Ook vzw’s mogen niet spammen

In het vorige nummer gingen we nader in op de wettelijke regels omtrent ongewenste reclame. Daarbij werd aangestipt dat spam enkel betrekking heeft op reclame. Dat wordt volgens de Belgische wet gedefinieerd als elke vorm van communicatie die bestemd is voor het promoten van de goederen, diensten of het imago van een onderneming, organisatie of persoon. Die laatste moet dan wel een commerciële, industriële of ambachtelijke activiteit of een gereglementeerd beroep uitoefenen.
Maar de activiteiten van sommige organisaties vallen niet onder het toepassingsgebied van de definitie, zodat die organisaties de anti-spamregels niet moeten volgen. Spam kan bijvoorbeeld verstuurd worden door personen die hoegenaamd geen commerciele doelen nastreven, maar politieke of ideologische boodschappen willen overbrengen. Kunnen zo’n organisaties of personen dan zonder beperking spammen?
Het antwoord op die vraag moet genuanceerd te worden. Vzw’s en verenigingen kunnen namelijk wel degelijk commerciële activiteiten organiseren, zoals bijvoorbeeld het organiseren van een fuif of de verkoop van wafels. Hoewel we er van uitgaan dat zij niet de miljoenen e-mails zullen verzenden die kenmerkend zijn voor typische spammers, is de spamwetgeving in zulke gevallen zeker van toepassing, ook al wekken de organisaties een zekere sympathie op.
Moeilijker wordt het bij politieke en ideologische boodschappen, of wanneer een vzw ongevraagde berichten verstuurt voor onvervalste nietcommerciële activiteiten, zoals bijvoorbeeld een geldinzamelingsactie na een ramp. In dergelijke gevallen zal de spamwetgeving op zich niet spelen. Maar dat wil niet zeggen dat zij zonder meer massaal ongevraagde e-mails of SMS’jes mogen versturen. Want al is de Belgische spamwetgeving niet van toepassing, de wetgeving van de buurlanden kan dat wél zijn. Op Europees vlak werd gepoogd om een zo uniform mogelijke regeling te voorzien, maar enkel de basisprincipes zijn gelijk in elke Europese lidstaat. Het gevolg is dat bijvoorbeeld de Nederlandse wetgeving uitdrukkelijk vermeldt dat ‘ideële of charitatieve doeleinden’ ook onder het begrip spam vallen. Als de e-mails of SMS’jes dus in Nederland terechtkomen, kan daar alsnog vervolgd worden.
Bovendien is de algemene privacywet altijd van toepassing. Volgens de Belgische privacywet zijn de meeste e-mailadressen een persoonsgegeven, zodat zij enkel onder bepaalde omstandigheden mogen worden verwerkt. Als de vzw niet de uitdrukkelijke toestemming van de geadresseerden heeft gekregen, mag zij de e-mailadressen enkel verwerken als het versturen van de berichtjes noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigd belang van de verzender. Daarenboven mag dat enkel gebeuren als de fundamentele rechten en vrijheden van de geadresseerde niet zwaarder doorwegen. Een rechter zal dit zeker niet in alle gevallen aanvaarden, vooral niet als het om politieke of kwetsende boodschappen gaat.
De Belgische Privacycommissie heeft zich al negatief uitgesproken over ongevraagde politieke berichten via e-mail en SMS. De Privacycommissie merkte daarbij op dat voldaan moest worden aan het zogenaamde finaliteitsbeginsel. Dat stelt dat persoonsgegevens niet mogen worden gebruikt voor doeleinden die onverenigbaar zijn met de doeleinden waarvoor zij oorspronkelijk werden verzameld. E-mailadressen die van allerhande nieuwsgroepen of websites worden geplukt of telefoonnummers die uit een openbaar telefoonboek worden gekopieerd, mogen dus niet gebruikt worden voor spamming.
Hoewel we ons dus in een schemerzone van het recht bevinden, houdt het risico’s in om ongevraagde elektronische communicatie van welke aard dan ook te verzenden. Oók als dat met de beste bedoelingen wordt gedaan.
Patrick Van Eecke is advocaat gespecialiseerd in IT-recht bij DLA Piper. Hij doceert tevens IT-recht aan Queen Mary University, London en aan de Universiteit Antwerpen.











