Paradoxen van de mondialisering III

 

De vorige twee columns schopten al tegen volgende heilige huisjes: België als topexportland, het voordeel van onze centrale ligging, multinationals lokken, logistiek als groeipool, octrooien, wereldvreemde vakbonden, diplomafetisjisme en mondialisering als bron van alle onheil. Nu iets over humanioraopleidingen, wetenschap en technologie met zachte accenten, Afrikaans ondernemerschap, IKZ en subsidies.

Hoe kan een burger van de 21ste eeuw zich nog humanist noemen zonder degelijke inzichten in technologie? Ik wil hier even een pleidooi houden voor een verplichte opleiding in technologie -een halve dag per week- voor alle leerlingen van de eerste twee jaar secundair onderwijs, in goed uitgeruste labs, gegeven door gepassioneerde technische leerkrachten. Een toekomstige klassieke filoloog zal geen minder goede leerkracht Latijn zijn als hij tijdens de eerste graad van het secundair geen Latijn geleerd heeft. Een toekomstige tandarts zal geen minder goede tandarts zijn als hij op 12-13 jarige leeftijd heeft leren werken met elektrische schakelingen.

En waarom geen bachelor Wetenschap en Technologie met ‘zachte’ accenten inrichten? Een richting W&T-plus met minder ‘harde’ vakken. Zo’n richting zal meer meisjes, allochtonen en sociaal geëngageerde jongens aantrekken, om samen met de massa Aziatische harde W&T-ers de wereldeconomie een boost te geven, om samen jobs te creëren ginder en hier, om samen de armoede in de derde wereld in te dijken. En waarom ook niet nu al samenwerkingsverbanden smeden met Afrikaanse ondernemers? Steeds meer stemmen stellen dat het gebrek aan ondernemerschap in Afrika eerder te wijten is aan structurele oorzaken dan aan een mentaliteit van ‘laisser- aller’.

Het zijn Westerse ondernemers en politici geweest die Afrikaanse leiders corruptie hebben bijgebracht en het zijn de Westerse landbouwsubsidies die Burkinese rijst op de eigen markt onverkoopbaar houden. Senegalese kranten meldden op 15 maart dat Europese consultants West-Afrikaanse ondernemers – met Europese subsidies – de basisprincipes van integrale kwaliteitszorg gaan bijbrengen, op een ogenblik dat het Westen beseft dat snelheid en innovatie belangrijker geworden zijn en dat IKZ te dikwijls geleid heeft tot de installatie van een nieuwe bureaucratie die vernieuwing in de kiem smoorde.

Dan ook nog de algemeen aanvaarde waarheid dat de overheid met meer O&O subsidies over de brug moet komen. Inderdaad, meer vooruitstrevende landen investeren 3% in O&O. Het zijn echter de privé-ondernemingen die twee procentpunten van dit cijfer voor zich nemen. De overheid investeert er ook – net als in België – ‘slechts’ 1% in O&O. De directe opvolgers van Bill & Dave Hewlett-Packard hebben mij dit indertijd bijgebracht: ‘Als de prijszetting van je nieuwe product geen 11% O&O kan dragen, Karel, dan is er iets mis mee. Dan beginnen we er beter niet aan.’

Zo belanden wij bij het uitgangspunt van de eerste column over Paradoxen van de mondialisering: ondernemingen, en ICT-bedrijven in het bijzonder, zien maatschappelijke veranderingen het eerst. Iedereen kan leren uit hun ervaringen. De ICT-sector zit in een vooruitgeschoven positie, lag aan de basis van de informatiemaatschappij en was ook het eerste slachtoffer van de productiviteitsgroei die mogelijk werd gemaakt door de invoering van ICT. Dat is een belangrijke stelling van het boekje ‘De toekomst is mooi maar anders. Waarom wereldburgers winnen’ (publicatie 19 april). De eerste 1000 inschrijvers krijgen dit boekje gratis thuis gestuurd via www.eentoekomstvooruwkinderen.be.

Karel Uyttendaele geeft advies over alle aspecten van de mondialisering en was voordien directeur bij Agoria en bij HP en kabinetschef van de Staatssecretaris voor Informatisering

blogbusinessitprofessional

Gerelateerde artikelen

Volg ons

Bekijk de huidige aanbiedingen bij Coolblue

Bekijk de huidige aanbiedingen bij Coolblue

👉 Bekijk alle deals