Wat betekent Lenovo als sponsor voor het Ducati MotoGP-team?

Ducati Lenovo team MotoGP
Sinds 2018 is Lenovo technologiepartner voor het MotoGP-team van Ducati. Wij namen een kijkje achter de schermen tijdens het raceweekend in Assen om te kijken wat dat precies inhoudt.

Even voor de niet-ingewijden: net zoals Formule 1 het summum van de autosport moet zijn, is MotoGP dat voor motors. Er zijn opvallend veel parallellen tussen hoe de sporten worden vormgegeven. Gaan jonge autocoureurs eerst aan het karten om daarna op te klimmen in de rangen van Formule 4 naar 1, dan leggen motorrijders hier een parcours af van Moto3 naar Moto2 en daarna naar MotoGP. Nergens zal je snellere of duurdere motors zien rondrijden. Teams mogen hier spenderen wat ze willen om zo snel mogelijk te worden en dat maakt van MotoGP een sport waarin technologische ontwikkeling absoluut onmisbaar is. Die ontwikkeling gebeurt bij Ducati niet lukraak, maar op basis van een heleboel gegevens die tijdens het rijden verzameld worden.

Het verzamelen van die gegevens gebeurt bij Ducati met maar liefst vijftig verschillende sensoren die op de motor gemonteerd zitten. Tijdens het rijden genereren die allerlei gegevens over de versnelling, de verschillende hellingsgraden, de temperatuur van componenten, de bandendruk enzoverder… “Eigenlijk lijken die sensoren erg hard op wat je in je telefoon hebt zitten”, zegt Riccardo Savin daarover. Savin is verantwoordelijk voor de dynamica en het design van de Ducati-motors. Hij moet toegeven dat die metingen misschien simpel lijken, maar dat ze dat absoluut niet zijn. Het gaat om ‘rauwe data’ die nadien nog geïnterpreteerd moet worden. Daar komt heel wat werk bij kijken.

Downloaden via de kabel

Dat werk begint bij élke pitstop die zo’n MotoGP-voertuig maakt. Anders dan bij Formule 1 heeft een MotoGP-team geen zicht op de metingen die uitgevoerd worden. De regels bepalen dat die informatie niet in realtime gedeeld mag worden, waardoor teams naar een andere oplossing moeten zoeken. Dat is flink lastig: de MotoGP-regels verplichten alle teams namelijk om dezelfde ECU te gebruiken, waardoor er niet veel innovatie mogelijk is op dat vlak.

Alle data wordt van de motors gehaald via een kabel die uit het plafond komt.

De snelste manier om die data te downloaden is dus met een kabel. Bij Ducati komt die uit het plafond, en is die meteen aangesloten op een Lenovo-server. Op die manier krijgt het team zo snel mogelijk toegang tot alle meetgegevens die in de motor zitten, en kunnen ze die zo snel mogelijk beginnen analyseren. Snelheid is belangrijk, want enkele seconden later zit de coureur alweer op zijn motor. Een hele groep aan ingenieurs zit klaar om de binnengekomen data te analyseren, en na enkele minuten kunnen die vaak al conclusies trekken: misschien moet er toch voor hardere banden gekozen worden? Of misschien moet de ophanging van de motor net iets anders afgesteld worden?

Forse berekeningen

De berekeningen die nodig zijn om die conclusies te trekken, zijn niet gering. Om bijvoorbeeld de kanteling van een motor te berekenen is al een fors algoritme nodig dat informatie van meerdere sensoren met elkaar combineert. Met andere woorden: de rauwe data moet worden omgezet in iets dat verstaanbaar is voor mensen. Aan snelheden van 300 kilometer per uur en sneller werken er echter zoveel krachten in op die sensoren dat je er met een simpele rekensom niet komt. Zelfs om de snelheid van de motor te bepalen is een algoritme nodig: de voor- en achterband draaien namelijk niet altijd aan dezelfde snelheid, wat het onmogelijk maakt om die regelrecht te bepalen.

Daarvoor zijn flinke servers en pc’s nodig, die de ingenieurs van Ducati voldoende rekenkracht bieden om hun werk uit te voeren. Zo snel als de motors over het circuit zoeven, zo snel moet Ducati ook alle gegevens kunnen analyseren. Daarvoor levert Lenovo mobiele workstations, zoals de Lenovo ThinkPad P1, aan de ingenieurs van het team. Opmerkelijk is de wisselwerking die hier tussen de sponsor en het team speelt: de ingenieurs van Ducati hebben een rol gespeeld in de ontwikkeling van de ThinkPad P1. Een raceteam zoals Ducati reist continu de wereld rond. Races in Europa vallen qua weersomstandigheden meestal goed mee, maar dat ligt anders voor de races in Maleisië en Qatar: daar loopt de temperatuur soms op tot 50 graden Celsius of hoger. Dankzij een vernieuwde ThinkPad P1, die beter bestand is tegen hitte, kunnen de ingenieurs van Ducati hun werk blijven doen.

Geen bugs, wel slangen

Daarnaast maakt het team ook gebruik van een server. De gegevens van trainingssessies, kwalificatierondes en races worden na analyse niet weggegooid, maar bijgehouden voor verdere analyse. Het Ducati-Lenovoteam verwerkt bovendien niet enkel de eigen gegevens, maar doet dat ook voor Gresini, Pramac en VR46: ook die teams rijden rond met een versie van de Ducati Desmosedici, zoals de motor heet. Al die motors leveren elk weekend zo’n 100 gigabytes aan gegevens op, waardoor de server flink wat capaciteit nodig heeft.

Mauro Grassili, sportief directeur bij Ducati’s MotoGP-team, met zijn Lenovo ThinkPad onder de arm. Bij Ducati werkt iedereen met laptops van Lenovo.

Die server staat niet op een externe locatie, maar wordt overal mee naartoe genomen door het team. Dat zorgt soms voor bizarre situaties. Zo gebeurde het al dat een vorkheftruk de server doorboorde tijdens het transport. Na transport bleek dat de server voor een van de Ducati-teams volledig gesloopt was, iets wat gelukkig op te lossen viel met wat aanpassingen in de virtuele omgeving waarin de ingenieurs werken. Ook ongedierte blijkt niet vreemd voor het Ducati-team: er werden al meerdere keren slangen teruggevonden in de server. Het durft ook al eens gebeuren dat zo’n server tijdens het transport in de regen blijft staan. Kortom: het is een hele klus om al die apparatuur overal mee naartoe te zeulen, maar het is wel een klus die opbrengt.

Aanpassingen aan de motors

De hamvraag is natuurlijk op welke manieren die gegevens ervoor zorgen dat de motorrijders sneller gaan. Op die vraag bestaat geen eenduidig antwoord, zegt Davide Barana, technisch directeur bij Ducati. “Elk circuit heeft zijn eigen karakteristieken: niet alleen qua bochten en rechte stukken, maar ook de staat van het asfalt”. Bovendien zit er een op elke motor een coureur die natuurlijk een eigen voorkeur heeft, waaraan de motor ook moet voldoen.

Waar dat vroeger allemaal op basis van gevoel gebeurde, heeft Ducati nu de data om gerichte beslissingen te maken. Dat is belangrijk, want zo goed als elk aspect van de motor kan aangepast worden. Van de acceleratie tot de stijfheid van de ophanging of de lengte van de wielbasis: aan elk onderdeel kan gesleuteld worden om de prestaties te verbeteren, en data helpt inzichtelijk te maken hoe dat precies kan.

Mens versus machine

Al wil dat niet zeggen dat de pc steeds het laatste woord heeft. Wanneer we aan het Ducati-team vragen waar er nog de meeste tijdswinst vandaan kan komen, wijzen ze allemaal in de richting van Francesco Bagnaia en Enea Bastianini, hun twee coureurs. Meestal komen zij de pitstop binnen met een bepaald gevoel, zoals dat de achterkant van de motor iets te hard wegglijdt. Dat kan meteen opgelost worden met zachtere banden. De ingenieurs kunnen wijzigingen voorstellen, maar het is altijd aan de coureur of die gemaakt worden of niet. Zien de ingenieurs dat er snelheidswinst geboekt kan worden door de ophanging wat te verlagen, dan hebben ze daar samen met de coureur een gesprek over.

Sinds 2021 is Lenovo titelpartner van Ducati.

Dat loopt niet altijd van een leien dakje. De technisch geschoolde ingenieurs hebben het soms moeilijk om hun bevindingen goed over te brengen naar de coureurs, die geen ingenieursdiploma op zak hebben. Al merkt het team daar wel een verschuiving in. Jongere coureurs zijn steeds meer geïnteresseerd in de data en gaan actief in dialoog met de ingenieurs, op zoek naar meer snelheidswinst.

Eerste plaats

Hoeveel tijdswinst Ducati daardoor kan boeken valt maar moeilijk te kwantificeren: daarvoor zijn er simpelweg te veel variabelen in het spel. Het team streeft continu naar de beste resultaten en data kan daarbij helpen, ook met het oog op volgend jaar. De gegevens die Ducati verzamelt, zijn ook nuttig om de motor voor volgend jaar te ontwerpen. Ook dat wordt trouwens makkelijker gemaakt: in plaats van dure onderdelen te fabriceren en die in de windtunnel te testen, kan dat door de infrastructuur van Lenovo met een simulatie. Dat spaart heel wat tijd en geld, en maakt snellere ontwikkeling mogelijk: waar vroeger meerdere maanden voor nodig waren, kan vandaag op een week tijd.

Duidelijk is vooral dat Lenovo meer doet dan louter sponsoren: het bedrijf wordt gezien als een onmisbaar deel van het team. Lenovo is “een onderdeel van het leven in de paddock en vormt een belangrijk deel van onze dagelijkse activiteiten”, is het volledige team het erover eens. Wat betreft de resultaten: die zijn ook uitstekend. Bagnaia haalde de eerste plek op de TT in Assen, Bastianini werd derde. Sterker nog: de volledige top 5 bestaat uitsluitend uit Ducati-motors. Ducati doet het dus uitstekend, en de technologie van Lenovo blijkt van cruciaal belang voor die uitstekende prestaties.

lenovosport

Gerelateerde artikelen

Volg ons

Gebruik je ecocheques bij Coolblue

Gebruik je ecocheques bij Coolblue

Producten bekijken