Verwarrende schermtypes: de verschillen tussen OLED, AMOLED, Retina en LCD
Technologiefabrikanten kunnen soms onnodig complex communiceren over hun product. Met een mix van pure marketingtermen en termen die effectief bestaan, maken ze het onmogelijk voor de gewone consument, of zelfs voor de echte technologie-enthousiastelingen, om er nog iets van te snappen. We brengen meer duidelijkheid in de dichte mist van vage begrippen bij smartphone-schermen.
Retina-marketing
Laat ons even met het eenvoudigste van start te gaan: een Retina-scherm bestaat niet. Voilà, het is eruit. Retina is een pure marketingterm die bedacht werd in Cupertino. Retina is simpelweg de Latijnse benaming voor ‘netvlies’. Een Retina-scherm is niets meer of minder dan het LCD-scherm op je pc of smartphone. Op LCD komen we later nog terug.
In een poging om zijn eigen term toch nog enige legitimiteit mee te geven, legde Apple in het verleden verklaringen af over wat Retina zou betekenen. “Blijkbaar is er een magisch getal om en bij de 300 pixels per inch. Als je een scherm met zo’n pixeldichtheid 10 tot 12 inch van je ogen houdt, bereikt je netvlies een limiet waardoor het geen pixels meer kan onderscheiden.” Dat verklaarde Apple CEO Steve Jobs ooit.
Achterhaald
Ondertussen stoppen fabrikanten, inclusief Apple, veel meer pixels in hun schermen. Apple noemt scherm van de iPhone 6s dan ook ‘Retina HD’. Steve Jobs’ ‘’magisch getal’’ is dus duidelijk achterhaald. In de praktijk zie je ook echt een verschil tussen een smartphone-scherm dat enkel Full HD content (1080p) kan tonen, en één dat ook WQHD content (1440p) kan weergeven.
Bovendien brengt meer pixels per inch alleen maar meer voordelen als je je smartphone bijvoorbeeld wilt gebruiken voor virtual reality content via Google Cardboard. In dat geval kom je namelijk met je ogen heel dicht in de buurt van je scherm waardoor pixels wel zichtbaar worden. Zelfs als je smartphone een hoge WQHD-resolutie heeft. Voor dergelijke toepassingen zijn 4K-schermen in smartphones dus wel degelijk geen overkill.
LCD
LCD staat voor ‘Liquid Crystal Display’. De schermen zijn door een chemisch proces gemaakt op basis van vloeibare kristallen. Alle pixels van LCD-schermen worden tegelijk langs de achterkant verlicht. De twee belangrijkste types van LCD-schermen die je in smartphones terugvindt, zijn de TFT LCD-schermen en IPS LCD-schermen.
TFT LCD-schermen kwamen als verbetering van de allereerste LCD-schermen . Ze leverden een duidelijke vooruitgang in beeldkwaliteit af. Aan de andere kant zijn ze minder energiezuinig dan die andere variant, IPS LCD. Volgens hedendaagse standaarden is IPS duidelijk de betere van de twee. Flagship-telefoons met een LCD-scherm komen dan ook normaal gesproken met IPS LCD. De productiekosten liggen misschien wel hoger dan bij TFT-schermen, maar ze zijn zuiniger en zorgen meestal voor een betere kijkhoek.
Super LCD
De HTC 10, het nieuwe vlaggenschip van HTC, komt met een ‘Super LCD’-scherm. Is ook dat een schaamteloze marketingterm? Niet helemaal. Een bedrijf genaamd ’S-LCD’, dat in het bezit is van Samsung, maakt een eigen vorm van LCD-panelen.
De schermen vormen een lichtjes aangepaste versie van de normale LCD-panelen. De schermen worden door soms als mooier bestempeld, omdat er minder ruimte is tussen het buitenste glas van het scherm en het schermelement, de elektronica erachter. Daardoor wordt het soms beschreven alsof je dichter bij het scherm bent met je ogen. De schermen zijn ook energiezuiniger dan de meeste LCD’s, en ook beter zichtbaar in direct zonlicht.
OLED
OLED staat voor ‘Organic Light Emitting Diode’. OLED-schermen werken heel anders dan LCD. OLED- worden gemaakt van organisch materiaal, en elke pixels geeft individueel licht. Er is geen sprake van backlight zoals bij LCD. Wat dat allemaal voor verschillen oplevert, komt later terug in de voor-en nadelen van OLED en LCD.
De twee voornaamste soorten van OLED-schermen heten PMOLED en AMOLED. De ‘PM’ staat voor pasive matrix en de ‘AM’ voor active matrix. PC’s, smartphones en TV’s werken niet met PMOLED. De technologie is meestal beperkt tot schermdiagonalen van amper 3 inch (ca. 7,6 cm), denk daarbij bijvoorbeeld de schermen van mp3-spelers. Daarnaast hebben pixels in PMOLED een kortere levenscyclus. Het enige voordeel is dat ze veel goedkoper en eenvoudiger zijn voor fabrikanten om te produceren.
Retina OLED?
Het bovenstaande wil dus zeggen dat het OLED uit TV’s en monitors eigenlijk het AMOLED uit smartphones is. Dat de term ‘AMOLED’ dus vaak niet in de context van TV’s en monitors wordt gebruikt, maakt het onnodig moeilijk.
Om even terug te komen op de iPhone-geruchten voor 2017, Apple zou volgend jaar overschakelen van IPS LCD (zogezegd Retina HD) naar AMOLED. Net als veel concurrenten die hen zijn voorgegaan. Het valt daarom nog ten zeerste te betwijfelen of Apple de term ‘AMOLED’ ook effectief zal gebruiken. Mogelijk wordt het OLED, of misschien wel Retina OLED, wie weet.
Super AMOLED
Een term die Samsung gebruikt voor de schermen van zijn high-end telefoons is ‘Super AMOLED’. Je kan het vergelijken met het geval van Super LCD. Deels is het een marketingterm waarmee Samsung wil beweren dat zijn schermen superieur zijn tegenover andere, maar langs de andere kant zit er toch ook een verschil in technologie.
Super AMOLED-schermen zijn in feite een geavanceerdere vorm van AMOLED. De basistechnologie is dezelfde, maar Samsung integreert de touch sensoren rechtstreeks in één enkele schermlaag in plaats van ze los van het schermpaneel te bouwen. Dat zorgt voor een hogere helderheid en zuinigheid voor de schermen.
AMOLED versus LCD
LCD en AMOLED zijn al jaren aan een strijd bezig, en AMOLED lijkt die langzamerhand te gaan winnen. Fabrikanten die LCD-schermen, ook ‘Super’ LCD schermen, in hun flagship-telefoons brengen worden daar steeds vaker op afgerekend. We kijken even wat de troeven van beide schermtypes zijn:
Voordelen van AMOLED:
- Contrastrijke kleuren en natuurlijke zwartwaarden
- Energiezuiniger in geval van de weergave van donkere kleuren en bij zwart doordat pixels individueel oplichten
- Dunner en lichter
- Flexibele schermen zijn een mogelijkheid
- Snellere reactietijd
- Geen backlight bleeding
Voordelen van LCD:
- Langere potentiële levensduur
- Goedkoper
AMOLED superieur
AMOLED heeft dus duidelijk meer te bieden dan LCD. De schermen leveren doorgaans mooiere kleuren en zwartwaarden op. Bovendien blijft de productie ervan almaar toenemen waardoor ook de kostprijs van de schermen omlaag gaat.
Er wordt ook gewerkt aan de levensduur van AMOLED-schermen. Nu bestaat de kans bij AMOLED dat individuele pixels de geest geven. LCD, dat gebruik maakt van backlight, heeft dat probleem niet. Wel bestaat er de mogelijkheid dat een LCD-scherm licht lekt dankzij zijn backlight. In dat geval zie je in witte gloed van licht rond de schermrand als je scherm zwart zou moeten weergeven. Backlight bleeding is een typisch LCD-probleem.
Conclusie
De boodschap is dus duidelijk: allen naar AMOLED. Als ook Apple met zijn iOS-apparaten de overstap massaal zou maken, dan betekent dat een zoveelste overwinning voor AMOLED. Als de productiekosten almaar blijven zakken, zal LCD het moeilijker krijgen. Fabrikanten die zich aan LCD blijven vastklampen, zullen het ook altijd maar lastiger krijgen om die keuze te verantwoorden. Het gebruik van ‘Super LCD’ zal daarbij niet baten.
AMOLED wacht een heldere toekomst. Volgend jaar zouden we vermoedelijk ook de eerste massaproductie-telefoons met flexibele schermen moeten zien. Onder meer Samsung en Lenovo zouden daar aan werken. Ook in die nieuwe technologie kan AMOLED zijn opmars verderzetten