De trends op Photokina
De tweejaarlijkse fotobeurs Photokina opende dinsdag de deuren. Honderden exposanten van over de hele wereld tonen er hun producten aan de vakhandel en het grote publiek.
In 2009 deelde de fotosector in de klappen die de financiële crisis aan de wereldeconomie uitdeelde. Voor het eerst sinds lang daalde de omzet, in plaats van met dubbele cijfers te groeien zoals in de jaren daarvoor. Dit jaar ziet het plaatje er veel rooskleuriger uit: bijna alle fabrikanten voorspellen weer een mooie groei in het aantal verkochte toestellen. De omzet zal minder snel stijgen, maar dat komt vooral doordat de gemiddelde verkoopprijs blijft dalen.
Ruim 150.000 bezoekers verwacht
In elk geval lijkt in de fotosector het ergste leed geleden. De Photokina komt goed op tijd om die positieve sfeer uit te dragen. Organisator Koelnmesse verwacht dat meer dan 150.000 bezoekers zich komen vergapen aan de nieuwtjes die de 1.251 exposanten naar Keulen verscheept hebben. Toegegeven, bij die exposanten zitten ook nobele onbekenden zoals Shanhyu Libao Cyber-tech, om er maar een te noemen, maar op de stands van kleppers als Canon en Nikon is het soms over de koppen lopen.
Eigenlijk is dat vreemd, want je hoeft al jaren niet meer naar Photokina te gaan om te weten wat er nieuw is op de markt. Bedrijven laten hun productintroducties steeds minder afhangen van beursdatums. Dat komt voor een deel doordat de levenscyclus van een camera korter geworden is. Een analoge camera bleef doorgaans jarenlang in het assortiment. Digitale toestellen evolueren veel sneller. Sommige compactcamera’s worden na een half jaar al van de markt gehaald, en opgevolgd door een camera die beter, sneller of gewoon nieuwer is.
Timing ongunstig
Bovendien speelt de timing van Photokina de fabrikanten parten. "Als wij een camera pas eind september aankondigen, wordt het eind oktober voor we die echt kunnen leveren", vertelt de woordvoerder van een grote Japanse camerabouwer. "Daardoor zouden we op dat toestel een volledige maand aan omzet in het laatste kwartaal mislopen."
Het vierde kwartaal is traditioneel het belangrijkste in de cameramarkt, en iedereen heeft dus graag zijn troeven op tafel – en in de winkel – wanneer de klanten aan hun eindejaarskoopjes beginnen.
Een derde factor is het internet, dat ervoor zorgt dat je van over de hele wereld kan kennismaken met nieuwe producten. "Internet is de grootste beurs die er bestaat", vat een medewerker van een andere Japanse cameramaker de situatie samen. Maar wil je die nieuwigheden echt in de hand nemen, dan blijft een bezoek aan de heilige hallen van Koelnmesse toch nodig.
Cameratrends
Ondanks een waslijst aankondigingen in de aanloop naar Photokina blijft er op de beurs zelf meer dan genoeg nieuws te rapen. Na twee dagen staat de teller al op 21 nieuwe camera’s. Elke fabrikant zal wel vinden dat zijn nieuw kind een apart artikel verdient; maar voor mijn en jouw geestelijke gezondheid beperk ik me tot de grote lijnen.
De hybridecamera doet het goed. Deze nieuwe categorie werd op de vorige Photokina in het leven geroepen door Panasonic en Olympus. Het zijn toestellen met verwisselbare lenzen en een even grote beeldsensor als in een digitale reflexcamera, maar zonder de optische zoeker en opklappende spiegel. Hybridecamera’s combineren de beeldkwaliteit van een reflexcamera met de gebruiksvriendelijkheid van een compactcamera.
In Japan wordt er al één hybride verkocht voor elke drie reflexcamera’s. In Europa gaat het nog niet zo hevig, maar ook hier wint de categorie aan belang. De al bestaande toestellen krijgen het gezelschap van de uiterst kleine Samsung NX100 en de Panasonic GF-2, die foto en HD-video verenigt. Olympus toonde aan de pers een prototype van een toekomstige hybride, die veel kleiner wordt dan zijn huidige Pen-reeks.
Toch is de reflexcamera verre van dood. In de weken vóór Photokina kondigden Canon en Nikon hun nieuwe kleppers aan, met de Eos 60D en de Nikon D7000. Op Photokina kregen deze het gezelschap van de Pentax K-5 en de Olympus E-5. En Sony schenkt op de beurs evenveel aandacht aan zijn hybride NEX-camera’s als aan de nieuwe Alpha-reflexcamera’s.
Meerwaarde
Een opmerkelijke trend is de invasie van 3D. Twee jaar geleden toonde FujiFilm een prototype van een 3D-fotocamera; vandaag heeft het Japanse bedrijf zijn tweede generatie 3D-camera klaar met de FinePix Real 3D W3.
Panasonic toont een 3D voorzetlens voor zijn nieuwe camcorder, en kondigt een 3D-lens voor de hybride GF-2 aan. Sony had al 3D-technologie in zijn hybride NEX-camera’s. De digitale 3D-foto’s of -films die deze toestellen maken, kan je bekijken op een compatibele 3D-televisie, mits je het bijhorende idiote brilletje opzet natuurlijk. Al is er hoop op beterschap: Jobo en Aiptek tonen digitale fotolijsten die 3D-beelden tonen zonder dat een bril nodig is.
De duurste camera’s
Ook de meerwaardezoeker komt aan zijn trekken op Photokina. Pentax heeft eindelijk besloten om zijn digitale middenformaatcamera ook in Europa te gaan verkopen. De Pentax 645D heeft een beeldsensor van 44x33mm – ruim 1,7x groter dan de sensor in een full-frame digitale camera. Als de resolutie van 40 megapixel van dit prachtding iets voor jou is, zet dan voor 20 oktober een dikke tienduizend euro opzij.
Nog meer pixels en een nog grotere sensor zijn er bij Leaf, met de Aptus-II 12. Deze digitale ‘rug’ voor een middenformaatcamera (bijvoorbeeld van Phase One of Mamiya) telt 80 miljoen pixels op een sensor van 54x40mm. Richtprijs: een bescheiden 24.000 euro.
Leica
Als je zoveel geld te besteden hebt, ga dan zeker ook eens bij Leica langs. Daar is een gelimiteerde editie van de M9 te zien, de digitale meetzoekercamera van het legendarische cameramerk. De M9 Titan is ontworpen door de Audi-designer Walter de Silva en uit titanium vervaardigd.
Ook de meegeleverde Leica Summilux 35mm-lens is uit dit edele materiaal gemaakt. Slechts vijfhonderd stuks worden aan het Leicaminnend publiek aangeboden, voor een richtprijs van 22.000 euro. Als je het thuis moet uitleggen: Leica’s houden hun waarde, en op de bank brengt je geld tegenwoordig toch niets op.