Microsoft laat datacentrum neerdalen in Schotse zee

Microsoft heeft een van zijn datacentra in de zee gekieperd. Dat deed het miljardenbedrijf niet omdat het er snel vanaf wilde raken, maar omdat de data op die manier nu eenmaal koel blijven.

 

Microsoft heeft een van haar datacentra in de zee nabij de Schotse Orkney-eilanden gegooid. Het technologiebedrijf gaat ervan uit dat ze zo de kosten kunnen drukken die ze anders zouden uitgeven aan de koeling van de computers. De keuze voor Orkney lag voor de hand door haar status als belangrijk epicentrum voor onderzoek naar hernieuwbare energie. Het datacentrum draait dan ook op volledig lokaal geproduceerde hernieuwbare energie.

 

Het datacentrum bestaat uit een grote witte cilinder met computers erin en kan tot 5 jaar doorbrengen op de bodem van de zee. Microsoft is echter ambitieus en mikt op een levensduur van 20 jaar. Een onderzeese kabel voorziet het datacentrum van stroom en laat de data naar de kust stromen, en zo verder naar het internet. Het hele onderzeeproject kreeg de titel ‘Project Natick’.

 

De oplossing van Microsoft kan enigszins drastisch genoemd worden, aangezien de computers die het onder water begeven ook niet meer te repareren zijn. Microsoft hoopt wel dat de computers er minder snel de brui aan zullen geven dan op het land, aangezien daar oververhitting hen vaak parten speelt. Project Natick is in zekere zin een prototype. Als het initiatief succesvol blijkt, wil Microsoft zo snel mogelijk 5 van zo’n cilinders de dieperik in sturen. Het datacenter meet iets meer dan 12 meter en bevat een totaal van 864 servers met 27,6 petabyte aan opslagruimte.

businessmicrosoftSchotlandserver

Gerelateerde artikelen

Volg ons

Gebruik je ecocheques bij Coolblue

Gebruik je ecocheques bij Coolblue

Producten bekijken