Wat Apple fout doet met zijn toetsenbord
Apple heeft met de iPhone en iOS het virtuele toetsenbord gepopulariseerd. Hoewel dat ook niet zonder slag of stoot ging.
Toen in 2007 de iPhone uitkwam, was één van de meest gehoorde klachten dat het toetsenbord vreselijk was. “Je kunt er onmogelijk op typen”, “ik heb een fysiek toetsenbord nodig” enzovoort. Maar vervolgens wenden we allemaal aan het typen op het scherm. Vraag maar aan Blackberry.
Toen ik mijn eerste iPhone aanschafte, in 2007, kwam ik van een PalmOne Treo 700p en had ik dus zo mijn twijfels bij het ontbreken van een hardwaretoetsenbord. Maar zoals de rest van de wereld trainde ik mijn hersenen (en vingers) en heb ik sindsdien niet meer achterom gekeken.
[related_article id=”158256″]
Voor een bedrijf dat bekendstaat als vernieuwend heeft Apple de afgelopen zeven jaar echter niet veel meer gedaan met zijn toetsenbord. Het is waarschijnlijk één van de populairste invoermethodes op onze planeet, en toch staat een update voor het iOS-klavier al jarenlang tevergeefs op mijn verlanglijstje.
Maar voor ik mijn gebruikelijke klaagzang afsteek, moeten we het eerst even hebben over iOS 7.1. Ik was voorzichtig optimistisch over een mogelijke verbetering van het toetsenbord, maar Apple is erin geslaagd om het erger te maken. Ja, dat lees je goed – het iOS-toetsenbord is er in 7.1 op achteruit gegaan.
Hoezo, vraag je? Wel, om te beginnen is er de shift-toets. Apple heeft de shift-toets verpest in iOS 7. In de foto hierboven zie je, van links naar rechts, de capslock aanstaan (wat nog min of meer intuïtief is), dan de shift enkel ingedrukt, en dan de shift niet ingedrukt.
Welk genie heeft beslist dat de shift-toets er wit/normaal moet uitzien als hij ingedrukt is en grijs/afwijkend als hij niet ingedrukt is? Over tegendraads gesproken! Als alle andere toetsen in normale modus wit zijn, dan houdt het steek dat de niet-ingedrukte shift-toets ook wit is. Een gemiddeld mens zou dan verwachten dat als de toets grijs is, er iets anders aan is (namelijk, dat hij ingedrukt is).
Nogmaals: hoe slaagt Apple erin om iets doodeenvoudig als een shift-toets te verknallen? Doe een korte zoektocht op Google en je vindt al snel verschillende “how to”-artikels om gebruikers uit te leggen hoe je kan zien of shift aanstaat of niet. Dat kan je als een teken aan de wand beschouwen…
Boven: in iOS 6 was de shift-toets standaard grijs en werd hij blauw als je hem aantikte, wat veel eenvoudiger te zien is dan het iOS 7-keyboard.
En als we dan toch bezig zijn: hier zijn nog een aantal aspecten van het iOS-toetsenbord die dringend aangepast mogen worden.
Hoofdletters
Mijn grootste ergernis bij het iOS-toetsenbord is het feit dat het altijd IN HOOFDLETTERS STAAT – zoals een oude typmachine, of nog erger, de Treo 700p en BlackBerry’s. Een van de voordelen van een virtueel toetsenbord is dat je het naar wens kan aanpassen. In elk ander mobiel OS zie je de letters op je toetsenbord in het klein als je kleine letters wil typen, en in hoofdletters als je caps(lock) aanzet. Apple weigert dit toe te voegen.
Het lijkt wel alsof Jony Ive of een van zijn aanhangers beslist heeft dat kleine letters lelijk zijn en nooit een iPhonescherm mogen besmeuren. Het probleem is dat Apples vorm-boven-functie-ontwerp hier de productiviteit van zijn gebruikers belemmert. En dat moet dan gecompenseerd worden met het idiote shift-toetsgedrag zoals ik hierboven beschreef.
Als Apple het onderscheid tussen kleine letters en hoofdletters op de toetsen zou weergeven, zou er geen shift-probleem zijn, want dan zou het altijd perfect duidelijk zijn of de shift ingedrukt was of niet. Stel je dat voor.
Vijfde rij toetsen
Apple moet een vijfde rij toetsen toevoegen boven aan het toetsenbord om de cijfers bereikbaar te maken. We leven in een tijd waarin sterke wachtwoorden noodzakelijk zijn, waardoor we met de regelmaat van de klok cijfers moeten invoeren op onze toestellen. Maar Apple weigert om een rij cijfers toe te voegen aan het toetsenbord.
Hoewel er een trucje bestaat om sneller te wisselen tussen letters en cijfers (raak de .?123-toets aan en sleep naar het gewenste cijfer zonder los te laten), zou het toch erg handig zijn om die laatste altijd bij de hand te hebben. Als het te veel schermruimte inneemt, zouden ze het nochtans gewoon als optie beschikbaar kunnen maken.
Gelukkig staat Apple wel toe dat appontwikkelaars een extra rij toetsen toevoegen in hun apps. Zo heeft de WolframAlpha-app een toetsenbord in drie verdiepingen, dat desgewenst een massa functionaliteit kan toevoegen.
Haptische respons
Toen we allemaal overstapten van fysieke naar virtuele toetsenborden, moesten we er het gevoel van een ingedrukt knopje voor opgeven. En hoewel Apple-gebruikers het tot hiertoe hebben weten te rooien zonder, zou een vorm van bevestiging dat je die toets ook echt aangeraakt hebt echt wel welkom zijn.
Androids toetsenbord biedt haptische feedback aan als een optie, en hetzelfde zou ik ook graag zien bij iOS. Gek genoeg krijg je wel haptische respons als je op de iPhone 5S vingerafdrukken aan het ‘aanleren’ bent aan Touch ID, maar geeft Apple je deze mogelijkheid niet bij het typen.
Externe toetsenborden
Gebruikers slagen erin om tot 120 WPM te halen met nieuwe toetsenborden van bedrijven als Swype en Fleksy, maar Apple laat geen externe toetsenborden toe op iOS.
Het bedrijf uit Cupertino is bang dat apps met slechte bedoelingen op die manier al je aanslagen zullen vastleggen, maar is dat nu niet net waar Apples keurproces – dat elke app moet doorlopen voor zij in de App Store mag worden aangeboden – voor gemaakt is?
Hoewel er een heleboel dingen zijn die Apple wél goed aanpakt met het iOS-toetsenbord, vind ik het ontbreken van een lower-case toetsenbord en het shift-toetsfiasco onaanvaardbaar.