Interview met Kris Poté (Capgemini) over hybride werken: “Uitgaan van het vertrouwen in elkaar”
In zijn hoedanigheid is hij verantwoordelijk voor “influencer relations & thought leadership” bij de Belgische tak van het consultancybedrijf, dat wereldwijd 220.000 werknemers in dienst heeft, waarvan 2.200 in ons land.
Kan je ons wat meer vertellen over de unieke visie op hybride werken bij Capgemini?
“Bij ons is het heel simpel: er zijn drie grote principes die gelden”, steekt Poté van wal. “Om te beginnen hebben onze werknemers zelf de keuze om tussen een vork van 30 en 70 procent van thuis of op kantoor te werken. En die verhouding vullen ze zelf in. Het is niet 50-50 zoals bij sommige bedrijven of 75-25. Daarnaast kiest de medewerker de verhouding zelf, zolang hij dus maar minstens 30 procent van de tijd op kantoor is. Een manager kan er niet in tussenkomen. En ten slotte blijft alles natuurlijk gefocust op de klant. Die moet akkoord gaan en de meesten zijn dat ook. Er moet enige coördinatie zijn met de manager en het team waar je op dat moment in werkt, dat is allemaal logisch, maar dat moet blijken uit het resultaat. Het is een resultaatgebonden hybride werken”, luidt het.
Waarin verschilt jullie methode van die van andere grote bedrijven?
“Wel, er zijn bedrijven die oproepen om zoveel mogelijk naar kantoor te komen, omwille van het sociaal contact of controle. Het is makkelijker om te zien of de mensen werken als ze bij je zitten. Maar Capgemini is altijd een bedrijf geweest waar men uitgaat van het vertrouwen in elkaar. Trust is een van onze kernwaarden. Het was binnen Capgemini dus logisch dat we voor dat hybride werken gingen kiezen én dat de medewerker daar zelf kan over beslissen. Dat de manager daar geen zeggenschap in heeft, is iets dat ik in heel weinig bedrijven zie. Ook de mogelijkheid om tot 70 procent van thuis uit te werken, is vrij uniek. Nu, in de IT-sector merk ik wel dat de meeste IT-bedrijven voor hybride werken kiezen, dus in die zin is dat niet zo erg verschillend van hoe we het bij Capgemini doen. Weet dat we ook vóór de coronacrisis al een protocol voorzien hadden dat het mogelijk maakte om twee dagen per week thuis te werken. De mogelijkheid tot hybride werken bestond al, maar werd nog niet veel toegepast. Die onderliggende structuur hebben we nu wel verder kunnen uitbouwen. De 30-70-verhouding en het feit dat onze werknemers zelf kunnen kiezen, staat in een addendum bij onze arbeidscontracten. Dus dat is ook nog een zekerheid voor de mensen om hun werk op de meest comfortabele manier te kunnen doen”, weet de Vice President.
Maar er zijn bij hybride werken wellicht ook wel valkuilen?
“De situatie zal sowieso blijven evolueren. Ook hybride werken heeft zijn positieve en negatieve punten. Het is aan het management om ervoor te zorgen dat de werknemer zich op termijn niet gaat verstoppen of zegt van: ‘Ja, maar ik ben toch veel productiever van thuis uit’. Het persoonlijk contact moet er zijn. Als bedrijf ben je toch nog een beetje familie en het is niet gewoon: ‘we do business’. Nee, we zijn met technologie bezig, maar die wordt beheerd door mensen. Waar er mensen zijn, wordt er ‘gemenst’: je moet nog wel eens elkaar zien en fun is ook een van onze waarden. Ja, op je eentje fun hebben is toch zeer relatief. Het is beter om in groep samen te komen, een wedstrijdje zaalvoetbal te spelen of samen in de kantine te lunchen. Het kan de teamspirit (ook een kernwaarde van Capgemini) alleen maar ten goede komen”, weet Poté.
Het Belgische hoofdkantoor verhuist dit jaar naar een nieuwe locatie?
Klopt. We zijn momenteel nog gelegen aan de Rijksweg in Diegem die naar de luchthaven leidt. In de loop van het jaar verhuizen we naar de overkant, naar een gebouw dat veel meer sustainable is. Alle collega’s van Capgemini België komen daar samen. Nu hebben we ook nog kantoren in Sint-Pieters-Woluwe, waar onze mensen van Capgemini Engineering zitten. Die verhuizen dan ook mee naar het nieuwe gebouw. Het volgend jaar zal vooral in het teken van duurzaamheid staan. Ons nieuwe gebouw voldoet aan de hoogste ecologische normen.”
Wat brengt 2023 verder nog voor Capgemini?
“We zullen waarschijnlijk net zoals vorig jaar met dubbele cijfers groeien. Naar Belgische normen zijn we al een uit de kluiten gewassen bedrijf. We zijn geen KMO meer. We spreken altijd over sustainable growth. En in onze sector weten we ook dat we moeten blijven groeien. Daarom willen we dit jaar graag 300 mensen aanwerven. We zoeken ongeveer 150 ervaren IT’ers en consultants. Daarnaast hebben we nog plaats voor 150 young professionals. Dat zijn IT-profielen die net van school komen en die wij onboarden. Vervolgens geven we hen een jaar de ruimte om te kiezen welke richting ze uit willen. Werken ze liever in een bancaire omgeving of misschien liever bij een overheid? Het kan bij Capgemini natuurlijk allemaal. We werven soms ook atypische profielen aan. Ik herinner mij dat we twee of drie jaar geleden een verpleegster hebben aangeworven. Ik zei toen tegen haar dat ik dat een goed idee vond, omdat ze het gewoon was voor patiënten te zorgen. Wij willen ook echt wel zorgen – “to care” – voor onze klanten”, besluit Poté.