Fataal vonnis voor LimeWire

Een Amerikaanse rechter heeft het peer-to-peerprogramma LimeWire aansprakelijk gesteld voor de copyrightschendingen die daarmee gebeuren. De betrokken bedrijven en de oprichter zelf moeten 354 miljoen euro schadevergoeding betalen.

De rechtszaak werd in 2006 aangespannen door de Recording Industry Association of America (RIAA). Die groep wordt vertegenwoordigd door de vier grootste platenlabels: EMI, Sony Music Entertainment, Universal Music Group en Warner Music Group.

Het vonnis bevindt LimeWire-oprichter Mark Gorton, diens bedrijf Lime Wire en het moederbedrijf Lime Group schuldig aan copyrightschending, aanzetten tot copyrightschending en oneerlijke concurrentie.

Opdoeken of betalen
Door die uitspraak kan Gorton bijna niet anders dan zijn boeltje op te doeken. Doet hij dat niet, dan zal de RIAA een dwangbevel aanvragen waardoor alle aansprakelijken (dus ook Gorton zelf) zo’n 354 miljoen euro schadevergoeding moeten betalen.

Met het vonnis stuurt rechter Kimba Wood een duidelijke boodschap de wereld in: wie piraterijsoftware verspreidt, mag zelf voor de torenhoge boetes opdraaien.

Deze zaak en een precedent uit 2005 zetten het licht voor platenmaatschappijen op groen om de jacht op P2P-netwerken te openen.

Betamax
Tot in 2005 bood een vonnis uit 1984 bescherming voor iedereen die een mogelijk piraterijmiddel ontwikkelde. Daarin stond dat Sony niet aansprakelijk gesteld kon worden voor de piraterij die er met zijn Betamaxcassettes plaatsvond.

De redenering was dat er “een aanzienlijk aantal legitieme gebruiken” mogelijk is. Als een drager zowel legale als illegale doeleinden kan hebben, is de maker dus niet verantwoordelijk als sommigen (of velen) het voor dat laatste gebruiken.

Het is trouwens dankzij die Betamaxuitspraak dat er technologieën zoals pc’s, cd-branders, webbrowsers en mp3-spelers ontwikkeld konden worden. Tenminste, zonder dat de uitvinder een rechtszaak te vrezen had.

Maar in 2005 kwam daar verandering in. In een rechtszaak tussen Metro-Goldwyn-Mayer en het P2P-programma Grokster zag de entertainmentindustrie haar kans zich van het ‘vervelende’ Betamaxvonnis te ontdoen.

Het was namelijk zo dat de rechter zich toen in een lastig parket bevond: aan de ene kant moest hij het Betamaxprecedent respecteren; aan de andere kant was de copyrightschending van Grokster zo duidelijk dat hij dit wel schuldig móest bevinden.

‘Aansporen tot piraterij’
Uiteindelijk bedacht de rechter een controversiële oplossing: ‘aansporing’. Daarmee kon hij Grokster schuldig bevinden zonder de entertainmentindustrie een precedent te bieden waarmee zij een vetorecht over nieuwe technologieën kreeg.

De rechter sprak zich als volgt uit: “Iemand die een medium ontwikkelt en het als piraterijmiddel promoot, is verantwoordelijk voor de schade daarvan. Dat promoten kan zowel expliciet als impliciet gebeuren.”

Twee maten en gewichten
Het is die uitspraak die ook nu LimeWire de das omdoet. Omdat het programma duidelijk op ex-gebruikers van Kazaa en Napster aast en op Google reclame maakt bij zoektermen zoals ‘free mp3 download’, vindt de rechter dat er sprake is van aansporing tot piraterij.

Het Grokster- en LimeWirevonnis scheppen daardoor een bizarre situatie waarin je een soort van dubbelrecht krijgt. Fabrikanten van onder andere dvd’s en harde schijven mogen nog een beroep doen op het Betamaxvonnis; P2P-netwerken worden voor de leeuwen gegooid.

Softwaremakers vrezen nu dat het recente vonnis de ontwikkeling van P2P-technologieën zal stoppen. Toch is het een veelbelovende methode om bestanden te delen. Activision Blizzard gebruikt het bijvoorbeeld om miljoenen gamers vlot van updates te voorzien.

 

justitielimewirenieuwsp2ppeertopeerriaa

Gerelateerde artikelen

Volg ons

Gebruik je ecocheques bij Coolblue

Gebruik je ecocheques bij Coolblue

Producten bekijken