Meltdown-patch vertraagt AWS en maakt Azure onstabiel
Nadat begin deze week een belangrijk lek in Intel-processors voortijdig werd onthuld, proberen cloudproviders met spoed hun servers te updaten om zich te beschermen tegen misbruik. De bug, die de naam Meltdown meekreeg, is te vinden in zowat alle Intel-processors van de laatste 20 jaar. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat veel cloudprovider moeten afrekenen met de gevolgen van Meltdown.
Vertragingen en foutmeldingen
De gehaaste uitrol van patches tegen de bug laten zich voelen in de sector. Zo ondervindt het Microsoft Azure-platform problemen in West-Europa. Klanten hebben moeite om hun virtuele machines terug online te krijgen nadat ze de Meltdown-patch installeren. Microsoft heeft zijn klanten te laten weten dat het aan het probleem werkt, maar dat het geen definieve tijdsaanduiding kan geven wanneer het van de baan zal zijn.
[related_article id=”173758″]
Ontwikkelaars waarschuwden van het begin al dat een patch voor Meltdown de prestaties van een chip naar beneden kon halen. Ondertussen tonen de eerste resultaten van AWS-machines dat dat ook wel degelijk het geval is. Op het discussieforum van AWS laten verschillende administrators weten dat ze een vertragend effect merken door de Meltdown-update.
Spectre?
Samen met Meltdown werd ook nog een andere bug publiekelijk gemaakt: Spectre. Net als Meltdown is Spectre een exploit die hackers toelaat om tot de kernel van een processor door te dringen. Spectre is echter veel kritieker dan Meltdown, en treft ook meer chips: naast Intel zijn ook AMD en ARM-processors vatbaar voor de exploit. Om Spectre op te lossen is meer nodig dan een software-update; chipfabrikanten zullen er waarschijnlijk hun architectuur voor moeten aanpassen.