Interview: Paul Hermelin over privacy, informatisering en Europa

Aan het hoofd van één der grootste dienstenbedrijven ter wereld – ruim 140.000 medewerkers – staat Paul Hermelin. Hermelin is CEO van CapGemini sinds 2002 en was daarvoor kabinetschef op het Franse Ministerie van Financiën. Bovendien is hij van Belgische afkomst. Wij hadden een gesprek met deze veelzijdige man.

Over consumententechnologie:
Hermelin: “Eén generatie geleden ontstond alle ICT-vernieuwing nog in de zakenwereld, en die sijpelde dan zo door naar de consumentenproducten. Wij leerden IT te gebruiken aan de hand van de pc op kantoor. Nu komen de jongeren in het bedrijf en vinden ze de beschikbare technologie oersaai. Voor vernieuwing in de technologie moet je nu vooral naar de consumentenmarkt gaan kijken.
Consumententechnologie zal wellicht nog lang de business agenda mee bepalen. Kijk maar naar de nieuwste tablet van Microsoft, de Surface, die zelfs ten opzichte van Apple vernieuwend is. Op de iPhone krijg je steeds hetzelfde onveranderlijke icoon per app, terwijl de app van pakweg Le Monde regelmatig verandert en telkens de meest recente nieuwsfeiten toont. Wist je trouwens dat Microsoft heel wat van hun interfacetechnologie voor pc’s, tablets enzovoort uit hun Kinect-productlijn halen?.”

Over big data:
Hermelin: “Predictive analytics, het ontdekken van patronen op basis van de verwerking van gegevens uit het verleden, wordt the next big thing. Onder meer de bestrijding van fiscale fraude zal hier enorm door verbeteren. CapGemini is waarschijnlijk marktleider binnen Europa op het vlak van fiscale software, maar voorlopig blijft ons aanbod vooral beperkt tot gestructureerde data. Die ongestructureerde big data betrekken in dit geheel wordt steeds belangrijker, dus daar zullen we ons in de nabije toekomst steeds meer op toeleggen.”

[related_article id=”158578″]

Over ‘the internet of things’:
Hermelin: “Door technologieën zoals RFID gaan machines steeds vaker met elkaar praten om alles in goede banen te leiden en is er geen menselijke interactie meer vereist. Dat zal de efficiëntie en reactiesnelheid zeker ten goede komen.
Maar ook de interactie tussen machine en mens zal veranderen. Auto’s worden bijvoorbeeld steeds meer een ’information gateway’ voor de bestuurder. Idealiter leidt dit tot een verbetering van de levenskwaliteit voor de bestuurder. Een eenvoudig voorbeeld is dat je auto je ’s avonds via het internet laat weten dat je niet veel benzine meer hebt, zodat je hiermee rekening kan houden bij de planning voor de volgende dag, in plaats van dat vast te stellen wanneer je in de wagen stapt.”

Over te kleine wolken:
Hermelin: “Amazon is geen goedkope cloud, maar ze zijn wel flexibel: een platform waarop je zeer snel zeer veel kan realiseren. Daar moet je niet tegenop proberen te boksen met kleine initiatieven. Een kleine cloud met een Europese vlag eraan gekoppeld zal klanten heus niet overtuigen om van de gevestigde niet-Europese waarden af te stappen. En ik wil vooral waarschuwen tegen te kleine clouds. Wat heeft het voor zin om per telecomprovider een cloud op te zetten? Kunnen die niet samen uit dezelfde cloud tappen en elk op hun eigen voorwaarden aan de klant aanbieden? Waar het nu naartoe gaat, is soms belachelijk.
Dat hebben wij ook beseft: wij kunnen zelf geen gigantische cloud opzetten, dus hebben we gepartnerd met EMC om een volwaardig cloudaanbod te bieden. De klant hoeft niet te weten wie de basisinfrastructuur biedt, als ze maar met een betrouwbare partner in zee gaan.

Over privacy:
Hermelin: “Natuurlijk brengt het doorzoeken van niet-gestructureerde data ook het probleem van de privacy in de kijker. Het voorbeeld is gekend: Facebook leidt uit het navigeergedrag van een meisje af dat ze zwanger moet zijn en stuurt haar gerichte reclame rond babyvoeding, waardoor haar ouders ook begrijpen dat ze zwanger is. Hoe meer je linkt binnen Facebook, hoe meer je van jezelf prijsgeeft. Mijn dochter geeft alles van zichzelf prijs maar vindt privacy geen issue. Dat is waarschijnlijk ook waar alles naartoe evolueert. Scott McNealy, een voorvechter van het netwerkcentrisch model, zei me jaren geleden al: ‘Paul, privacy is nu echt wel verleden tijd’. Op zich is dat niet zo verbazend: per slot van rekening is privacy nog maar een recent verschijnsel. Tot de 19e eeuw wist iedereen alles van iedereen in het dorp. Wist jij toevallig iets niet over je buurman, dan was het de pastoor wel. Pas sinds de komst van de steden werd anonimiteit een basisrecht, maar dat is nu met de komst van Facebook en andere sociale netwerken wel definitief voorbij.
Het schrikbeeld van het boek ‘1984’ – de almachtige instantie die het individu bespiedt – is wel genuanceerder geworden: niet de individu’s worden gevolgd, maar de trends die alle individu’s samen realiseren. Dat was vroeger bijna onmogelijk – je had nooit genoeg spionnen om alle telefoons af te luisteren en zo trends te ontwaren – maar met de komst van Facebook en Twitter is dat dus wel perfect mogelijk.”

Over België:
Hermelin: “Ik woonde in België tot mijn elfde en heb dus wel wat Nederlands geleerd. Mijn broers en zussen zijn trouwens terug in België komen wonen, enkel ik bleef in Frankrijk. Natuurlijk is België een goed land om in te wonen, maar voorlopig hebben jullie nog niet voldoende lekkere wijnen (lacht).”

Over Europa:
Hermelin: “In de VS zien we een organische groei van ongeveer 10% bij CapGemini, in Europa blijft die beperkt tot 0 à 3%. We zien dus nog altijd een grote voorzichtigheid bij de Europese bedrijven: ze zijn nog niet geneigd veel risico’s te nemen op dit moment. Dat valt wel te begrijpen in de huidige situatie.
Ik heb jarenlang op het kabinet van het Ministerie van Financiën gewerkt – ik was wat ze in het Frans noemen ‘un caricature de l’establishment français’ (lacht) – maar of ik daardoor betere voorspellingen kan doen over de Europese financiële problemen? Laat ik het zo stellen: volgens mij zullen Europese politici altijd het nodige doen, maar zullen ze ook altijd te laat zijn. Kijk maar naar wat er onlangs met Spanje gebeurde: als Europa eerder met geld over de brug was gekomen, dan hadden ze de mallemolen van geruchten en vertrouwenscrisis veel meer onderdrukt en was de financiële last beperkter gebleven. Toch ben ik nog steeds optimistisch over Europa.
België is ook altijd enthousiast over Europa, maar dat is vaak uit de redenering: ‘hoe meer Europa, hoe minder België’ (glimlacht).”

Over de ideale gemiddelde leeftijd:
Hermelin: “In België is de gemiddelde leeftijd van de CapGemini-medewerker 36. Dat is eigenlijk te oud, want internationaal mikken we op 32 à 33. Ja, ik weet het: het klinkt tegenstrijdig met de stijgende pensioenleeftijd, maar u moet beseffen dat CapGemini actief is in de ICT-dienstensector, een sector die als start van een carrière moet dienen. Bij ons leert men de stiel en kan men met de opgedane ervaring doorgroeien in andere sectoren. Door bij vele bedrijven ex-medewerkers uit te zetten, creëren we ook een waardevol netwerk.
De meerderheid van onze jobs is ook bij uitstek geschikt voor jonge werknemers. In de VS, bijvoorbeeld, zit de meerderheid van onze medewerkers van maandag tot donderdag op verplaatsing in een andere staat, dat is minder geschikt voor mensen met opgroeiende kinderen. Maar ook in Europa kennen we dit fenomeen. Veel van onze Portugese medewerkers zitten op dit moment bijvoorbeeld in Angola, één van onze sterkst groeiende landen.”

Over diversiteit:
Hermelin: “De meeste marktleiders ter wereld hebben één dominante cultuur: voornamelijk Amerikaans of Indisch of ga zo maar door. Bij CapGemini is er meer diversiteit: wij zijn uitgebalanceerd van top tot basis. Er zitten bijvoorbeeld twee Indiërs in onze raad van bestuur.
Daarnaast streven we ook naar meer diversiteit in ons portfolio. We hebben tot nu volop ingezet op de industrialisering van onze dienstenactiviteit, vooral op het vlak van integratie. Nu wordt het tijd om meer in te zetten op innovatie en eigen oplossingen te bouwen in selecte sectoren. We zijn bijvoorbeeld heel sterk in het beheer van mode en kleding: zo hebben we onder meer contracten met Gap, Burberry en Levi’s, waarvoor we al innovatieve oplossingen bouwen, zoals automatische prijswijzigingen wanneer een product niet snel genoeg uit stock gaat.”