Welke computerluidsprekers koop je?
Geen volwaardige multimedia-ervaring zonder goede luidsprekers, zoveel is zeker. Maar welke moet je hebben? Een bescheiden koppeltje, of een surroundset met alles erop en eraan?
Als je luidsprekers gaat kopen moet je rekening houden met een vijftal criteria: de geluidskwaliteit, de afmetingen van de set (lees: je bureau), de aansluitingen op de luidsprekers, het gebruiksgemak en de mogelijkheid om de klank bij te regelen.
1. Geluidskwaliteit
Nogal logisch dat de geluidskwaliteit de belangrijkste parameter is van een desktopluidsprekersysteem. Wat je wil is een evenwichtig, neutraal geluid, zonder dat er bepaalde tonen onder- of ververtegenwoordigd zijn. Vrij van vervorming en andere ongewenste bijgeluiden. Het blijkt dat de prestaties van de diverse systemen in de praktijk sterk uit elkaar lopen.
De beste systemen – en dat zijn gelukkig niet noodzakelijk de duurste – zijn een genot om naar te luisteren, terwijl de minst goede je zo’n beetje op de vlucht jagen. Om maar te zeggen dat de prestaties nogal divers zijn. Wat het allemaal wat moeilijker maakt, is dat de cijfers op de doos maar heel weinig zegen over de uiteindelijke prestaties van je luidsprekers.
Bovendien houden fabrikanten er heel uiteenlopende meetmethodes op na, zodat vergelijken geen zin heeft. Als je echt wil weten of de set die je in gedachten hebt goed klinkt of niet, kan je maar beter eerst een praktijktest opsnorren van een betrouwbare bron.
2. Afmetingen
Op je bureau heb je altijd plaats te weinig. Hoe kleiner de voetafdruk van de luidsprekers hoe beter dus. Aan de andere kant klinken de grotere modellen vaak beter dan de kleintjes, dus zal je een afweging moeten maken tussen grootte en geluidskwaliteit. Hetzelfde geldt voor subwoofers.
De grotere modellen bieden vaak een beter en dieper basbereik, maar de ruimte onder je bureautafel is sneller op dan je zou denken. Ga je voor een surroundluidsprekersysteem, dan moet je erop letten dat de centrumluidspreker niet overdreven groot is. Die moet immers een plaatsje krijgen tussen je monitor en je toetsenbord. Tot slot geef ik nog even mee dat er ook desktopspeakers bestaan die je aan de muur kan hangen.
3. Aansluitingen
De standaardmethode om een desktopluidsprekersysteem aan te sluiten op je pc bestaat uit een kabeltje met een minijackstekker aan beide kanten. Als je een 5.1 surroundsysteem wil aansluiten, heb je drie van die kabeltjes nodig. Sommige luidsprekersets beschikken daarnaast over digitale ingangen, coaxiaal of optisch.
De kans is groot dat je daardoor een iets betere geluidskwaliteit overhoudt, maar het verschil zal eerder subtiel zijn. En bovendien beschikken lang niet alle pc’s over digitale uitgangen voor geluid. Er zijn ook systemen op de markt die geluid over bluetooth kunnen ontvangen.
Zelfs al beschikt je pc niet over bluetooth, dan nog kan het nuttig zijn als je speakers met bluetooth uitgerust zijn. Je kan dan immers ook andere bluetoothapparaten – je mobieltje of een tablet, bijvoorbeeld – muziek laten streamen naar je desktopset. Als je kiest voor een stereo luidsprekersysteem zul je meestal een van beide speakers aan het stopcontact moeten hangen en verbinden met de pc.
Vervolgens zorgt een extra kabel tussen de speakertjes ervoor dat het geluid ook naar de andere speaker kan reizen. Ga je voor een 2.1- of een 5.1-set, dan dien je het systeem negen kansen op tien met de pc te verbinden via de subwoofer – normaal ook de enige van het stel die je met het stopcontact moet verbinden.
Dat komt omdat de versterkermodules voor de subwoofer zelf en die voor de overige luidsprekertjes bijna altijd in de subwooferkast worden ondergebracht. Vervolgens dien je dan de twee (2.1) of vijf (5.1) luidsprekers aan te sluiten op de subwoofer. Vaak krijg je ook te maken met een soort bedieningskastje, waar je dan onder meer het volume mee kan instellen.
Je hebt het goed geraden: alweer een kabel erbij. Sommige sets beschikken ook over extra ingangen, zodat je er bijvoorbeeld een mp3-speler kan inprikken. En als je het eens zonder luidsprekers wil doen – in de late uurtjes – dan komt een hoofdtelefoonuitgang op je desktopspeakers goed van pas.
4. Regelbaarheid
Bij stereosystemen valt er gewoonlijk helemaal niets aan te passen. Je kan het volume regelen, en dat is het zo’n beetje. Bij 2.1-sets is het zinvol om de volumeverhouding tussen de subwoofer en de speakers in te kunnen stellen, temeer omdat je dit onmogelijk voor elkaar krijgt in de pc.
Bij 5.1-sets zou je daarbij ook de volumeverhouding tussen de linker- en rechterluidspreker, de centerluidspreker en de surrounds moeten kunnen instellen. En het regelbereik om dat te kunnen doen moet groot genoeg zijn. Bij sommige sets is dat niet het geval, en dan krijg je een al te enthousiaste subwoofer maar nauwelijks getemd.
5. Bedieningsgemak
Je zou denken dat er over bedieningsgemak niets zinnigs te vertellen valt met betrekking tot desktopluidsprekers. Die dingen dienen toch alleen maar om geluid te maken? Dat is zo, maar er zijn wel degelijk een paar zaken die bepalen of zo’n set zich prettig laat gebruiken of niet.
Zo zijn er 2.1-sets op de markt die je aan en uit moet schakelen met een knop achterop de subwoofer. Allesbehalve praktisch, want dat betekent dat je telkens onder je bureau moet duiken om de set in of uit te schakelen. Datzelfde valt bij 2.1- en 5.1-systemen ook voor met de basregelaar.
Met zo’n regelaar kan je de verhouding tussen het basgeluid – meer of minder – en de rest van de speakers regelen. Het is niet ondenkbaar dat je op sommige momenten wat meer bas wil en een andere keer weer wat minder. Maar ga je daar dan telkens voor door de knieën? Liever niet.
Een ander aandachtspunt is de kabellengte. Vaak zijn de kabels maar nét lang genoeg om je speakers daar te zetten waar ze horen. Als je je kabels dan een omwegje wil laten maken om ze meer aan het oog te onttrekken, ben je eraan voor de moeite.
Nu zijn er wel fabrikanten die gewone luidsprekerkabeltjes gebruiken om de speakers aan te sluiten op de subwoofer. En als die te kort zouden zijn, kan je gewoon langere exemplaren aanschaffen. Lekker flexibel.
2.0 – It takes two, baby!
B&W MM1
Wat er gebeurt als een ‘echt’ hifimerk zoals B&W – Bowers & Wilkins voor de kenners – het initiatief neemt om z’n ontwerpkunsten op een desktopomgeving bot te vieren? Dan krijg je zoiets als de MM1 (499 euro): een poepsjieke computerluidspreker die qua looks doet denken aan het betere werk van B&O (Bang & Olufsen). En omdat je de B&W’tjes via een USB-poort met je pc verbindt, wordt meteen het hele audiocircuit van je pc omzeild.
Belangrijke zaken waar een pc meestal niet zo goed in is, zoals de omzetting van digitaal geluid naar analoog, worden aldus overgelaten aan de elektronica van de MM1. De geluidskwaliteit is gelukkig in overeenstemming met de prijs. Zeer hoog dus. En hoewel het een subwooferloos systeem is, komt er wel degelijk aardig wat laag uit deze jongens.
Als je de B&W’s alleen gebruikt voor games en films kun je misschien wel spreken van enige overkill, maar voor muziek zijn ze absoluut geweldig.
Perfect voor: muziekliefhebbers met een dikke portefeuille die ook op hun pc niet zonder hifi kunnen. En die er niet mee zitten om een USB-poort op te offeren.
Creative T12
Chique is niet het woord dat ik zo meteen met de Creative T12 zou associëren – deze luidsprekers zijn goedkoop, en zo zien ze er eigenlijk ook uit. Ook qua geluidsweergave zijn het geen wereldtoppers. Aan de andere kant klinken ze alleszins veel beter dan het amechtige gekreun dat gewoonlijk uit de luidsprekertjes van een computermonitor komt.
En ze beschikken zowaar over de mogelijkheid om bluetooth te ontvangen. Wat dus betekent dat elke bron – een gsm, een tablet, eender wat – als geluidsbron kan dienen. En het beste bewaarden we tot het laatst: de T12’s kosten amper meer dan een computergame, namelijk zo’n 79,99 euro.
Perfect voor: wie de kwaliteit van de speakertjes in z’n monitor ontgroeid is. En voor wie z’n geluid via bluetooth wil/kan doorsturen. En niet te veel geld wil uitgeven.
2.1 – Alle goed dingen bestaan in drie
Soms kan een beetje (veel) extra bas geen kwaad, zeker niet wanneer je wel eens een actiefilm opzet of een spannende game speelt.
Sweex SP311
Dit olijke drietal van Sweex – twee luidsprekertjes en een sub – kost bijna niets. Maar dat is er hoegenaamd niet aan te horen. Niet dat ik wil beweren dat de SP311 volwaardig hifigeluid produceert – ik zou niet durven – maar de kwaliteit die je hier krijgt in verhouding tot de prijs is op zijn zachtst gesteld opmerkelijk.
Sets die tot twee keer zoveel kosten worden door de SP311 (42,95 euro) genadeloos naar huis gespeeld. Als je de hand op de knip wil houden, maar toch op zoek bent naar een betere geluidservaring, dan moet deze Sweex beslist op je verlanglijstje.
Nog meer goed nieuws? Wat dacht je van een extra ingang voor je mp3- speler en een hoofdtelefoonuitgang? Waar er dan wel op bespaard is? Eh, heb je ze al eens goed bekeken?
Perfect voor: wie véél geluid wil voor weinig geld. En voor wie niet wakker ligt van foeilelijk design.
Harman Kardon SoundSticks III
Een computerluidsprekerset die al aan z’n derde reïncarnatie toe is, dat kom je niet alle dagen tegen. Toch is precies dat de reden waarom er een III staat in de typebenaming van de SoundSticks (199,95 euro). De oorspronkelijke versie kon enkel in combinatie met Apple-computers gebruikt worden, maar gelukkig is dat al lang verleden tijd.
Het design is niet alleen bloedmooi, het is ook functioneel. Zo kan je de speakers zodanig achterover laten kantelen dat de geluidsgolven recht naar je oren gericht zijn. En dat helpt: het setje klinkt top, en zowel de bassen als de middentonen en de hoge tonen doen het uitstekend.
Wel idioot dat de aan/uitknop op de subwoofer zit – kun je dus elke keer onder je bureau kruipen – en dat het systeem een losse voedingsadapter nodig heeft. Maar toch, als je ze hoort spelen, dan leer je daar vanzelf mee leven. Als je dan ook nog rekening houdt met het unieke design, dan kunnen we niet anders dan concluderen dat de prijs-kwaliteitverhouding van de SoundSticks uitstekend is.
Perfect voor: mensen met een goede smaak. En die met plezier 200 euro willen uitgeven voor beter geluid. Zeker in zo’n fraaie verpakking.
5.1 – Geluid van overal
De beste keuze wanneer je je echt wil onderdompelen in de actie. Met een surroundsysteem fluiten de kogels je letterlijk om de oren en hoor je het struikgewas achter je ritselen.
Creative T6160
Ik heb nog al wel goedkope desktopspeakersetjes de revue weten passeren, maar deze Creative T6160 (79,99 euro) slaat echt alles. Zeg nu zelf, voor net geen 80 euro krijg je van Creative maar liefst zes luidsprekers mee naar huis. Nog geen 14 euro per stuk is dat. Onwaarschijnlijk.
En wonder boven wonder zijn ze nog behoorlijk goed ook. Ok, het geluid mist natuurlijk wel wat verfijning, en er zijn nog wel een paar zaken waar ik commentaar op zou kunnen geven, maar het is een feit dat deze rakkers gewoon stukken beter klinken dan je op basis van de prijs zou denken. Dat gemis aan verfijning is bij games en films overigens veel minder een probleem dan bij muziek.
Perfect voor: wie van surroundgeluid wil genieten rond z’n desktop voor zo weinig mogelijk geld. En voor wie games en film belangrijker zijn dan muziek.
Edifier S550
Dit is me het setje wel. De subwoofer is groter dan de exemplaren die je in menig huiskamer aantreft en de overige vijf luidsprekers zijn ook al flinke knapen. Niets voor de kleinbehuisden onder ons, met andere woorden. Maar als je bereid bent om genoeg ruimte op te offeren haal je met dit setje een geluidskwaliteit in huis die zijn gelijke niet kent. Toch zeker niet in een desktopomgeving.
Feit is ook dat dit setje lekker hard kan. Pompende, daverende, diepdonkere bassen: ze rollen er als vanzelf uit. En al dat basgeweld sluit naadloos aan op het mid en hoog van de vijf overige luidsprekers. Wel vervelend dat de centerluidspreker zo groot is. En dat ze bij Edifier per se 449,95 euro willen hebben voor dit setje.
Perfect voor: mensen die het groots zien. Perfectionisten. Audiofielen pur sang.
