"Wij waren de eersten die geloofden dat authentication een markt is."

De naam Vasco is hier te lande minder bekend dan, pakweg, Option. Maar de Digipass, het sterproduct van het Wemmelse bedrijf, kent vrijwel iedereen. 750 banken wereldwijd gebruiken dit Belgische product.

Die Digipass heeft ondertussen vele verschijningsvormen, onder meer als een stukje software op een gsm of PDA. Maar het blijft ook in de nabije toekomst het kernproduct van Vasco, vertelt president en COO Jan Valcke (52). Samen met IT Professional blikt hij terug op de afgelopen tien jaar, en blikt vooruit op de toekomst. Die toekomst ziet er veelbelovend uit. Voor zijn eerste kwartaal rapporteerde Vasco Data Security International een omzet van 26,4 miljoen dollar, bijna het dubbel van een jaar eerder. De winst verviervoudigde tot 5,0 miljoen. Tijdens het kwartaal werden 94 banken klant.

IT Professional: In 1996 werd Digiline voor 8,2 miljoen overgenomen door het Amerikaanse Vasco. Als ik de jongste kwartaalresultaten bekijk, dan was dat een koopje?
Jan Valcke: Je moet dat zien in het perspectief van zijn tijd. Digiline was in die tijd al een snel groeiend bedrijf. Maar een bedrijf bestaat uit vier elementen: het personeel, de producten, de markten en het geld. In 95-96 was geld niet zo vlot beschikbaar als nu. Wij waren toen grotendeels een hardwarebedrijf, en hardware betekent productie. En voor een klein bedrijf betekent dat: op voorhand betalen. En hoe meer je groeit, hoe meer cashproblemen je krijgt. Dus het zoeken naar externe bronnen van geld was op dat moment een must geworden. Er was enkel de grote Brusselse beurs om aan kapitaal te geraken. Het toeval wil dat we op de Cebit beurs met Vasco in contact zijn gekomen.

Onlangs is het hoofdkwartier naar Genève verhuisd. Is Vasco toch nog een beetje een Belgisch bedrijf?
Het is voornamelijk een Belgisch bedrijf, denk ik. Vier jaar geleden is het management veranderd, en toen is in feite alles terug naar België gehaald. Buiten de financiën, want we zijn een beursgenoteerd bedrijf. We hebben de corporate headquarters in Chicago waar vooral accounting zit, en waar men naar de fund managers en de analisten stapt. Maar de operationele beslissingen worden hier genomen.

Nu, de laatste twee-drie jaar zijn de belastingen enorm omhoog geschoten. Wij moeten werken in een heel competitieve markt waar andere bedrijven veel minder belastingen betalen en waar we moeten groeien met acquisities en dus cash nodig hebben. Dus een verplaatsing van het financieel hoofdkwartier naar een belastingvriendelijker land was meer en meer noodzakelijk geworden om te kunnen doorgroeien. Er is gekozen voor Zwitserland omdat je daar ook een locale markt kunt bewerken. Hier in België verandert er niets, de mensen zijn er en blijven er, er staan alleen al voor België twintig posities open.

U zegt dat Vasco in de eerste plaats een softwarebedrijf is geworden. Waarom nam u dan het Mechelse Able over, uiteindelijk een fabrikant van firewalls?
Wij zien onze vestiging in Mechelen, Able, evolueren naar authentication services. Wij zijn een authentication company. Wij waren de eersten die geloofden dat authentication een markt op zichzelf is. Denk aan de miljarden paswoorden die je vandaag nodig hebt om aan allerlei toepassingen te geraken, je frequent flyer miles of spelletjes.

De huidige technologie van authenticatie is in totale gebruikskost te duur voor veel toepassingen. Als je maar één keer per twee maand naar je frequent flyer programma gaat kijken, dan doe je dat niet met een hardware digipass. Daar willen we naar een servicemodel voor meerdere toepassingen. We zullen die service per gebruiker per jaar en per toepassing verkopen aan de aanbieders van die toepassingen. Het platform kan uw gsm zijn bijvoorbeeld, daar bestaat een software Digipass voor. Dat was de hoofdbedoeling van de overname van Able: om in de toekomst authenticatieproducten op een servicemodel te gaan stoelen. Nu, dat is nog een beetje toekomstmuziek.

Ondertussen brengt Able ons eerst en vooral de technologie bij van applicaties. Die hebben we nodig om onze authenticatiesoftware op applicaties te brengen, want daar is vraag naar. En we hebben nu een netwerk van resellers in 110 landen voor netwerkbeveiliging.

U ziet Vasco evolueren naar leverancier van authenicatiediensten?
Wel wij zien ons in de eerste plaats als een authenication service product company. Dus wij willen de producten hebben die anderen gaan toelaten – bijvoorbeeld een Verisign, of een telecomoperator – om zo’n business op te starten. Nu, ik denk dat Vasco heel goed gepositioneerd is. De eerste Digipass die op de markt kwam, die kon al gebruikt worden voor tien verschillende toepassingen, met in het achterhoofd: een Belg heeft twee of drie rekeningen, maar hij zal maar één Digipass nodig hebben. Dat is niet gelukt op de markt. Maar dat federated model, dat servicemodel, daar zijn we dus al lang mee bezig.

RSA, uw meest rechtstreekse concurrent, maakt nu deel uit van EMC. Is Vasco op zijn eentje groot genoeg om mee te kunnen in deze markt?
Wij hebben eerst en vooral het voordeel dat wij heel nichegericht zijn. Wij staan op en wij gaan slapen met authenticatie. Als Belgen zeggen we dat misschien te weinig, maar we zijn daarmee nummer één van de wereld geworden. Wij verkopen meer authenticatielicenties dan RSA. Er kan een consolidatie komen voor Vasco, als beursgenoteerd bedrijf.

Maar dat is niet de wens van het management, wij gaan verder met onze eigen groei, organisch en via acquisities. We zijn een ideale partner voor banken, telecomoperators en zo verder. Wij geloven dat wij als onafhankelijk bedrijf kunnen blijven werken, zo lang wij ons niet te veel laten verleiden door zaken die ons de focus doen verliezen.

Zal eID in ons land alle andere authenticatieproducten vervangen, met de Federale overheid als authenticatiebedijf?
Wel, laat mij eerst zeggen als burger van Europa, dat ik het jammer vind dat men er geen Europees project van heeft gemaakt. Ieder land heeft weer zijn eigen ideeën. Als fabrikant ben ik daar gelukkig mee, want niets is erger voor een fabrikant dan in een commoditymarkt te zitten waar men op een dag de concurrentie van een Chinese fabriek kan krijgen. Nu, de technologie die gekozen is, en die elders ook gekozen wordt, is de PKI (Public Key Infrastructure). Die biedt een zeer hoge vorm van veiligheid, maar het uitrollen is zeer zwaar en zeer duur. Terwijl het voor de consument juist gemakkelijk te gebruiken moet zijn.

Dus de vraag is altijd geweest: die software die de mensen op hun pc zullen moeten hebben, wie gaat die uitrollen en wie gaat die onderhouden? De banken hebben duidelijk gezegd: nee, wij doen dat niet. Er moeten ook meer dan een miljoen (eID) lezers verdeeld worden. Zelfs al hebben maar tien procent van de mensen daar moeite mee, dan is het nog een hel voor de helpdesk van een bank. Ten tweede: vroeger was er een minister die e-government als enige verantwoordelijkheid had, maar die heeft andere verantwoordelijkheden gekregen. Ik denk dat het sindsdien eerder wat achteruit dan vooruit is gegaan.

Ten derde, bij bedrijven is er het probleem dat een bediende zijn eigen identiteit zou moeten gaan gebruiken om handelingen te stellen voor zijn baas. Het zal vele jaren duren alvorens men de eerste grote commerciële toepassingen ziet. En de overheid werkt zichzelf tegen: als men zijn BTW-formulier mag invullen met een wachtwoord of een eID-kaart, dan kiest iedereen voor dat wachtwoord.

Straks begint het Lernout&Hauspie proces. De ineenstorting van L&H gaf de Belgische IT-sector in 2000 een enorme opdoffer. Hoe ziet u de erfenis van die affaire?
Och, in het begin hebben zulke zaken een zeker effect op het imago van een land, maar ik denk dat dat effect voorbij is. Er zijn zodanig veel schandalen geweest in de wereld. L&H is daar eentje van en zeker niet de grootste. Het is enkel jammer dat het zo lang duurt in België. In Amerika zijn die processen al lang afgelopen, hier moet het nog beginnen.

Ten tweede, België heeft heel sterke troeven op het vlak van technologie en specifiek van IT. Omdat het een heel competitieve markt is. Dat betekent dat de bedrijven die het in hun thuisland willen waarmaken, heel goed moeten zijn. Alvorens ze kunnen gaan exporteren. Maar dat is meteen de zwakte: er zijn toch zo weinig bedrijven die erin slagen om hun technologie te exporteren. Misschien kijkt men te veel naar zijn thuisland, misschien moet er wat opvoeding gebeuren. Maar als je kijkt naar de mensen, de opleiding, de ingenieurs die hier afgeleverd worden zijn van hoge kwaliteit. Het ondernemerschap, dat beginnen we een beetje te verliezen. Ik weet niet juist waarom, maar ik stel het toch vast.

De regio’s hebben initiatieven om innovatie te stimuleren, en dan onder meer op IT-vlak. Hoe bekijkt u dat?
Och, ik sta daar niet weigerachtig tegenover. Maar Vasco doet daar eigenlijk niet echt aan mee. Wij hebben onze targets, onze objectieven. Nu, wij zullen ook geen subsidie laten liggen. Maar ik denk dat te veel bedrijven zich laten verleiden om een zijstap te zetten omdat er ergens een potje beschikbaar is.

Wat zou België meer kunnen doen om te zorgen voor een gezondere, meer exportgerichte IT-industrie?
Ik denk persoonlijk dat een overheid niet te veel moet doen om bedrijven te stimuleren. Niet te veel subsidies geven, omdat dat de creativiteit, het entrepreneurschap toch een beetje doodt. Men organiseert dan een grote reis, en ik ben daar niet tegen, maar wij gaan niet wachten tot in oktober omdat dan een reis naar Brazilië is voorzien. Het oud zeer is dat de bedrijven worstelen met de loonkost, waardoor ze niet genoeg mensen kunnen aannemen om zelf de exporttoer op te gaan. Je krijgt dan die subsidietjes, maar dat is zo opportunistisch. Verlaag de personeelskosten en wij doen het zelf. Ten tweede, wat een overheid wél kan doen is een imago opbouwen in het buitenland. En dat gebeurt veel te weinig. Dat heeft waarschijnlijk te maken met ons federalisme.

De ambassades zijn Belgisch maar daar zitten Vlaamse, Waalse, Brusselse vertegenwoordigers. Die mensen doen hun best maar ze moeten roeien met de riemen die ze hebben. Als wij gecontacteerd wordt door vertegenwoordigers van andere landen, die zijn toch beter georganiseerd of hebben toch zeker middelen. Nu, ik wil daar wel aan toevoegen: de meeste mensen die voor Export Vlaanderen werken zijn goeie mensen, en de meeste ambassadeurs hebben genoeg feeling voor de industrie. Twee weken geleden hebben wij de Belgische ambassade in Rusland mogen gebruiken voor een banking seminarie. Er is zeker goede wil.

blogbusinessitprofessional

Gerelateerde artikelen

Volg ons

Bekijk de huidige aanbiedingen bij Coolblue

Bekijk de huidige aanbiedingen bij Coolblue

👉 Bekijk alle deals