Gezichtsherkenner grijpt voortvluchtige na 14 jaar
Neil Stammer, een Amerikaan die verdacht wordt van seksueel misbruik en kidnapping, was al sinds 2000 voortvluchtig. Nu, veertien jaar later, is hij opgepakt in Nepal, met dank aan software voor gezichtsherkenning.
Gezichtsherkenning lokt altijd het nodige debat uit, maar dat de technologie, met de nodige regulatie, nuttig kan zijn, bewijst de zaak van Stammer wel. Zijn doodgelopen zaak werd eerder dit jaar opnieuw geopend door een FBI-agent die als taak kreeg voortvluchtige misdadigers op te sporen.
[related_article id=”161920″]
Zijn uiteindelijke arrestatie kwam echter via een omweggetje: de Diplomatic Security Service, die zich bezighoudt met het opsporen van valse Amerikaanse paspoorten, begon dit jaar met het uittesten van de herkenningstechnologie om paspoortfraude op te sporen.
Stammers recent opnieuw vrijgegeven Wanted-poster werd door hun systeem gelinkt aan een zekere Kevin Hodges, die in Nepal woonde en er Engelse les gaf. Stammer was daarna niet moeilijk te vinden; hij was er duidelijk van uitgegaan dat niemand hem ooit zou kunnen opsporen.
Hoewel deze technologie de laatste jaren steeds meer aandacht krijgt van zowel politiediensten als commerciële instanties, is er nog veel publieke weerstand tegen. Zo kreeg de FBI in april van dit jaar een hele storm van protest over zich heen toen bleek dat ze een databank voor gezichtsherkenning aan het aanleggen waren die volgend jaar meer dan 52 miljoen afbeeldingen zou bevatten.
In de States zijn er ook verschillende partijen die zich zorgen maken rond de implicaties op de privacy.
