Interview

Jorrit Heidbuchel (Ellio): “Speedpedelec moet meer zijn dan som van losse onderdelen”

Ellio
© Intuedrive/Ellio
Ellio is de merknaam van het Belgische IntuEdrive, met ingenieurs Tomas Keppens en Jorrit Heidbuchel aan het stuur. Door hun ervaring in de automobielsector en een unieke visie bekijken zij de markt van de speedpedelecs door een andere bril. Wij hadden een goed gesprek met Jorrit Heidbuchel, CEO en een van de oprichters van Ellio.

Kan je de visie van Ellio op het e-bikelandschap even toelichten?

“Zeker. In de moderne wereld worden manieren om je ecologisch te verplaatsen belangrijker”, steekt Heidbuchel van wal. “Mensen krijgen ook meer aandacht voor hun gezondheid. En de fiets is een fantastische oplossing om die twee met elkaar te verzoenen. We leven in een wereld waarin je continu berichtjes binnen krijgt en met van alles bezig bent. Ook als je veel stilzit, is fietsen een geweldig me-time-moment waarin je ook wat beweegt. Onze visie was altijd dat we een fiets wilden maken met de voordelen van een auto: die wat sneller rijdt, veiliger is, maar ook robuust en waar je altijd op kan rekenen voor je persoonlijke mobiliteit. Het moet een echt alternatief kunnen zijn voor de wagen.”

We zijn altijd aanspreekbaar als merk. Iedereen die een Ellio heeft, kan een beroep doen op onze service aan huis. Als je bij een concurrent een fiets koopt, dan kan je dat merk onmogelijk rechtstreeks bereiken. Je moet dan naar de fietsenmaker waar je de fiets gekocht hebt. Maar die heeft vaak 20 merken in portefeuille en heeft daardoor geen exclusieve relatie met de fabrikant, zoals een autoconstructeur dat wel heeft. Bij ons wordt iedereen die een Ellio koopt aangemoedigd om rechtstreeks met ons in contact te komen, ook al heeft die de fiets gekocht bij een onafhankelijke verdeler. Op die manier vullen we de brede vakkennis van de fietsenmaker aan met onze gespecialiseerde expertise. We houden onze klanten graag dichtbij.”

Waarin verschilt jullie aanpak technisch van de concurrentie?

“De concurrentie wilde de vertrouwde fiets eerst elektrificeren en die motor nadien nog wat opschroeven of de batterij groter maken om er een speedpedelec van te maken. Maar je botst dan wel op grenzen omdat de technologie niet echt meegegroeid is met de usecase”, merkt Heidbuchel op. “Zeker bij speedpedelecs zie je dat het een probleem wordt dat wanneer er zoveel vermogen op die klassieke fietscomponenten komt, ze sneller stuk gaan. Daarnaast gaat de veiligheid achteruit en voelen mensen zich ook niet meer zo veilig op de fiets. Zij beseffen ook dat ze op een fiets met klassieke onderdelen rijden, die wel 45 km per uur gaat. En dat klopt niet helemaal. Daarom willen we een speedpedelec echt zien als een nieuw type voertuig. Het moet aanvoelen als een fiets, je het fietsgevoel geven, maar je mag het niet ontwerpen als een fiets met een motor erop. We hebben dat veel integraler proberen aan te pakken en zijn vertrokken vanuit de werkwijze in de automotive sector, waar een voertuig altijd als geheel wordt ontwikkeld. We haalden ook inspiratie uit motorfietstechniek, om een speedpedelec echt te bouwen als speedpedelec”, klinkt het.

“De hele fiets wordt in-house ontwikkeld en gebouwd”, benadrukt Heidbuchel. “Dus we hebben een dieper begrip van het geheel dan onze concurrenten, durf ik te zeggen. Alles wordt in België ontworpen en ook de assemblage gebeurt in eigen land. Natuurlijk worden sommige onderdelen nu eenmaal in Azië gemaakt. Er zijn merken die claimen dat alles in Europa gemaakt wordt, maar dat wil dan vooral zeggen dat ze onderdelen bij andere spelers aankopen die het op hun beurt hebben laten maken in Azië. Er is (helaas) geen enkel product dat nog volledig in Europa wordt gemaakt.

Welke invloeden uit de automotive sector zien we nog terug op de Ellio-fietsen?

“We proberen alles met een open blik te bekijken: hoe gaan een fiets ontwerpen en waarvoor moet die dienen?  Onder meer de keuze van de lagers is heel belangrijk. In onze fietsen worden enkel industrielagers gebruikt. En onze dichtingen zijn dezelfde als die in de auto-industrie gebruikt worden. Die onderdelen worden in de fietsindustrie nog altijd gemaakt worden om zo licht mogelijk te zijn, voor een zo laag mogelijke wrijving. Dat is logisch voor een koersfiets of mountainbike, maar bij een speedpedelec geef je heel veel robuustheid op, gewoon om een paar 100 gram gewicht en een beetje wrijving te verliezen. En dat terwijl je een heel krachtige elektromotor en een grote batterij hebt, die daar geenenkel probleem mee hebben. Daarom kiezen we er liever voor om die paar 100 gram toe te voegen, maar het product wel veel robuuster te maken, dankzij betere dichtingen en lagers. Daardoor zijn onze fietsen iets zwaarder, dat is waar, maar mensen voelen meteen ook de robuustheid en stabiliteit. En aan vermogen heb je ook geen gebrek.”

“Bovendien zijn onze motoren geen motoren van fietsleveranciers, maar zelf ontwikkelde motoren. Die kopen we aan bij fabrikanten die vaak ook voor auto’s onderdelen maken. De motoren worden dus gemaakt in samenwerking met automotive-leveranciers. We willen steeds een speedpedelec ontwikkelen als een geheel. Dat is ook vrij technisch en een beetje abstract, maar het is wel een groot verschil tussen de fietsindustrie en automotive. In de fietsindustrie wordt bij de meeste concurrenten eigenlijk gewoon een fiets ontwikkeld als een assemblage van onderdelen die je ‘off-the-shelf’ koopt. Mensen kijken er ook zo naar. Als je aan mensen vraagt welke koersfiets ze moeten kopen, dan zeggen ze: ‘het merk maakt  eigenlijk niet uit. Je moet gewoon zorgen dat er een Shimano 105 groep opstaat en hydraulische schijfremmen.’ Dat is typisch aan de fietsindustrie: eigenlijk is het kader gewoon een draagstructuur voor de onderdelen. Maar we vinden het bij Ellio wel heel belangrijk dat elk onderdeel ontwikkeld is om bij elkaar te passen. En bij onze fietsen kijkt niemand nog naar het merk van de remmen, want je weet: het is ontwikkeld door Ellio en de onderdelen werken goed samen in het geheel.”

© Intuedrive/Ellio

Kan je wat meer vertellen over de gebruikte motor en versnellingen?

“Wat je meestal ziet is dat hoe meer functionaliteit een transmissie biedt, hoe complexer die wordt. Je kent misschien de Rohloff- of Enviolo-versnellingsnaaf. Dat zijn high-end transmissies, die tegelijkertijd enorm complex zijn, waardoor ze ook heel duur worden en snel stuk gaan. Wij hebben de transmissie zo eenvoudig mogelijk gemaakt: de achternaaf bevat slechts een tiental onderdelen. De motoren en sensoren zijn heel eenvoudig, maar we voegen alle complexiteit toe via de software. Dus het is eigenlijk onze software die maakt dat onze transmissie beter schakelt dat die van Rohloff, ook al bevat ons versnellingsapparaat minder onderdelen dan een ouderwetse drieversnellingsnaaf. Het is een totaal andere benadering, die je ook in de auto-industrie terugziet. Denk aan de elektrische wagens: die zijn ook veel simpeler dan auto’s met een verbrandingsmotor. Er zit veel meer sturing in de software, zodat ze toch heel goed rijden.”

Kijken jullie ook naar de concurrentie voor wat daar wel of niet werkt?

“We proberen altijd onze eigen insteek te volgen en daarvan te vertrekken. Wat we natuurlijk wel heel veel doen is luisteren naar de klanten. En soms is dat ook kijken naar de concurrentie. Als klanten systematisch aangeven dat ze een bepaalde fiets echt goed vinden rijden of dat de zithouding heel goed is, dan gaan we daar natuurlijk ook eens naar kijken. Maar ik durf wel zeggen dat we nooit overnemen wat de concurrentie doet. We doen altijd ons eigen ding. Een van de beste voorbeelden waarbij we naar de klanten geluisterd hebben en bij de concurrentie uitkwamen is de wielgrootte van de Max. Omdat we er zelf in geloofden hebben we eerst de Original met zijn kleine wielen gemaakt. Mensen die ermee rijden zien in dat het een uniek rijgevoel geeft en een wendbare fiets creëert. Maar anderen  vonden de looks van die grote wielen mooier, zoals bij de concurrentie. De vraag was er dus om iets te bouwen dat er meer uitziet zoals die fietsen, maar rijdt als een Ellio. En dat hebben we uiteindelijk ook gedaan.”

Ellio legt ook de nadruk op gebruiksgemak. Kan je daar iets meer over vertellen?

“Klopt. Bij een speedpedelec moet de nadruk op mobiliteit liggen. Het is geen recreatieproduct. Dus dat wil zeggen dat mensen ’s ochtends gewoon op de fiets willen stappen, zonder na te denken. Je hebt al genoeg aan je hoofd als je naar het werk moet en de kinderen aan de schoolpoort moet afzetten. En mensen willen gewoon genieten van de rit en hun ogen op de weg kunnen houden. Daarom proberen we ervoor te zorgen dat je zo weinig mogelijk met de fiets moet bezig zijn. Eens de instellingen goed staan, kan je gewoon trappen en rijden en hoef je nergens meer aan te denken. Dat is iets dat mensen enorm appreciëren.”

Wat is jullie visie op veiligheid?

“Als je een mobiliteitsproduct maakt, moet het natuurlijk ook veilig zijn en daar zetten we fel op in. Om te beginnen focussen we op objectieve veiligheid: ongevallen vermijden moet je nog altijd doen. Maar mensen willen zich vooral veilig voelen op de fiets. Ze willen gevoel hebben dat ze de fiets perfect onder controle hebben. Mensen voelen zich vaak veiliger op een gewone e-bike of gewone fiets dan op een speedpedelec, omdat die laatste soms vermogen geeft wanneer ze het niet verwachten of onverwacht reageert. Daar hebben we heel fel op ingezet. Onze speedpedelecs kunnen veel vermogen leveren, maar doen dat gedoseerd. De motor stopt ook niet te bruusk met vermogen leveren wanneer je stopt met trappen. Zo krijgen mensen nooit het gevoel dat de fiets met hen rijdt. Verder willen we er ook voor zorgen dat de banden en andere onderdelen goed aangepast zijn aan de snelheid. Daar zijn we altijd mee bezig en dat zullen we blijven doen.”

Hoe zou je mensen overtuigen die nog sceptisch zijn of speedpedelecs gevaarlijk vinden?

“Dat is iets dat we veel tegenkomen. Er zijn twee elementen: eerst moeten mensen beseffen dat een voertuig dat 45 km/u kan rijden niet de hele tijd 45 móet rijden. Dat is een verschil. Iedereen lacht ermee als ik dat zeg, maar toch denken veel mensen dat je met een speedpedelec altijd 45 km/u rijdt. Natuurlijk kan je perfect 25 km/u rijden tussen andere fietsers. Op het fietspad is dat geen probleem. En bij Ellio vinden we het ook heel belangrijk dat je zelfs inde hoogste ondersteuning die  controleerbaarheid hebt. Als je bij speedpedelecs van sommige concurrenten begint te trappen, dan versnellen die automatisch naar 45 km/u. Dat is niet veilig, vinden wij. Het tweede punt is dat er statistisch is aangetoond dat een speedpedelec niet gevaarlijker is dan een gewone e-bike, van zodra je een aantal weken ervaring hebt of als je een opleiding gevolgd hebt. Er gebeuren dan niet vaker ongevallen als bij een gewone e-bike. En dat is objectief bepaald.”

Op welke manier vullen de Max en Original elkaar aan en waar zitten de grootste verschillen?

“Ik ben heel tevreden met hoe ze elkaar aanvullen. Initieel kregen we de vraag om het concept van onze Original uit te bouwen als een fiets met grotere wielen. We hebben hetzelfde aandrijfsysteem gebruikt en dat is goed gelukt. Maar vooral: we hebben van de Max iets anders kunnen maken. Hij voelt meer ‘rechtdoor’, zeg maar. Door de grote wielen is hij heel stabiel, maar minder wendbaar dan de Original. Mensen die vaak langs een jaagpad, vaart of fietsautostrade rijden, appreciëren het rijgevoel erg. Daarin vult de Max de Original goed aan. De Original is dan weer een goede ‘one-size-fits-all’. Hij biedt een comfortabele zithouding van mensen die tussen de 1m50 en 1m85 groot zijn. Écht grote mensen hadden wel een probleem met de Original en dan is de Max het perfecte alternatief. Dus ook daar vullen ze elkaar mooi aan. We hebben de Max ook iets beter afgemonteerd. Er staan 203mm-schijfremmen op, tegenover de 180mm-schijven van de Original. Het is een detail, maar echt fervente fietsers kijken daar wel naar. We hebben voor de Max ook een Carbon Drive® riem gebruikt in plaats van een rubberen exemplaar.”

Kan je misschien een tipje van de sluier lichten over toekomstige plannen of een nieuw model?

“Als er nog ruimte is in het gamma, denk ik aan twee zaken. Ten eerste is een basismodel een optie. Onze instap-speedpedelec is nog altijd relatief duur. Je ziet wel dat er bij de particulier vraag is naar een iets goedkoper basismodel. We dekken dat vooral af met onze Certified tweedehandsfietsen die gereviseerd zijn en met onze Flex-formule. Mensen die nog niet meteen klaar zijn voor een dure fiets, kunnen een maand lang een Ellio huren en de kans krijgen om hem grondig uit te testen. Een tweede punt is dat mensen soms nog wat bagagecapaciteit missen. Daardoor is er nog plaats voor een longtail-speedpedelec. Concreet kan die een langere bagagedrager krijgen waarmee je twee kinderen zou kunnen vervoeren en meer bagage. Dat is wel iets wat we ooit aan het gamma hopen toe te voegen. De uitbreiding van het portfolio om voor iedereen een gepaste oplossing te kunnen beiden, is voor ons het allerbelangrijkste”, besluit de Ellio-CEO.

Lees ook:

businesse-bikeontspanningspeedpedelec

Gerelateerde artikelen

Volg ons

Gebruik je ecocheques bij Coolblue

Gebruik je ecocheques bij Coolblue

Producten bekijken