Wanneer Wallonië zijn plan trekt
U kent het grapje misschien: wat is het verschil tussen Vlaanderen en Wallonië? Vlaanderen heeft een businessplan en Wallonië heeft een Marshallplan. Een grap die beide gemeenschappen verenigt, aangezien zowel Vlamingen als Walen ermee kunnen lachen. Maar wat is nu eigenlijk het verschil tussen een businessplan en een Marshallplan?
In een businessplan is er bijvoorbeeld vaak sprake van innovatie, soms ook van technologie, maar iets minder van intellectuele eigendom. Maar het draait vooral rond het definiëren van een markt en rond marketing. De eerste vraag van een venture capitalist bij het lezen van businessplan is meestal: ‘Is er een markt voor dit product of deze dienst?’
Er is geen twijfel aan dat de producten en diensten die zijn opgenomen in de ‘competitiviteitspolen’ van het plan verkocht worden. Wallonië en België moeten zich niet schamen over wat ze te bieden hebben, in gelijk welk van deze polen. Maar als we de maatregelen van het Marshallplan van dichterbij bekijken, constateren we dat er in feite nergens gepraat wordt over de promotie van deze producten en diensten.
Dat riep bij mij de volgende vraag op: is het misschien vanwege dat gebrek aan belangstelling voor marketing en promotie bij het Waals Gewest, dat informatie- en communicatietechnologie niet als zodanig voorkomt in het Marshallplan? Is ICT de grote afwezige in het Marshallplan? Zeker niet. ICT duikt in elk van de competitiviteitspolen op.
ICT stimuleert innovatie, en er zijn al Waalse initiatieven om ICT-gebruik aan te moedigen in het kader van het Marshallplan. Maar waarom gebeurt dat niet wat nadrukkelijker?
De ICT-sector heeft een enorm potentieel om banen te creëren: recent zijn er duizenden initiatieven op poten gezet in België en Wallonië die heel wat jobs creëren, initiatieven waarbij het invoeren van ICT een centraal of toch vitaal onderdeel is van het businessmodel. En dat is niet alles. België en Wallonië blinken uit in ICT.
Of het nu gaat om informatica voor het bankwezen, macromoleculaire modelvorming, cryptografie, modellering van vloeistoffen, CRM-software of maatsoftware of ontelbare nichetoepassingen: België en Wallonië doen het zonder meer uitstekend. Het is bijvoorbeeld nuttig om ons te herinneren dat de eerste software voor betaalkaarten ontwikkeld is in België. En nog steeds wordt de beste computer aided engineering software in België geschreven.
Maar Brussel is Redmond niet en Luik niet Bangalore. De enige Belgische stad die droomde om deel uit te maken van het clubje trotse steden waar de ICT van morgen wordt klaargestoomd, ligt nog steeds knock-out na de Lernout & Hauspie-zaak. België en Wallonië doen het uitstekend – maar het probleem is dat niemand het weet. Men onthoudt enkel de trieste episodes.
Het resultaat van dit alles: wanneer een Belgisch ICT-bedrijf een softwarepakket wil verkopen in Frankrijk, dan oogst het spot en sarcasme. Ik heb het meegemaakt. De ondernemer wordt aangemoedigd om zich maar liever verder toe te leggen op de productie van chocolade. Het probleem ligt dus bij de promotie van onze knowhow.
Want als men meer wist over onze knowhow inzake ICT, dan was er geen twijfel dat de hele wereld er voor in de rij zou staan. Bijvoorbeeld: de Waalse bedrijven die gespecialiseerd zijn in CRM (waaronder het mijne) bieden kwalitatief superieure producten in vergelijking met hun buitenlandse concurrenten, want ze zijn beter aangepast aan de lokale markten waar ze worden aangeboden. Betere marketing van de Waalse ICT zou enorm veel helpen in de ontwikkeling ervan.
Onlangs stelde ik aan een Minister van Staat die ooit een Europese rol speelde, het idee voor om een Waals label voor ICT te creëren en te steunen. Zoiets realiseer je natuurlijk niet in één dag. Een stempel ‘Wallonia inside’ zal niet meer dozen software helpen exporteren. Maar het is mogelijk om de reputatie van de Waalse ICT geleidelijk op te bouwen via acties op internationale beurzen en door reclame in gerenommeerde bladen.
Het Waalse Gewest zou hiermee kunnen bijdragen aan het imago van de Waalse ICT-sector. Het is dan aan die bedrijven om dat imago hard te maken, maar dat zullen ze zonder groot probleem kunnen doen. Denk aan het aanzienlijke aantal jobs dat onze sector kan opleveren. En al wat er nodig zou zijn, is een inspanning op het vlak van promotie. Een beetje zoals Flanders Technology van het Vlaams Gewest indertijd. Ja, dit is allemaal mogelijk als men een businessplan heeft. Maar met een Marshallplan?
Pierre De Nayer is managing partner bij Citobi.