Hulpdiensten kunnen gsm-bellers niet lokaliseren
De locatie van iemand die met een vaste telefoon de hulpdiensten belt, wordt meegestuurd. Maar met een gsm gebeurt dat niet. Nochtans is de software voorhanden.
Vorig jaar belden bijna vijf miljoen Belgen naar de noodnummers 100 en 112 (medische hulp of brandweer) en 101 (politie). 63 procent deed dat met een mobiele telefoon, 37 procent met een vast toestel. Maar vreemd genoeg zijn de noodcentrales beter af als de oproep via een vaste lijn gebeurt: het adres van de beller verschijnt dan meteen op het schermpje van de dispatcher. Bij gsm-oproepen moet de beller zelf uitleggen waar hij zich bevindt, waardoor vaak kostbare tijd verloren gaat om mensenlevens te redden.
Niemand wil rekening betalen
Nochtans bestaat de software om, via het gsm-signaal, de locatie van gsm-bellers automatisch te registreren. "De technologie is al jaren voorhanden. Men weigert ze te installeren", signaleert senator Elke Sleurs (N-VA), die als gynaecologe in het UZ Gent werkt, aan De Standaard. "Juridisch getouwtrek" tussen de betrokken partners is volgens haar de oorzaak van het getalm. "Blijkbaar wil niemand de factuur betalen. Men speelt met de veiligheid en het leven van mensen. De betrokken ministers doen te weinig."
Al sinds 2008 sleutelen de federale ministers van Telecommunicatie en Binnenlandse Zaken, Vincent Van Quickenborne (Open VLD) en Annemie Turtelboom (Open VLD), aan een regeling. "De vier gsm-operatoren in België betalen samen de factuur", meldt het kabinet van Van Quickenborne. "Daarvoor moeten we echter de telecomwet wijzigen, zodat telecomwaakhond BIPT de bevoegdheden krijgt."
Sinds de val van de regering werd het dossier op de lange baan geschoven. "Juist, maar de teksten zijn nu bijna klaar. Vanaf 21 december kan een nieuwe regering haar fiat geven."
Astrid
Intussen heeft de nv Astrid, die de noodcentrales in ons land uitbaat, na het lange wachten zelf het heft in handen genomen. Eind oktober installeerde het de technologie – op eigen kosten – in de Waals-Brabantse noodcentrale van Waver. "Bij elke gsm-oproep toont een cirkel op een geografische kaart waar de beller is", vertelt Frederik Langhendries van Astrid.
Hoe dichter het gsm-net, hoe preciezer de locatiebepaling, al kan die er – zeker in landelijke regio"s – nog enkele kilometers naast zitten. "We weten wél meteen via welke gsm-mast de oproeper belt. Bij moeilijk te bepalen locaties zoals een snelweg of een natuurgebied is dat een enorme hulp."
De automatische gsm-herkenning wordt nu overal in gebruik genomen. Midden december moeten alle elf provinciale noodcentrales in België uitgerust zijn.