Crowdshipping: hulpmiddel of handicap?
Net als alle andere sectoren wordt ook de retail tegenwoordig op zijn verantwoordelijkheid gewezen op het vlak van duurzaamheid. Daarbij komen in de eerste plaats de logistieke activiteiten in het vizier. Al die pakjes die webshops aan huis leveren leiden tot meer bestelwagens op de weg en in woonkernen. Uiteraard zorgt niet alleen e-commerce voor verkeersoverlast en alle negatieve gevolgen die daaraan vast hangen. Het feit dat eco-labels en bio-producten in de lift zitten en dat consumenten in het algemeen meer belang hechten aan duurzaamheid, maakt wel dat webwinkels meer op groene opties inzetten.
Milieuvriendelijke alternatieven
Er zijn verschillende pistes te bewandelen om leveringen aan klanten duurzamer te laten verlopen. Je kan de transportmiddelen aanpakken en voor milieuvriendelijke alternatieven opteren, met in de eerste plaats de fiets. De gekendste fietsleverancier in België is Deliveroo, dat maaltijden van restaurants aan huis brengt. Ook webshop Coolblue biedt sinds kort de optie aan om een pakje met de fiets te laten leveren, maar enkel in Den Haag en Eindhoven. De beperkte reikwijdte van de fiets maakt dat deze leveringsmethode enkel in grootsteden rendabel en doenbaar is.
Crowdshipping
Naast het gebruikte voertuig kan je ook een kritische blik werpen op de gebruikte levermethode. Zo kan je met behulp van pakjesautomaten leveringen centraliseren en het aantal gereden kilometers inperken. Crowdshipping schuift een alternatieve vorm van leveren naar voren: in plaats van een bedrijf nemen particulieren de touwtjes in handen om pakketten op bestemming te krijgen. Crowdshipping is te beschouwen als een vorm van deeleconomie, specifiek in de logistiek. Dat deelmodel kan op verschillende manieren uitgewerkt worden. Sommige netwerken hebben duidelijk een commerciële insteek, anderen leggen meer nadruk op het sociale aspect.
Vergelijk het met het verschil tussen een platform als Blablacar en Uber: het eerste zet zich vooral in de verf als carpoolingservice met een sociaal kantje, terwijl Uber zich profileert als werkplatform waar je als chauffeur een voltijdse job van kan maken. De lijn tussen (semi-)professionele crowdshipping en logistiek is niet altijd even duidelijk te trekken. Bij meer sociaal geïnspireerde platformen speelt men doorgaans in op het feit dat mensen dagelijks vaste verplaatsingen maken; het idee is dat ze op die toch al ingeplande ritjes ook een pakketje kunnen meenemen en zo twee vliegen in een klap slaan.
Belgische initiatieven
Er zijn in België ondertussen verschillende crowdshippingnetwerken actief. In 2016 ging bijvoorbeeld Vengo van start, een platform uit de koker van de gelijknamige Limburgse start-up, en is nu nog altijd actief. Vengo richt zich specifiek op transportbedrijven of particulieren die al bestellingen vervoeren, en biedt hen de mogelijkheid aan om de kilometers dat ze zonder lading afleggen of leveringen waar er nog plaats is in de bestelwagen aan te vullen met orders via hun platform.
Ook Bpost sprong in hetzelfde jaar als Vengo op de kar met crowdshipping-dienst Bringr, een proefproject waarmee het bedrijf wilde testen hoeveel potentieel het model had. Dat lijkt geen succes te zijn geweest, want het initiatief is stilletjes afgevoerd en vervangen door een samenwerking met de logistieke start-up Parcify, dat ook met crowdshipping werkt.
Supermarkt Colruyt startte in maart 2018 met Apporto, een online netwerk waarbij klanten elkaars boodschappen kunnen leveren. Colruyt trekt daarbij voluit de kaart van het sociale aspect: de winkel voorziet enkel het platform, de regeling van praktische zaken zoals de prijszetting en de levertijden worden aan de gebruikers overgelaten. Het maximale bedrag dat je als vergoeding kan krijgen voor het vervoeren van boodschappen is 10 euro. Er is één voorwaarde om Apporto te gebruiken, en dat is dat je een geregistreerde klantenkaart bij Colruyt hebt.
Duurzaam?
Men haalt crowdshipping vaak aan als een duurzame oplossing, maar daar is recent kritiek op gekomen. Het Vlaamse Instituut voor Logistiek (VIL), een overheidsinstelling, maakte een analyse van het crowdshippingmodel en kwam tot de conclusie dat het systeem net een grotere belasting is voor het milieu in vergelijking met traditionele koerierdiensten. Bij crowdshipping worden meer kilometers afgelegd dan bij een professionele dienst. Daarnaast ligt het aantal geleverde pakjes per rit veel lager.
Op ecologisch vlak is crowdshipping dus niet de ideale keuze. Desalniettemin serveert het VIL het model niet af. “Mits de nodige intelligentie wordt ingebouwd kunnen de digitale platformen een belangrijke rol spelen om niet alleen efficiënt, maar ook duurzaam en sociaal verantwoord te werken. Er is in ieder geval een enorm potentieel aan particulieren bereid om de functie van koerier op te nemen. Voor werklozen kan het een vorm van integratie betekenen, voor gepensioneerden sociaal contact en voor studenten een financieel steuntje in de rug,” zegt projectleider Jan Merckx.
Voor webshops hangt het dus af van hun missie of hun doelstellingen of crowdshipping in het plaatje past. Het model is niet groen te noemen, maar brengt andere zachte maatschappelijke voordelen met zich mee. Uiteindelijk zal voor velen de afweging neerkomen op het maken van een evenwichtsoefening tussen duurzaamheid en efficiëntie. Dat zal bepalen of ze pakketjes aan een koerier of een particulier toevertrouwen.