Nvidia propt kracht van 250 servers in één DGX-1-superdoosje
Op de GPU Technology Conference laat Nvidia duidelijk zien dat GPU niet meer zomaar grafische kaart betekent. Op het event introduceert CEO Jen-Hsun Huang de DGX-1, een plug&play-doosje met supercomputer-allures. Huang maakt zich sterk dat de DGX-1 even krachtig is dan 250 klassieke servers voor bepaalde opdrachten. Het krachtige stuk hardware is gemaakt voor de uitdagingen van de toekomst, meer bepaald machine learning en onderzoek naar artificiële intelligentie.
Deep learning
Het toestel speelt daarmee in op de het steeds belangrijker wordende veld van deep learning. Het idee dat computers aan de hand van ingewikkelde algoritmes, zogenaamde neurale netwerken, zichzelf dingen kunnen aanleren leidde de laatste jaren tot spectaculaire resultaten. Denk maar aan de Google DeepMind-divisie die ons Go-kampioen AlphaGo bracht, Google Foto’s, Cortana, de bots van Microsoft en zelfrijdende wagens.
Deep learning vereist de verwerking van enorme hoeveelheden data. Parallel computing met de hulp van gpu-accelerators biedt daar een grote meerwaarde. Nvidia-hardware zit niet voor niets in ’s werelds snelste supercomputers ingebouwd. Waar een processor uit vier superkrachtige cores bestaat, heeft een gpu honderden rekenkernen. Die zijn individueel aanzienlijk minder krachtig maar bij de verwerking van massa’s data is kwantiteit belangrijker dan rauwe kracht per kern.
Mini-supercomputer
Nvidia weet met andere woorden wat het doet. De DGX-1 is gebaseerd op de Pascal-architectuur. Onder de motorkap zitten Tesla P100-accelerators (gpu-computers), aan elkaar gekoppeld met Nvidia Link: een geavanceerde interconnect. De DGX-1 is dus samengesteld als een kleine supercomputer. Verder heeft het systeem een royale zeven terabyte aan SSD-opslag aan boord.
De GPU-fabrikant vergeleek zijn DGX-1 met een computer uitgerust met een Xeon E5-2697 v3. In een scenario waarbij de computer zichzelf in een taak moest trainen klaarde de DGX-1 de klus in 2 uur, de computer met een klassieke processor in 6,25 dagen. De Xeon legt ter vergelijking 3 TFLOPS voor de dag, de DGX-1 170 TFLOPS. Ter illustratie: de KU Leuven wil dit jaar een supercomputer onthullen met een rekencapaciteit van 600 TFLOPS.
Heel krachtig, heel duur
Iedereen die bezig is met machine learning kan de DGX-1 gebruiken al benadrukt Nvidia dat het systeem van pas komt in het onderzoek naar een zelfrijdende wagen. Huang positioneert het toestel als een onderdeel van Drive PX, een krachtige en intelligente on board-auto AI. Drive PX kan je, als alles goed gaat, eind dit jaar aan het werk zien in ’s werelds eerste volledig geautomatiseerde autorace.
Het doosje is niet groot maar het prijskaartje is dat wel. Eén exemplaar kost je 129.000 dollar. Wie bezig is met high performance computing zal daar zijn hand echter niet voor omdraaien. Zelf gebricoleerde oplossingen zijn niet persé goedkoper, ze zijn altijd groter en zeker niet handiger.
