Waarom je tablet nu al overbodig is
De kans is groot dat je zelf een tablet ter beschikking hebt thuis. 58 procent, als we het digiMeter-rapport van iMinds mogen geloven, maar wij vermoeden dat dat percentage bij onze lezers nog iets hoger zal liggen. Mogelijks gebruik je die tablet echter nauwelijks. Vreemd zou dat niet zijn: waar 69 procent van de bezitters in 2014 hun toestel nog één keer per dag vastnamen, daalde dat cijfer in 2015 tot 53 procent. Het meest frappant is de hoeveelheid mensen die het ding gewoonweg niet gebruikt. Waar twee jaar geleden acht procent hun tablet als niet meer dan een veredelde onderlegger gebruikte, steeg dat aantal vorig jaar tot maar liefst 19 procent.
Smartphone vs tablet
Daar zijn twee duidelijke verklaringen voor. De eerste zal erg duidelijk zijn voor wie de evolutie van de smartphone wat opvolgt. Probeer maar eens een toestel te pakken te krijgen met een schermdiagonaal van minder dan 5 inch. In het high-end segment bestaan er nog welgeteld twee ietwat kleinere smartphones: de iPhone van Apple en de Xperia Z5 Compact van Sony. Bovendien overtreft de resolutie van de dingen vaak die van je tv. Tot slot biedt een Android-tablet nauwelijks meerwaarde tegenover een Android-telefoon, iets wat Googles Pixel C pas nog pijnlijk duidelijk maakte. Er is dus vrijwel niets dat een tablet kan maar je smartphone niet. Je mobiele telefoon heeft dezer dagen een formaat dat de meeste mensen schijnbaar aangenaam genoeg vinden om zowat alles op te doen.
Persoonlijk toestel
Langs de andere kant speelt personalisering mee, denkt professor Lieven De Marez van de universiteit van Gent en iMinds. Zowat alle diensten proberen hun aanbod te cateren aan individuele gebruikers. Denk maar aan Netflix, dat suggesties op basis van je kijkgeschiedenis geeft, of Spotify, dat hetzelfde doet aan de hand van je muzieksmaak. “Ons onderzoek wijst uit dat een heel groot deel van de tablets gezinstoestellen zijn. De tablet is van iedereen in het gezin en iedereen gebruikt hem. Dat is vaak nefast voor die personalisering.” De redenering is niet moeilijk te volgen: niemand wil de K3 nummers van zijn oogappel zien verschijnen tussen zijn epische Bowie-memorialplaylist op Google Music.
Een smartphone is in contrast wel een persoonlijk toestel. In combinatie met de grotere schermen van vandaag, is er dus weinig tot geen voordeel verbonden aan de smartphone. De digiMeter toont aan dat de tablet over de ganse lijn aan populariteit inboet ten voordele van de smartphone.
Verzadiging
Dat heeft bovendien zijn invloed op de verkoop. Het aantal tabletbezitters steeg tussen 2011 en 2014 ieder jaar met ongeveer 14 procent. Aan die groei kwam in 2015 een erg plots einde: het aantal mensen met toegang tot een tablet ging met amper twee procent vooruit van 56 naar 58 procent.
De conclusie lijkt duidelijk: de tabletmarkt is verzadigd. Daarmee sluit de tablet zich aan bij laptops, desktops, consoles, digitale tv en internet, die allemaal al enkele jaren tegen een plafond aanzitten. De enige groeier: de smartphone. In 2014 had 57,3 procent van de Vlamingen er ééntje, vorig jaar was dat 68,5 procent. “Die stijging is voor een groot deel te danken aan senioren, die de smartphone eindelijk ook omarmen”, aldus De Marez. Ondanks de stijging doet Vlaanderen het toch niet zo goed. Maar liefst 84 procent van de Nederlanders loopt ter vergelijking met een smartphone rond.