Nearshoring, moge to zrobic?

Als outsource-locatie is Indië de onbetwiste nummer één, maar volgens analisten komt er stilaan zand in de machine. Indische bedrijven vinden moeilijker bekwame mensen, ze hebben een groot personeelsverloop en de lonen van de hogere profielen stijgen naar een westers niveau. De vervang-lageloners staan al klaar: China, de Filippijnen, enz. Maar ook Oost-Europa werpt meer en meer IT’ers af. Zo stemt Polen zijn universitaire programma’s af op IT. Het land voorziet ook MBA’s op maat van de Duitse markt.
Wil dat nu zeggen dat Indië uitgezongen is en dat veel opdrachten naar onze Oosterburen verhuizen? Allicht niet. Oost-Europa zal een ander soort bedrijven aantrekken dan Indië. ‘Onze klanten zoeken een gedeeltelijke nearshore-oplossing’, verklaart Eimundas Maciulis, marketing director van de Litouwse dienstverlener Sonex, ‘Ze houden hun IT wel in huis, maar dan in een kantoor in Vilnius, Riga of Tallinn.’ Eileen Kleinman, managing director van OutsourcingMonitor.EU bevestigt deze trend: ‘Selectieve outsourcing vervangt op dit moment de grote megadeals.’
Meer wetten en minder praktische bezwaren
Indië ligt in Azië, Oost-Europa ligt -grotendeels- in de EU. Dat geeft twee voordelen aan Oost-Europa. ‘De wet voorziet bepalingen over de confidentialiteit tussen bedrijven’, zegt Mark Claessens, vice-president bij CapGemini, ‘dat wettelijk kader is er niet met outsourcings naar Indië. De garantie komt daar via certificaten. Die werkwijze is moeilijker, zeker voor kleinere bedrijven die werk naar Indië willen doorschuiven.’ Daar komt nog bij dat een EUburger met minder bureaucratie kan reizen binnen de EU dan een Indiër.
Tweede voordeel voor Oost-Europa is de fysieke nabijheid. Je kan op een dag heen en weer vliegen naar Oost-Europa, de Oost-Europese medewerkers kunnen met een korte vlucht naar hier komen en zowel klant als leverancier leven in ongeveer dezelfde tijdszone. ‘Voor noodzakelijke kennisoverdracht in de analysefase kunnen Europeanen eenvoudig overgevlogen worden,’ zegt Mark Claessens, ‘die mensen kunnen dan beter werk leveren als ze weer thuis zijn. Voor Indiërs moet een visum en een arbeidsvergunning worden aangevraagd.’
Culturele affiniteit bepaalt outsourcebestemming
‘We zien dat culturele en historische affiniteit een grote rol speelt in de keuze van een outsourcebestemming,’ zegt Marianne Kolding, Director European Services bij IDC, ‘zo heeft Groot-Brittannië een grote affiniteit met Indië. Duitsland heeft een historische achtergrond met de Oostbloklanden. De Scandinaviërs en Finnen besteden dan weer veel uit aan de Baltische staten. De reden voor deze tendens is dat er een gevoelsmatige drempel is om te outsourcen. Alles wat die weerstand verlaagt, maakt dat bedrijven sneller hun taken gaan uitbesteden naar een ander land.’ Bij Capgemini ziet Mark Claessens dat veel bedrijven nearshoring als een opstapje gebruiken naar farshore outsourcing: ‘We zien dat vooral klanten die minder ervaren zijn in specificaties schrijven, liever nearshoren. Zo kunnen ze in de loop van het project mensen laten overkomen. Maar dat is dan niet echt nearshoring meer.’
In Duitsland heeft nearshore inderdaad als opstapje gediend. Traditioneel hebben de Duitsers veel werk uitbesteed aan hun oostelijke buurlanden. ‘Veel bedrijven maken nu de overstap naar Indische leveranciers’, zegt Eileen Kleinman van OutsourcingMonitor.EU.
Communicatiestoornissen
Een vaakgenoemd probleem in de samenwerking met Indië zijn de cultuurverschillen: het is niet eenvoudig om uitgelegd te krijgen wat je nu precies wil. Al nuanceert Marianne Kolding, Director European Services bij IDC dat wel: ‘Met een extra projectleider is dat probleem van de baan. Blijft er natuurlijk de extra kost van die projectleider.’ De communicatiestoornissen hangen ook samen met taalperikelen. Polen kunnen meestal Engels, Duits en Frans.
Roemenen zijn sterk in de Romaanse talen zoals Frans, Spaans en Italiaans. ‘In Spanje hebben we zelfs mensen die Nederlands spreken,’ zegt Claessens van CapGemini, ‘Nederlanders die naar Spanje zijn verhuisd voor het mooie weer.’ De communicatie met Indië verloopt meestal in het Engels.
Specialisatie enige uitweg voor oost-europa
Wat brengt de toekomst voor Oost-Europa? ‘Op lange termijn zal je het niet voor de prijs moeten doen. De lonen zullen immers stijgen naar een Westers niveau’, zegt Marianne Kolding.
Kolding verwacht dat de EU-lidstaten hun voordeel van (nu nog) goedkope outsourceplaats op lange termijn kunnen omzetten door specialisatie. ‘Omdat ze EU-lidstaten zijn, is het eenvoudiger om business processen uit te besteden. Er zijn wetten die gevoelige info beschermen en mensen kunnen eenvoudig hierheen vliegen om het zakenproces te leren kennen. Op termijn ontwikkelen de verschillende landen dan een specialisatie. Net zoals Indië bekend staat om zijn programmeerwerk.’
Oost-Europa staat nog lang niet op het niveau van Indië, daarover zijn analisten het eens. Maar de regio begint zichzelf wel te organiseren om IT-diensten te kunnen aanbieden. Mark Claessens illustreert met cijfers: ‘Polen heeft een kleine 40 miljoen inwoners, drie keer minder dan Rusland. Toch studeren er elk jaar evenveel universitaire IT-ers af, zo’n 40.000.’













