Hoe de Franse politie de Toulouse-killer vond
Technologie speelde een grote rol bij de opsporing van de Toulouse-schutter. Maar toch geeft ouderwets speurwerk altijd de doorslag.
Een reeks bloedige aanslagen houdt Frankrijk en de rest van de wereld de afgelopen dagen in de greep. Een schutter op een scooter schoot drie schoolkinderen en een leraar van een Joodse school in Toulouse op klaarlichte dag neer. De dader wordt ook in verband gebracht met de moord op drie militairen in Toulouse en omgeving, omdat bij deze aanslagen hetzelfde voertuig en kaliber pistool werd gebruikt.
De eerste aanslag in die reeks, de moord op soldaat Imad Ibn-Ziaten op 11 maart, is waarschijnlijk doorslaggevend geweest voor de Franse politie om de dader(s) op het spoor te komen. Bij het doorzoeken van de computer van Ibn-Ziaten ontdekten de speurders dat de man kort daarvoor zijn motorfiets via het internet te koop had aangeboden. De militair werd tijdens het sluiten van die verkoop gedood.
Traceren via IP-adres
De advertentie, geplaatst op de Franse advertentiesite Le Bon Coin, werd volgens Le Nouvel Observateur zo’n vijfhonderd keer bekeken. Door de lijst van de bijbehorende IP-adressen te vergelijken met een eerder opgestelde lijst met verdachten, ontdekten de opsporingsdiensten dat een van de IP-adressen toebehoorde aan de moeder van een mogelijke dader.
Bron: Le Nouvel Observateur
Omdat online handelsplaatsen vaak tijdelijk de IP-adressen bewaren van hun bezoekers, onder meer om spammers te kunnen weren, kon de Franse justitie via de internetprovider al snel de adresgegevens opvragen.
Een IP-adres, dat computers identificeert binnen een netwerk, geeft websites de gelegenheid om tot op zekere hoogte te traceren vanwaar een bezoeker die site bezoekt. Met hulp van het tijdstip van dat bezoek en het IP-adres kan via een gerechtelijk bevel ook de exacte adresgegevens van de eigenaar worden opgevraagd bij een interprovider.
Camouflage
Het is mogelijk om je IP-adres af te schermen via een proxy, Virtual Private Netwerk (VPN) of het Tor-netwerk, wat opsporing zou bemoeilijken. Ook als iemand een publieke computer of andermans Wifi-verbinding gebruikt, kan dat de opsporing in het honderd kunnen doen lopen.
Maar in dit geval had de dader dit soort maatregelen niet genomen, waardoor het betrekkelijk eenvoudig was om bij de juiste persoon uit te komen.
Problemen met online video
Inmiddels is ook bekend geworden dat de schutter een kleine mobiele camera droeg, vermoedelijk van het type GoPro Hero2 MotorSports Edition. De Amerikaanse fabrikant verkoopt een speciaal harnas als accessoire, dat motorsportfanaten normaliter op de borst kunnen monteren om hun ritten te filmen.
De Franse politie zoekt verwoed naar eventuele beelden die zijn opgedoken op het internet, maar die zouden achteraf alleen maar kunnen worden gebruikt als aanvullend bewijsmateriaal. Terwijl het traceren via een IP-adres relatief eenvoudig is, zijn de mogelijkheden van opsporing via online video uiterst beperkt.
Locatiegegevens
Veel moderne foto- en videocamera’s slaan locatiegegevens en andere informatie op in een zogenoemd EXIF-bestand. Het aantal modellen dat dit standaard doet is echter nog beperkt. En zelfs als het originele beeldmateriaal deze EXIF-data nog bevat, maken online diensten tracering een stuk moeilijker.
Allereerst strippen sommige diensten routinematige EXIF-informatie uit foto’s, zoals bleek na klachten bij Facebook en Flickr. In het geval van videosites (bijv. YouTube of DailyMotion) vindt bovendien transcodering van het materiaal plaats, waardoor veel waardevolle broninformatie verloren gaat.
Uiteraard is het nog wel mogelijk om het IP-adres van de uploader te traceren, maar daarvoor moet wel worden aangeklopt bij de online dienst, die vaak in het buitenland is gevestigd.
Online opsporingsmethoden bieden dus veel mogelijkheden, maar het vinden van een verdachte heeft vaak meer te maken met ouderwets detectivewerk en een flinke portie geluk.