‘Cisco helpt Chinezen vervolgen’
Cisco heeft zijn producten aangepast zodat de Chinese overheid internetgebruikers kan volgen, opsluiten en martelen. Zelfs grote baas John Chambers is er rechtstreeks bij betrokken, zegt de Amerikaanse mensenrechtenorganisatie Human Rights Law Foundation
De organisatie heeft Cisco al in mei aangeklaagd. Ze beschuldigt de Amerikaanse netwerktechnologiemaker van schending van mensenrechten en beweert daar nu bewijs van te hebben.
Cisco heeft altijd gezegd dat het standaardmateriaal verkoopt aan China en dat er geen aanpassingen zijn gedaan om het netwerkverkeer van de gebruikers te onderscheppen. Maar het nieuwe bewijs zou aantonen dat Cisco wel aanpassingen heeft doorgevoerd aan zijn netwerkmateriaal.
De slachtoffers van deze zaak zijn de leden van Falun Gong, een spirituele discipline die sinds 1999 verboden is in China.
Presentatie uit 2002
Deze rechtszaak tegen Cisco begon in mei, in naam van de Chinese politieke gevangenen die beweren dat ze gefolterd en onderdrukt zijn met behulp van Cisco’s technologie en trainingen van de overheidsleden.
De misdaden van deze gevangenen? De publicatie van berichten die het eenpartijenstelsel in China bekritiseren en het bepleiten van een regimewissel.
In de rechtszaak staat een presentatie uit 2002 centraal. Daarin maakt het bedrijf duidelijk hoe zijn producten kunnen helpen bij het "behoud van de stabiliteit" in China, het "stoppen van netwerkgerelateerde misdaad" en het aanpakken van "de kwaadaardige religie van Falun Gong en andere vijandigen".