vragen zelf toegeven dat zijn perceptie van dat klimaat voor een groot deel het gevolg is van de manier waarop Nederland zichzelf in de markt zet. Wat zegt dat dan over ons land, als het hoofd van ’s werelds belangrijkste technologielobbygroep, een man die bijna evenveel op het vliegtuig zit als thuis, geen flauw idee heeft van wat er in België gebeurt?
Eigen initiatieven
Het probleem is niet dat er geen mooie initiatieven zijn. Startups.be trok pas nog naar Singapore om onze start-ups in de kijker te zetten, terwijl het Imec Technology Forum de hele wereld rond gaat met allerhande knappe uitvindingen. De overheid ziet dergelijke initiatieven maar al te graag. Minister voor de Digitale Agenda Alexander De Croo (OpenVLD) frequenteert allerhande events die te maken hebben met innovatie om zijn digitale agenda uit de doeken te doen. Als begeesterd spreker is zijn visie een plezier om naar te luisteren. Helaas weten wij in België doorgaans wel wat we kunnen. Het zijn de grote Amerikanen van deze wereld die moeten ontdekken wat er in België leeft en dat gebeurt niet door speeches op lokale events.
Startups.be gaf het goede voorbeeld, maar waar blijft de officiële ondersteuning. Als ons land zichzelf als innovatief wil profileren en start-ups in de verf wil zetten, dan moeten officiële delegaties handjes gaan schudden op grote beurzen zoals CES. Als onze Noorderburen telkens hun volle gewicht in de schaal werpen, terwijl wij onze start-ups op hun eentje sturen, dan zal België die onbekende deelnemer blijven die in de schaduw heel wat innovatie aflevert, zonder dat het internationale publiek ons ooit echt leert kennen.