NASA en KU Leuven analyseren atmosfeer superaarde
55 Cancri e bevindt zich op ongeveer 40 lichtjaar van onze aarde maar dat hield wetenschappers niet tegen om de atmosfeer van de planeet aan nader onderzoek te onderwerpen. De zogenaamde superaarde, een label voor vaste planeten die groter en zwaarder dan onze eigen wereldbol zijn, blijkt omgeven door onder andere waterstof en helium, maar geen waterdamp.
Het onderzoek gebeurde door doctoraatstudente Olivia Venot van de KU Leuven in samenwerking met Britse wetenschappers. Ze maakten gebruik van de Hubble-ruimtetelescoop van NASA en ESA om de planeet te observeren. Die keek naar 55 Cancri e terwijl die vanuit het standpunt van de aarde voor haar eigen ster bewoog.
Licht als klikspaan
Hoewel het natuurlijk niet mogelijk is om een meetinstrument in de atmosfeer van de verre planeet te steken, kunnen wetenschappers heel wat afleiden uit een diepgaande analyse van de manier waarop licht van een ster langs een ver hemellichaam tot bij ons raakt. Verschillende atomen absorberen verschillende golflengtes, dus door te kijken welke specifieke golflengtes ontbreken is het omgekeerd mogelijk om af te leiden welke moleculen in een atmosfeer aanwezig zijn. Die onderzoeksmethode, spectografie genaamd, is essentieel voor het onderzoek van verre buitenaardse objecten.
[related_article id=”171996″]Lekker warm
Volgens de onderzoekers bevat de atmosfeer van 55 Cancri e naast waterstof en helium ook grote hoeveelheden waterstofcyanide. Die erg giftige stof maakt de planeet niet meteen een aantrekkelijke reisbestemming al zijn er nog andere redenen om ze links te laten liggen op een tripje door het universum. Zo zal de temperatuur op het oppervlak, die oploopt tot 2.000 graden Celsius, zelfs de meest enthousiaste zonneklopper afschrikken.
De grote hoeveelheden waterstofcyanide doen onderzoekers verder vermoeden dat de atmosfeer heel wat koolstofatomen bevat. Dat dachten astronomen al langer, wat 55 Cancri e de bijnaam ‘diamanten planeet’ opleverde. Het volledige onderzoek werd online geplaatst op de website van het vakblad Astrophysical Journal.