We zijn onvoldoende entrepeneur

Martin Hinoul, business development manager voor de regio Leuven aan de KULeuven, had het begin september druk. Hij was beroepshalve aanwezig op de opening van een nieuw gebouw van het incubatiecentrum ‘Technologiehuis’ in Geel en van Option uit Leuven. Betekent dit dat het goed gaat met innovatie in Vlaanderen? IT Professional vroeg het hem.
IT Professional: Hoe is Vlaanderen bezig op het gebied van IT-innovatie?
Martin Hinoul (KULeuven): In mijn ogen is Vlaanderen goed bezig. Een merkwaardige verbetering is volgens mij dat we nu al anderhalf jaar het breedbandinstituut IBBT hebben. In het IBBT laat je nu voor het eerst in Vlaanderen alle instituten en bedrijven samenwerken. Innoveren is vandaag zo complex dat je multidisciplinair tewerk moet gaan. Dat is in Vlaanderen aan het gebeuren, dus ik voel mij vandaag op mijn gemak.
We hebben goede ervaringen uitgebouwd met IMEC, een interuniversitair centrum met heel wat kennis in het micro- en nanogebeuren. Vergeet ook niet dat we schitterende bedrijven hebben: de oude generatie zoals Alcatel en Siemens, maar ook jonge, nieuwe bedrijven die bezig zijn in het ICT-gebeuren. Ik ben vrij positief.
Kunnen we nog beter?
Je kan altijd nog beter. Wat kan de overheid doen om IT-innovatie aan te zwengelen?
Er wordt vrij veel geld gegeven aan research and development (R&D), maar men moet nog iets meer geld willen steken in het stadium erna. Iemand die veel kennis heeft opgedaan aan universiteiten en scholen staat na zijn opleiding toch nog een beetje in de kou. Hij is misschien ondernemer, maar hij heeft onvoldoende middelen, te weinig risicokapitaal. Dat is geen Vlaams maar een Europees fenomeen. Google daarentegen, dat waren ook maar twee studenten van Stanford, maar zij hebben pakken risicokapitaal gevonden om een zoekrobot te maken. En ze zijn later naar de Nasdaq-beurs gegaan om twee miljard op te halen.
We doen goed onderzoek, we hebben knappe mensen, daar is geen discussie over. Wat moet je nu doen? Nu moet je proberen daar bedrijven van te maken die groeien. Ga eens terug in de geschiedenis, vroeger kon dat: Philips, Gevaert en Alcatel. Vandaag slagen we er niet goed in om bedrijven op te richten die miljarden omzetten. Amerikanen slagen daar wel goed in.
Ligt daar geen verantwoordelijkheid bij de ondernemers zelf?
De vraag is: Zijn wij voldoende entrepreneur? Antwoord: Neen. De reden ligt in het verleden. In de golden sixties kwamen veel grote Amerikaanse bedrijven naar hier: General Motor, Ford, Chiquita, ook veel Duitse bedrijven. We zijn daar gaan werken, onze vrouwen zijn daar ook gaan werken. Als tweeverdieners hebben we welvaart opgebouwd. We hadden een perfecte opleiding, waren hardwerkend en toegewijd. We hebben in die bedrijven schitterend werk gedaan. Daardoor is er ergens een klik gekomen in onze geesten, dat we niet echt entrepreneur zijn geworden zoals vroeger.
Dus je mist ondernemers. In de Verenigde Staten was er altijd de mentaliteit van ervoor te gaan. Zij hebben van onze kant geen bedrijven zien komen. Wij daarentegen zijn zo gewoon van in een bedrijf te gaan werken, dat we er zelf geen starten.
Helpen fondsen zoals ARKimedes?
ARKimedes is een uitstekend fonds. Het is zelfs nodig. Moest de financiële wereld doen wat ze zou moeten doen, was ARKimedes niet nodig. Het is zelfs te betreuren dat een overheid dit moet doen. Maar het is nu zo. Het is een instrument dat de overheid heeft om de entrepreneur uit zijn krammen te halen.
ARKimedes is dus nodig, maar is het toereikend?
Op dit ogenblik heeft ARKimedes wel te weinig projecten, naar ik hoor. Maar ik denk dat de reden ligt in de onbekendheid ervan. Misschien is daar nog een drempel; de ondernemer moet eerst ARKimedes leren kennen en bereid zijn om zich door de procedure te werken. Ik denk dat hij wat schrik heeft. Als jij een ondernemer bent, moet je niks van die paperassen. Maar toch is dat deel van je opdracht. Als je geld wil krijgen, moet je ook een inspanning doen.
In het Marshallplan voor Wallonië zit geen IT. Wat is het gevolg daarvan voor Wallonië?
Ik ben niet overtuigd dat Wallonië zo ver is als Vlaanderen en daar bedoel ik niets negatiefs mee. Vlaanderen is vlugger moeten gaan. Wallonië heeft langer kunnen leven van de klassieke industrieën zoals steenkool en staal. Daardoor hebben ze nu een achterstand. Om zo’n achterstand in te halen, heb je tientallen jaren nodig. Ik denk dat het Marshallplan daar wat problemen zal hebben. Je kan je bevolking niet omswitchen met een plan. Daar is veel meer voor nodig. Wat moet er dan gebeuren? Er moet een bewustzijn, een awareness komen. En dat vraagt tijd. Ik vrees dus dat ze meer tijd zullen nodig hebben dan ze denken.
Wordt er voldoende R&D naar België getrokken?
Wat betreft R&D is er een verschuiving merkbaar van IT naar biotech. De biotech is dus een serieuze concurrent voor overheidssteun. Ik denk dat de prioriteit meer bij life science komt te liggen. Beschouw dat maar als een gegeven. Heeft Vlaanderen voldoende talent?
Als ik naar IT-bedrijven kijk, merk ik een tekort aan goede mensen. We zouden veel meer kunnen groeien, maar er is een tekort aan opgeleide mensen in alle mogelijke profielen. Dat heeft te maken met de dotcomcrisis. Nu heeft die dotcomcrisis niet te maken met technologie. Er was iets mis met de businessplannen. Dus ik denk dat er een groep mensen niet meer bereid is in de IT te werken. IT is niet meer zo glamoureus en het kan vier tot vijf jaar duren voor dat weer oppikt. Een ingenieur opleiden kost tijd. Je kan die niet klonen.
Moeten we buitenlands talent aantrekken?
Alle regio’s die het goed doen, trekken buitenlands talent aan. Een regio als Vlaanderen kan het niet alleen. De bodem is goed, maar je hebt extra talent nodig. Kijk naar Silicon Valley, die is half Indisch en Chinees. Die buitenlanders durven dan ook nog eens bedrijven opzetten. Dat hebben we nog niet gezien in Vlaanderen.
Vandaag is talent in overvloed beschikbaar. Iedereen op de wereld is beweeglijker geworden. Nu ligt niemand er nog van wakker om aan de andere kant van de wereld te gaan werken. Welke extra inspanning zou de IT kunnen doen? De kritische massa moet vergroten. Daarna gebeurt alles vanzelf. Bekijk de kritische massa in Finland. Eerst hebben ze genoten van het Nokia-effect, maar daarna hebben ze de sector verder uitgewerkt. Nu heeft Finland een grote kritische massa en zijn ze zelfs in staat volk aan te trekken in zo’n noordelijk klimaat. Talent trekt talent aan. Kijk naar Silicon Valley. Er staan dagelijks 500 mensen aan de deur van Google of Apple om er te mogen werken. Je moet dus zichtbaar worden op de wereldkaart.
Kan Vlaanderen op wereldvlak opvallen?
Ja, in Leuven zijn we aan het denken over de driehoek Leuven- Eindhoven-Aken. Als je kijkt naar de as Leuven-Eindhoven, daar kan je wonderen doen. Er kunnen synergieën komen van alles wat er op die as ligt: Philips-ervaring in Eindhoven en Leuven met traditie en IMEC. Als je die complementariteit uitwerkt, dan heb je een as op wereldschaal. De complementariteit houdt ook in dat je kennis nog beter valoriseert en commercialiseert. Dat doen we nog onvoldoende, maar er is een bewustwordingsproces nodig. En daar heeft iedereen een rol in te spelen. Te beginnen met de educatie.












