Vooral gewone webgebruikers bespioneerd door NSA
Het merendeel van de communicatie via internet die opgepikt is door de Amerikaanse National Security Agency (NSA) tijdens spionagepraktijken van digitale netwerken, is volgens de Washington Post niet van de beoogde doelen maar van gewone gebruikers.
Uit een onderzoek van vier maanden naar de cache van onderschepte gesprekken, gelekt door Edward Snowden, blijkt dat negen van de tien personen niet tot de beoogde doelwitten horen. Zij zijn vast komen te zitten in het net dat de Amerikaanse inlichtingendienst voor iemand anders heeft gespannen, meldt de krant. Veel van die onbedoelde vangsten zijn reguliere internetgebruikers. Dit is op te maken uit 160.000 onderschepte e-mails en conversaties.
[related_article id=”158578″]
Veel openbaringen
Bijna de helft van de onderzochte bestanden bevat een of meerdere namen, e-mails en andere informatie die behoort tot inwoners van de Verenigde Staten. Hoewel de NSA meer dan 65.000 referenties heeft verborgen, kon de Post toch nog bijna 900 verwijzingen vinden naar Amerikaanse burgers.
De Washington Post beschrijft de online gesprekken niet in detail, maar stelt dat de cache “recente openbaringen bevat over een nucleair project in een ander land, de dubbele agenda van een zogenaamde bondgenoot, een militaire calamiteit van een niet zo vriendschappelijke natie en de identiteiten van agressieve hackers van Amerikaanse computernetwerken.”
Voyeuristisch
De spionagepraktijken leiden soms wel tot iets goeds. Het oppakken bijvoorbeeld van terrorismeverdachten, onder wie Umar Patek, een van de mensen achter de bomaanslag op het Indonesische eiland Bali in 2002. Toch hebben veel bestanden die aangemerkt zijn als nutteloos iets voyeuristisch over zich. Er staan intieme zaken in als liefdes, buitenechtelijke seksuele relaties, politieke en religieuze conversies en financiële angsten.
De NSA mag officieel alleen buitenlanders bespioneren die zich niet in Amerika bevinden. Wanneer dit niet het geval is heeft het agentschap een bevelschrift nodig van een speciaal spionagegerechtshof. Dit is in 2008 vastgelegd in het controversiële Prism-programma, geautoriseerd in sectie 702 van de Foreign Intelligence Surveillance Act.