Hoe win je verkiezingen met Twitter?
De Lage Landen zijn een interessant voorbeeld van de verschillende manieren waarop de politiek omgaat met sociale media. In Nederland en België kan de situatie niet verder uit elkaar liggen. Twitter is in Nederland helemaal ingeburgerd, terwijl er in België nog altijd een vies geurtje aanhangt.
De verschillende houdingen van Nederlandse en Belgische politici tegenover Twitter kun je prachtig illustreren door de activiteiten van Geert Wilders in Nederland en Yves Leterme in België naast elkaar te leggen. “België kent Twitter vooral van de flaters van Leterme, die per ongeluk privéberichten op zijn publieke Twitter-account plaatste”, zegt Kristof Jacobs, politiek onderzoeker aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Jacobs vergelijkt dat geklungel met de manier waarop Geert Wilders Twitter naar zijn hand zet: “In Nederland nemen de media gretig de tweets van Wilders over. Uit onderzoek blijkt dat op een gegeven moment 25 procent van zijn tweets aanleiding gaven tot een bericht in de klassieke media.”
In Nederland is het belang van Twitter in politieke campagnes dan ook steeds groter. Bij de verkiezingen van 2010 zat 35 procent van de kandidaten op Twitter. Twee jaar later, bij de verkiezingen van 2012, liep dat cijfer al op tot 75 procent. Enkel de behoudsgezinde christelijk gereformeerden en lager geplaatste PVV-leden waren niet op het sociale netwerk te vinden.
In België gaat het er minder hard aan toe. “Ik heb de Belgische situatie niet uitvoerig bestudeerd, maar de Twitter-profielen van Elio Di Rupo en Bart De Wever spreken boekdelen,” zegt Jacobs. “Van De Wever zijn vier profielen te vinden: twee zijn duidelijk parodieën en eentje is gewoon een spookaccount met 16.000 volgers en geen enkele tweet. Die is wellicht aangemaakt zodat niemand die account kan inpikken.”
“De account van Elio Di Rupo is zeer afgelikt: er is een mooie lay-out, hij post zeer verzorgde boodschappen en doet dat consequent in het Nederlands en in het Frans. Alleen is dat geen typisch Twittergedrag. Zijn account lijkt meer op die van een modern persbureau.”
Helpt het?
Nu is het maar de vraag of al die activiteit op sociale media iets uithaalt. Als je ziet hoeveel moeite politici doen om zich in de kijker te werken, zou je vermoeden van wel.
Helaas, het effect van Twitter op het kiesresultaat is erg beperkt. “In Nederland kunnen we dat erg goed meten door het kiessysteem. Hier moet je een voorkeursstem op maximaal één kandidaat uitbrengen en niet op een partij. Daardoor konden we gemakkelijk factoren als etniciteit en geslacht uit de berekening halen. We becijferden dat de aanwezigheid op Twitter amper 100 tot 500 stemmen extra opleverde. Bij de verkiezingen in 2012 haalde niemand er ter persoonlijke titel een zetel mee.”
Dat is wel even een verschil met Obama die bij zijn verkiezingscampagne het grootste deel via kleine donaties uit internetcampagnes haalde. Maar De VS is een land waar mensen niet moeten stemmen (nu ja, dat is ook enkel in België verplicht), waar er maar twee partijen zijn en waar er actief stemmers geronseld worden door vrijwilligers.
Waarom zoveel moeite?
Waarom zou je als politieke kandidaat moeite steken in sociale media? Eerst en vooral hou je door je aanwezigheid op sociale media je vinger aan de pols van je kiezers. Je kan op Twitter gemakkelijk volgen waar mensen mee bezig zijn. Spreken ze over jou als politieke kandidaat, dan kan je inspringen in de discussie en eventuele rechtzettingen maken bij misverstanden.
Dus zelfs al levert Twitter niet veel op aan stemmen van volgers, het is toch een bruikbaar middel om te weten wat er leeft bij het electoraat. Op die sentimenten kunnen de politici dan inspelen.
Waar gaat het heen?
De volgende verkiezingen zijn in 2014. In België zijn dat Europese en federale verkiezingen, in Nederland zijn er Europese en gemeenteraadsverkiezingen. Gaan we dan meer Twitteractiviteit zien?
Kristof Jacobs voorspelt van wel. “Eerst duikt iedereen op Twitter op om erbij te zijn, om alvast die boot niet te missen. Dat is de ‘wij ook’-mentaliteit. Je zal zien dat er dan snel een professionele aanpak komt met begeleiding van socialemediagoeroes en onlinecampagnemanagers.”
Wie ambitie heeft om zo’n onlinecampagnemanager te worden, kan al maar beter even de jobomschrijving lezen. Hij moet advies verlenen aan individuele kandidaten (zeggen wat ze wel en niet mogen twitteren), de online gesprekken opvolgen (zien of de kandidaten bij de campagneboodschap blijven), het bereik via Facebook vergroten en de emoties van de burgers peilen.
De echt gehaaide onlinecampagnemanager houdt ook de relevante journalisten op Twitter in de gaten. “Als een journalist over een bepaald onderwerp tweet, dan kan je er donder op zeggen dat hij daar later een verhaal over brengt. De campagnemanager detecteert dit en neemt al preventieve actie om de juiste communicatie te voeren. Sociale media bieden partijen de mogelijkheid om de vierde macht in de gaten te houden,” zegt Jacobs.
De meest opvallende eigenschap van een socialemediagoeroe is bescheidenheid volgens Kristof Jacobs: “een goede onlinecampagnemanager is zich ervan bewust dat het internet maar één factor is die meespeelt. En het is nog niet eens de bepalende factor.”