Blog

Van de Vlaamse akkers naar het rainforest in Silicon Valley … en terug

Een bezoek aan Silicon Valley geeft een andere kijk op de producten en diensten van Vlaamse bodem.

 
Achter ons ligt de Vlaamse innovatietoer, een weekje Silicon Valley vol inspirerende, leerrijke en verbazingwekkende momenten gevuld met hightech buzzwoorden en “wauw-momenten”. De geest van de Valley – ons meegegeven door onze reisbegeleider Peter Hinssen – is er een van enthousiasme maar tegelijkertijd ook durf. Een omgeving waarin de grootste uitdagingen stap voor stap – niet zelden met zevenmijlslaarzen – worden aangegaan. Een week vol ongeloof bij de vergelijking hoe administraties vaak nog werken en tegelijkertijd met een open mind naar nieuwe innovatieve ecosystemen die heel wat mogelijk maken.
 
The rainforest – naar het boek van Victor Hwang en Greg Horowitt – verklaart heel wat in deze wereld van openbaringen door een vergelijking te maken tussen “plantations” en “rainforests”. Het “bedrijfsmodel” binnen de publieke administraties kan best vergeleken worden met een klassiek landbouwmodel, gericht op het beheersen van complexe systemen met de nodige moderne technologische tools, zodat men met de nodige accuraatheid en precisie de productiviteit procesmatig kan optrekken. Hoe meer controle op het proces, hoe beter de output … in een vergelijking van een gecultiveerd akkerland waarop netjes geploegd, gezaaid en geoogst werd.
 
Als we echter denken aan innovatieve omgevingen komt de grootste productiviteit van omgevingen die niet lijken op akkerland, maar op regenwouden. Een regenwoud functioneert in de natuur zeer moeilijk door de aanwezigheid van rauwe koolstof, stikstof, waterstof en zuurstofatomen. Het gedijt vanwege de manier waarop deze elementen zich mengen met elkaar om nieuwe en onverwachte flora en fauna te creëren. Een regenwoud neemt levenloze energiearme materie en creëert systemen van bloeiend organisch materiaal. Natuurlijke regenwouden bepalen de evolutie van nieuwe en waardevolle soorten niet op voorhand, maar ze bieden de juiste instelling om hun toevallige evolutie te bevorderen.
 
Als we denken aan innovatiesystemen, moeten we niet proberen om individuele innovaties te forceren of ze in oude(re) modellen te gieten, we moeten enkel proberen om het juiste “klimaat” te creëren die dergelijke innovaties toestaan om te ontstaan en gedijen.
 
Zo’n paradigmaverschuiving is niet eenvoudig, omdat het “agrarische model” de meeste productieomgevingen domineert en het belang binnen een bedrijfsomgeving werd aangetoond. In een landbouwmodel trekt men in een maïsveld nog altijd de paardenbloem uit, als een onkruid dat daar niet thuishoort. Zijn we echter klaar voor die paradigmashift?

Zijn publieke administraties te “oubollig” om rond te lopen in Silicon Valley?

“Not at all!” aan het woord was Brian Wong van Kiip.com die ons meteen leert dat het vinden van het momentum waarop een beloning na een prestatie gegeven wordt echt van belang is in een mensenleven. “Everybody who is connected has the same ‘age’ in this world” – zegt de man die niet langer begrijpt dat hij een taxidient moet bellen met een “draad” telefoon als hij bij zijn ouders in Canada op bezoek is.
 
De vaak moeilijke route, weg van onze legacy en zonder in de “greenfield” te blijven hangen, werd door Brian Wilson – die zichzelf de rainmaker noemt – vertaald terwijl hij legacy vergeleek met Hotel California – “you can check out anytime you want, but you can never leave …”. Zijn idee rond snel en agile gebouwde services in een public/private, of zelfs GCloud omgeving, schetsten een bijna atomair vastgelegde aaneenschakeling van services die elk vanuit hun eigen werking zorgen voor een aangepast ecosysteem van geautomatiseerde dienstverlening in de cloud. De klik naar logge systemen die heel wat minder dynamisch zijn, in een alsmaar wijzigend kader zoals een overheid, wordt hier snel gemaakt. Herkenden we daar dan niet het concept van het Antwerp City Platform as a Service en de proeftuinomgevingen binnen VlaVirGem? Snel gebouwde zichzelf verbeterende services.
 
Terwijl de innovatietoer ons zowel de kant van de plantations – meer ten zuiden van San Francisco – als die van de rainforests in de stad zelf liet zien, keken we met belangstelling hoe een lokale overheid zich gedijt in zo’n innovatieve omgeving. Van de bedrijfsomgevingen waar de termen social, mobile, analytics en cloud (SMAC) als mantra’s door de grote gebouwen zweefden, hoorden we bij de smart City of Palo Alto dat het voor hen om data, cultuur en engagement ging. Dit in een werkomgeving waar men de juiste digitale dienstverlening dient neer te zetten. De CIO van de “City of Palo Alto” gaf meteen een voorzet die ons nauw aan het hart lag: de digitale dienstverlening aan de burger en de lokale ondernemer.
 
Niettegenstaande we zo’n 9000 kilometer van onze eigen werkomgeving verwijderd waren, kwamen we in de biotoop van een collega met dezelfde pijnpunten. De vaak moeilijke cultuurwijzigingen (culture change) in publieke administraties en het permanent zoeken naar de juiste mensen met een doorgedreven engagement om dingen echt te veranderen. Concepten kunnen toekomstgericht perfect uitgetekend zijn als deze twee elementen van cultuur en engagement niet stroken met de ambities dan rijd je jezelf vast. Een wijze afsluitende les na een intense week, vol nieuwe ideeën en visies.

Maar wat hebben we dan concreet geleerd?

Net zoals in het rainforest waar de aanwezigheid van zeer diverse rauwe natuurelementen op zich van weinig of geen betekenis zijn, geeft de synthese van al die elementen een ideale biotoop om nieuwe en levensvatbare concepten te laten ontstaan. Dat is de geest van Silicon Valley!
 
Zo’n paradigmashift, waarbij vanuit het atomaire gedacht wordt en het uitsplitsen van totaaloplossingen in bevatbare elementen, vonden we ook terug in het V-ICT-OR project van de Vlaamse Virtuele Gemeente (VlaVirGem). Binnen de beschrijving van de plantations vinden we het aanbieden van een degelijke verbinding en betrouwbare – lees ook veilige – overheidsinfrastructuur met de kerndata die stapsgewijs ter beschikking wordt gesteld in datamodellen. De bijna agriculturele manier waarop connectiviteit, infrastructuur en data ter beschikking dienen gesteld te worden bieden de ideale voedingsbodem voor een rainforest aan vernieuwde technologieën en oplossingen. Nu ervaren we dat dezelfde procedurele verwerking van de informatie (data) wordt verdergezet tot diep in de backend toepassingen (verticals). In een vergelijking is het huidige paradigma zo opgebouwd dat om een boom of plant te laten groeien, men een stuk voedingsbodem geïsoleerd opzet dat louter bestemd is voor zichzelf. Alsof wouden floreren wanneer elke plant in een geïsoleerde pot staat.
 
* Breng iedereen op dezelfde leeftijd! – de woorden van Brian Wong zinderen na. Anders gezegd connecteer de community met elkaar, geef iedereen dezelfde mogelijkheden, zorg voor het netwerk en de bijhorende infrastructuur. Of deze nu goed en zwaar beveiligde omgevingen dienen te bevatten (plantations) of “out of the box” oplossingen, hangt van de omstandigheid en van het soort informatie af, maar niet alles hoeft fort Knox-achtige proporties te hebben.
 
* Maak de data “smart” – Smart cities gebruiken hun data smart. Door de data op een slimme manier open te stellen ontstaat een biotoop voor nieuwe innovatieve ontwikkelingen. Kerndata – of in ambtenarenkringen wel eens de authentieke gegevensbronnen – is per definitie gestandaardiseerd en maakt in vergelijking met andere landen waar dit moeilijker verloopt dat we een stap voor hebben. Het apart en individueel benaderen van de data is echter een cultuurshift die we nog dienen te maken. Al te vaak worden ingewikkelde systemen opgezet om deze data te benaderen of te analyseren. Het openstellen van rauwe data is een beter voedingsbodem voor de aangehaalde paradigmashift. We kijken stapsgewijs uit naar open data projecten vanuit overheden waar meer dan parkeerplaatsen en publieke urinoirs of openingsuren van kantoren en musea worden vrijgegeven. Voorbeelden van project- en budgetinformatie zijn reeds in het buitenland te vinden. De gesprekken rond het openstellen van de financiële gegevens vanuit BBC zou een mooi voorbeeld brengen.
 
Het bundelen en vrijgeven van (big) data geeft de juiste conclusies op beleidsniveau maar levert ook een markt waarop kan gebouwd worden. Snel kan overgegaan worden naar het denken in statussen waarin data zich bevindt en hoeft men minder stil te staan bij procesontleding.
 
* Cloud is there to stay – de voedingsbodem waar infra en data als diensten worden aangeboden en waardoor toegang via om het even welk device mogelijk wordt binnen een door en voor de gemeenschap opgebouwde sociale omgeving is de ware definitie van een cloudomgeving.
 
* Cultuur en engagement – Overheidsorganisaties zoeken nog steeds efficiëntiewinst door meer activiteiten uit te besteden. De natuurlijke response hierop om meer controle via aanbestedingen en contracten met eindeloze lijsten met vereisten en voorwaarden, werkt vaak averechts. De opdrachtgever krijgt binnen dit georganiseerde wantrouwen geen meedenkende partners die hun expertise optimaal inzetten, maar afwachtende, berekenende leveranciers die zo minimaal mogelijke prestaties leveren. “Best value procurement” kan hierbij een cultuur aanreiken waar de agile aanpak en innovatie als voorwaarde worden gesteld.
 
Maar de producten en diensten van overheden – los van de sociaalmaatschappelijke dienstverlening – zijn op zich niks anders dan de producten en diensten die we bijvoorbeeld bij bol.com bestellen. Waar snelheid, transparantie en correcte afhandeling de kwaliteitslabels zijn die worden opgedragen.
 
* Snelle leerplatformen – Bouw agile oplossingen, maak er proeftuinen van en verbeter ze continu – ook in productieomgevingen. Eerder dan lange trajecten van procesautomatisatie op te zetten, kunnen kleine services – agile opgebouwd – vaak tot snelle resultaten leiden. Zo openen snel gebouwde apps met diverse meldingen, zoektochten in de wereld van immobiliën en horecavergunningen, tot en met logge aangifteprocessen binnen overheden, een nieuwe wereld van geconnecteerde dienstverlening (connected services). Een omgeving waar men in transacties denkt en niet in logge procedures, en waarbij participatie van de private sector en de gemeenschap zelf vaak verrassende businessmodellen kunnen meebrengen. Maar net zoals de Coursera-cursussen die kort en efficiënt zijn opgebouwd, kunnen leeromgevingen de betrokkenheid in automatiseringsprojecten verhogen.
 
* Investeer samen in jong talent en laat ze meebouwen aan een nieuwe generatie in een overheid van de toekomst – Bovendien kunnen overheden met de aangehaalde “voedingsbodem” ook jonge inventieve spelers aantrekken en meer start-ups stimuleren via programma’s om aan de slag te gaan in die overheidsbiotoop. Maar ook gevestigde bedrijven dienen geen schrik te hebben om in jong talent te investeren.

Alleen samen redden we het …

Zowat de belangrijkste les is dat we er niet alleen voor staan. In de rainforest van Silicon Valley groeien samenwerkingsverbanden bijna organisch. Vanuit een publiek-publiek, maar zeker ook vanuit een privaat-publiek denkraam kan men ook een Flemish Valley doen ontstaan. Bewijs dat heel wat Vlaamse ondernemers zich met kracht in de Valley kunnen neerzetten betekent voor mij dat het kan. De wil en de ingrediënten zijn er.
 
Is onze Vlaamse bodem ook bereid om tussen zijn akkers en maïsvelden, ook een rainforest van innovatie te doen ontstaan?

blogsbusinessRainforestsilicon valleyv-ict-orVlaVirGem

Gerelateerde artikelen

Volg ons

Gebruik je ecocheques bij Coolblue

Gebruik je ecocheques bij Coolblue

Producten bekijken