Garantie op elektronica? Ken je rechten
Winkeliers knoeien steeds meer met garanties, volgens de economische inspectie. Vooral met elektronica. Waar heb je als consument nu eigenlijk recht op?
Uit een onderzoek van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling, de vroegere economische inspectie, blijkt dat steeds meer winkeliers inbreuken plegen op de garantie van twee jaar op een toestel. Er kwamen meer klachten binnen en ook inspecteurs stelden meer inbreuken vast.
Recht op twee jaar
We bellen even met Ever Vandenberghe van handelarenorganisatie Comeos. Hij legt uit dat je als consument recht hebt op twee jaar garantie. Maar zo eenvoudig is het eigenlijk niet, want er zijn nog wel meer punten en komma’s aan de wettelijk bepaalde garantietermijn.
[related_article id=”152275″]
Je mag als consument een toestel enkel de eerste zes maanden van de garantieperiode terug binnenbrengen zonder dat er vragen worden gesteld. Iedereen gaat er dan automatisch van uit dat het toestel een conformiteitsprobleem heeft – een fabricagefout dus. De handelaar laat het toestel dan repareren of vervangt het gewoon helemaal.
Als de eerste zes maanden voorbij zijn, wordt het moeilijker om je toestel onder de garantievoorwaarden te laten herstellen. Je moet dan als klant bewijzen op tafel kunnen leggen. Je moet kunnen aantonen dat de fout aan het toestel er al was bij de aanschaf. De kans is dan immers klein dat er na de eerste zes maanden nog een fabricagefout opduikt en het is al waarschijnlijker dat er gebruiksschade is.
Die bewijslast na zes maanden zorgt dus voor een knoert van een grijze zone in de wettelijk bepaalde garantietermijn. Want wie bepaalt nu welke bewijzen gelden en welke niet? Er is geen enkele instantie die zich daarin uitspreekt.
Handelaar draait op
Wie een defect toestel heeft, moet ermee naar de handelaar. Deze moet dan het toestel aannemen, terwijl de producent in feite verantwoordelijk is voor de fabricagefout. De handelaar moet de kosten dan verhalen op de producent.
Maar sommige producenten proberen de garantieperiode in te korten. Amerikaanse bedrijven gebruiken vaak de garantiebepalingen die op hun thuismarkt gelden: drie maanden. Het Belgische recht met zijn twee jaar lange garantie heeft daar voorrang op, maar als de producent niet wil ophoesten, zit de handelaar wel tussen hamer en aambeeld. De kans bestaat dat hij opdraait voor de reparatie- of vervangingskosten.
Wat kan je als consument doen als een handelaar je toestel niet wil aannemen? Niet veel eigenlijk. Klacht neerleggen bij de politie is zowat de enige mogelijkheid.
Redelijke verwachting
Er zijn nog andere gevallen waarin een uitzondering mogelijk is op de twee jaar lange garantietermijn. Als je een goedkoop speelgoedprul koopt, kan je als consument eigenlijk al wel raden dat het geen twee jaar gaat uitzingen. Dat heet in juridische termen de redelijke verwachting.
Als een toestel dus de indruk geeft dat het na minder dan twee jaar rijp is voor de schroothoop, dan vervalt de wettelijke garantietermijn dus ook.
Nu ontstaat er ook steeds meer discussie om gsm’s ook onder te brengen onder die regeling met de redelijke verwachting. Een discussie die de grijze zone alleen nog maar vergroot en de twee jaar garantie nog minder vanzelfsprekend maakt.