Waarom NASA’s rovers niet van het Marswater mogen drinken
Begin deze week kondigde de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA trots aan dat er met honderd procent zekerheid vloeibaar water stroomt aan de oppervlakte van Mars. Het water is wel extreem zout en bovendien stroomt het alleen tijdens de Mars-zomer, maar de vondst is desalniettemin geweldig belangrijk. De kans dat Mars ooit leven had of misschien nog heeft stijgt zienderogen, maar om dat te onderzoeken moeten we het water van dichterbij bekijken.
Rovertjes
Een mens zal morgen nog niet meteen op Mars rondhuppelen, maar als mensheid zijn we desalniettemin mooi vertegenwoordigd door de nucleaire jeep Curiosity en z’n kleinere doch oudere broertje Opportunity. Bovendien staan er nog nieuwe rovers op het programma, zoals de Europees-Russische ExoMars-missie.
Geen van die Rovers mag echter een poot, wiel, camera of ander onderzoeksobject in de buurt van het water houden. De reden: een internationaal verdrag getekend in 1967. Het verdrag over de principes aangaande de activiteiten van staten in de verkenning en het gebruik van de ruimte, inclusief de maan en andere hemellichamen is een VN-verdrag, door zowat alle landen goedgekeurd, van Afghanistan en België over de VS en Rusland tot Congo en Zambia (dat overigens ooit zelf een ruimtevaartprogramma had).
Gevaarlijke bacteriën
Artikel IX van de sexy-klinkende overeenkomst bepaalt onder andere dat alle landen tijdens hun verkenning van andere planeten er alles aan zullen doen om “contaminatie te voorkomen.” Dat wil in de praktijk zeggen dat iedereen die de ruimte verkent er voor moet oppassen om geen schade toe te brengen aan andere hemellichamen met aardse rotzooi. In casu: bacteriën.
Het vloeibaar water op Mars huisvest misschien Martiaans leven, maar het is vrijwel zeker mogelijk voor aardse organismen om er in te gedijen. Als er bijvoorbeeld een microbenfamilie woont op de linkervoorband van Curiosity, dan kan die beslissen om te verhuizen wanneer de rover door een plas rijdt. Het gevolg: er is leven op Mars. Aards leven. Door de mens geplaatst. Gebeurt dat, dan wordt het een stuk moeilijker, zo niet onmogelijk, om eventueel echt Martiaans leven degelijk te bestuderen.
https://www.youtube.com/watch?v=IoNo3ALtCIY
Planetaire beschermingseenheid
De bepalingen van Artikel IX worden verder uitgepluisd in de COSPAR Planetary Protection Policy. NASA houdt zichzelf aan de internationale overeenkomsten met de hulp van de Office of Planetary Protection. Die dienst zorgt er voor dat NASA-missies een buitenaardse omgeving niet om zeep helpen. Andersom, wanneer er ooit leven op Mars wordt ontdekt, zullen ze er eveneens op toekijken dat we geen Marsbacterie op de aarde loslaten.
Ruimteschepen en rovers worden natuurlijk gesteriliseerd en in een schone ruimte samengesteld. Vervolgens gaan ze een raket in, waarna ze in het geval van Marsverkenning een dikke 400 miljoen kilometer door het vacuüm van de ruimte sjezen. Onherbergzaam genoeg zou je denken, en dan vergeet je misschien de dodelijke kosmische radiatie nog. Zelfs een eencellige overleeft dat niet. Of toch?
Extremofielen en beerdiertjes
Misschien wel, zo blijkt. Een experiment aan boord (of net niet) van het Internationale Ruimtestation ISS toonde al aan dat bacteriën kunnen overleven aan de buitenkant van een ruimteschip, en de aarde krioelt van zogenaamde extremofielen: diertjes die genieten van de meest vijandige omstandigheden. Naast de extremofielen zijn er ook beestjes die niet genieten, maar wel overleven in vijandige omstandigheden.
Er zijn voorbeelden genoeg maar de redactiefavoriet is zonder twijfel de beerdiertjes of de Tardigrada. Dat minibeestje maakt geen probleem van vacuüm, ioniserende stralingen, temperaturen tegen het absolute nulpunt of kokend water. Eten doen ze wel, al kunnen ze tien jaar zonder. Nu zal er geen familie beerdiertjes op Curiosity zitten, maar het is niet 100 procent uit te sluiten dat er een organisme is meegereisd met onze verkenningsrobot.
Middelvinger
Resultaat: omdat NASA niet kan uitsluiten dat Curiosity besmet is, mag de rover niet in de buurt van het water komen. Hetzelfde geldt voor Opportunity en naar alle waarschijnlijkheid ook de toekomstige Marsrobots. Dat het verdrag een collectieve dikke middelvinger te zien krijgt de dag dat we als mensheid een bemande missie naar Mars sturen is reëel, maar zo ver zijn we dus nog niet.
[related_article id=”160903″]De regio’s met water zijn niet de enige en ook niet de eerste waar geen robots mogen landen. In het geval van Mars houdt de Mars Exploration Program Analysis Group, zich bezig met het definiëren van ‘speciale regio’s’. In die regio’s is het theoretisch mogelijk voor aardse organismen om zich voort te planten, en dus blijven niet zeker gesteriliseerde toestellen er beter weg.
Marspoes
Dat is begrijpelijk maar tegelijk ook jammer. Curiosity bevindt zich op rijafstand van een seizoensgebonden Marsrivier. Zo’n 50 kilometer, volgens ScienceAlert. Dat is ver: de Rover reed nog geen negen kilometer over de rode planeet. Toch zou een onderzoek haalbaar zijn. De rover Opportunity legde al een marathon af op Mars, dus het overbruggen van een afstand van 50 kilometer door een grotere, modernere jeep is niet ondenkbaar.
“Curiosity killed the cat”, zo zeggen onze Engelstalige vrienden. Voorlopig zorgen COSPAR en het Internationale VN-verdrag er vooral voor dat Curiosity niet per ongeluk de evolutionaire voorvader van de Marskat in een plas dropt en er zo eentje tot leven wekt.