Minister Smet pleit voor games in de klas

Meer dan één miljoen Vlaamse leerlingen beginnen vandaag aan het nieuwe schooljaar. Onder hen zijn er velen die de lessen saai vinden. Dat blijkt uit een enquête die de Vlaamse Scholierenkoepel (VSK) bij vierduizend scholieren hield. De VSK, die 660 leerlingenraden overkoepelt, pleit voor ‘zinvolle leerstof’.

De minister van Onderwijs, Pascal Smet (SP.A), begrijpt het pleidooi van de Scholierenkoepel heel goed. "Toen ik vorig jaar mijn oor te luisteren legde bij leerlingen in Vlaanderen, schrok ik ervan hoe vaak kinderen zeiden dat ze de school saai vinden", zegt Smet. "Zelfs in de lagere school kwam die klacht naar mijn gevoel iets te vaak terug. Dat kan niet de bedoeling zijn, want kinderen zijn van nature nieuwsgierig en willen net nieuwe dingen ontdekken."

De minister wijt de klachten aan de leefwereld waarin jongeren leven. "De scholieren van tegenwoordig zijn in hun vrije tijd bezig met internet, games en televisie. Het is een omgeving vol prikkels en er komen allerlei zaken op hen af, maar in de klas zie je soms het andere uiterste. In zo’n geval is het heel begrijpelijk dat hen dat niet zo veel doet."

Smet raadt de scholen dan ook aan om de leefwereld van de jongeren over te dragen naar de klas. "De methode van onderwijs is natuurlijk een zaak van de scholen, die er de pedagogische wijsheid voor hebben, maar volgens mij is het een goed idee om games te introduceren in het onderwijs. Want je kunt dat ook gebruiken om te leren, er bestaan bijvoorbeeld wiskundegames. Natuurlijk kun je niet alles op die manier aanleren, maar je kunt wel meer variëren."

Lees het volledige artikel op De Standaard Online.