Nieuws

‘Een goede programmeur heeft maar een half woord nodig’

Eén van onze klanten roept onze hulp in voor de selectie van een nieuw bedrijfssoftware pakket. Al snel blijkt dat de klant amper twee jaar geleden geïnvesteerd heeft in een ‘eenvoudig en goedkoop’ basispakket, waarin ze gedeeltelijk zelf, en gedeeltelijk met hulp van de leverancier, extra functionaliteit kunnen bijschrijven. De implementatie liep niet op wieltjes en 80% van de basisoplossing wordt vandaag nog steeds niet gebruikt.

Struikelblokken zijn de invoer van data (de klant beschikt niet over een degelijke database die de applicatie van de nodige gegevens voorziet), de teleurstellende snelheid van de applicatie (de gebruikers worden daardoor geremd om de applicatie te gebruiken) en het feit dat de ondersteuning van de leverancier plots is weggevallen. Wanneer we de leverancier contacteren, blijkt dat die ondertussen van de markt is verdwenen. Het pakket werd gemaakt door programmeurs op een ver tropisch eiland, aan supergoedkope lonen. Omdat maatwerk op die manier zeer goedkoop werd, heeft de leverancier nooit geinvesteerd in stabiele versies van het product. Elke klant beschikt dus over een min of meer unieke versie: programmering à la carte. Dat is plezierig voor wie erg specifieke noden heeft, maar een pest bij het doorvoeren van updates.

De leverancier stelt voor dat we rechtstreeks contact opnemen met de programmeurs op het verre eiland, maar beschikt (voorlopig) niet over een Belgische contactpersoon die de noden van de Belgische klant kan vertalen in instructies voor de verre programmeurs. Ondertussen blijft onze klant zitten met een onafgewerkte implementatie, zonder support, en met de twijfel ‘moeten we nu al dan niet herbeginnen met een nieuwe leverancier en een nieuw product’.

Stap 1: verwachtingen in kaart brengen
Wij raden onze klant aan om even afstand te nemen van het leveranciersprobleem en eerst en vooral hun eigen verwachtingen in kaart te brengen. Daarbij is het belangrijk om niet te vertrekken vanuit een feature lijst van een product, maar vanuit een analyse van de concrete noden en een schets van de gewenste verbetering. Een verkoper is NIET de geschikte persoon om een dergelijke analyse uit te voeren. De klant kan dat geheel of gedeeltelijk zelf doen, en/of een onafhankelijke adviseur inschakelen. Belangrijk bij deze oefening is om alle belanghebbenden te horen: business verantwoordelijken, gebruikers, de technische ploeg die instaat voor onderhoud en support, alle afdelingen die informatie leveren aan de oplossing en/of informatie nodig hebben uit de oplossing, enzovoort.

Tijdens deze stap zoeken we een antwoord op de volgende vragen:

  • Welke verbetering verwachten we van de oplossing? Hoeveel en op welk vlak?
  • Wat zijn de verwachtingen op het vlak van tijd en kost?
  • Wat zijn de verwachtingen op het vlak van functionaliteit, performantie, onderhoudsvriendelijkheid, levensduur?
  • Aan welke andere bedrijfsapplicaties willen we de oplossing koppelen?
  • Wat verwachten we op het vlak van ergonomie en ‘look and feel’?
  • In hoeverre zijn we in staat en bereid om de nodige data te verzamelen en in te voeren?
  • Wat willen en kunnen we investeren in de opleiding van gebruikers en technische ploeg?
  • Wat verwachten we op het vlak van ondersteuning en dienstverlening door de (interne of externe) leverancier, tijdens en na het project?
  • Wat verwachten we op het vlak van implementatie?
  • Wat is de toegestane verstoring van de normale gang van zaken?
  • Welke totale inspanning zijn we bereid te leveren?
  • Welke input/betrokkenheid van gebruikers, senior management en interne technische ploeg hebben we voor ogen?
  • Hebben we gedacht aan het overzetten van data naar de nieuwe systemen?
  • Stap 2: verwachtingen vertalen in projectscope
    Na de oefening uit stap 1 is de positie van onze klant versterkt. Hij kent nu immers zijn eigen verwachtingen, en kan die communiceren met de projectmanager en potentiële leveranciers. Hij heeft zijn eigen ‘agenda’ en is veel minder afhankelijk van een lijst met mogelijkheden die de (interne of externe) leverancier hem aanbiedt. De volgende stap is de verwachtingen van de klant zo precies mogelijk omzetten in een project scope. Dat is een taak voor de projectmanager.

    De projectmanager speelt hier de rol van facilitator. Een facilitator graaft dieper dan een analist en geeft een antwoord op de ‘ware’ verwachtingen binnen het bedrijf. Hij beperkt zich niet tot een technische beschrijving van producteigenschappen, maar peilt naar alle vereisten om tot een werkende oplossing te komen. Hij werkt via interviews en/of workshops waar technici, gebruikers en business vertegenwoordigers samen de vereisten van de oplossing bepalen.

    Chris Kindermans (Proyect@): ‘De scope (men kan het ook een lastenboek noemen) beschrijft de noden, wensen en verwachtingen van een klant gezien door de ogen van de projectmanager. Hij vertaalt hierbij de verwachtingen in iets wat hij kan maken, binnen het kader opgelegd door de klant, en gebaseerd op een aantal gedocumenteerde veronderstellingen. De projectmanager beschrijft ook duidelijk wat NIET in de scope zit. Op die manier wordt het project ondubbelzinnig afgebakend.’

    Bij deze ‘vertaling’ kan een aantal dingen mislopen:

  • Het is mogelijk dat de verwachtingen verstoord werden door een gebrek aan kennis bij de opdrachtgever en dat het niet wenselijk is om ze zonder meer te vertalen in de projectscope.
  • Ives De Saeger (P41): ‘Het omzetten van de verwachtingen van de opdrachtgever in een projectscope hangt af van de kennis en de creatieve inleving van de opdrachtgever, de projectmanager en de uitvoerder. De opdrachtgever is opgetogen over het concept/idee dat hij heeft bedacht. Pogingen om dit concept te veranderen stuiten meestal op verzet. Nochtans kan de opdrachtgever nog méér verwachten als hij input aanvaardt van derden en in een open sfeer alternatieven overweegt. In essentie heeft dit te maken met het verschil tussen ‘wat er is’ en ‘wat men kent’. Vanuit een technologisch/technisch standpunt is het aantal mogelijkheden om het concept te realiseren eindig. Toch kent de opdrachtgever niet noodzakelijk alle mogelijkheden. Het schetsen van de mogelijke aanpakken helpt de opdrachter om een beter inzicht te krijgen in wat er mogelijk is. Zo kan hij zijn verwachtingen concreter maken.’

  • Een projectscope bevat vaak termen die erg vaag zijn, en dus vatbaar voor interpretatie. Dit zal meestal aanleiding geven tot misverstanden.
  • Chris Kindermans (Proyect@): ‘Vooral woorden en begrippen als ‘gebruikersvriendelijk’, ‘performant’, ‘implementatie’ enzovoort dienen ondubbelzinnig en SMART te worden beschreven.’

  • Een projectscope is meer dan het louter beschrijven van de (eind)oplossing. Een leverancier zal vaak beloven dat de oplossing precies zal doen wat de opdrachtgever wil. Mits het regelen van de nodige ‘instellingen’, en/of op maat maken van wat extra functionaliteit die niet standaard in het pakket zit, ‘komt alles in orde’. Op basis hiervan kan hij aangeven dat een uitgebreide scopebeschrijving overbodig is. Ook dit laat heel wat ruimte voor interpretatie en leidt zeer vaak tot verrassingen achteraf: wat behoort tot de standaard oplossing en wat is maatwerk? Wie staat in voor het overzetten van data? Krijgt de gebruiker (volledige) toegang tot de ‘instellingen’ of gebeurt dit via de leverancier? Zijn de onderliggende (bedrijfs)processen reeds in kaart gebracht binnen bedrijf of moet dit nog gebeuren tijdens het project? Het is uiterst belangrijk om ook deze elementen op te nemen in de projectscope.
  • Stap 3: akkoord bereiken rond de projectscope
    Op dit moment worden de partijen het eens over de scope. Ze zijn nu klaar om een document te ondertekenen dat wederzijds bindend is. Ook hier zijn een aantal aandachtspunten nodig:

  • IT-mensen, business mensen en mensen op de werkvloer gebruiken een andere terminologie en hebben andere belangen bij het project (resultaat): de scope moet beschreven worden in een taal die begrijpelijk is voor alle partijen, en alle belangen en verwachtingen weergeven.
  • Alle partijen gaan uit van een aantal ‘veronderstellingen’. Wat voor de een vanzelfsprekend is, is dat vaak niet voor de ander. Het is belangrijk dat deze veronderstellingen expliciet vermeld worden in de scopebeschrijving.
  • Door het inlassen van regelmatige gebruikerstests (tijdens de ontwikkeling, en niet als alles af is) en incrementele (stapsgewijze) oplevering van de oplossing kunnen alle partijen vermijden dat de oplossing achteraf toch niet voldoet aan de verwachtingen.
  • Het is meer dan aangewezen om bij de ondertekening van het akkoord duidelijk af te spreken hoe het projectteam zal omgaan met wijzigingen.
  • Natuurlijk stopt het verhaal niet bij stap 3. Verwachtingen kunnen immers veranderen, en als dat gebeurt, dan zal de projectscope volgen. Daarom onderscheiden we nog 2 stappen:

  • Stap 4: wijzigende verwachtingen en omstandigheden Detecteren
  • Stap 5: scopewijzigingen controleren
  • Over stap 4 en stap 5 vertel ik meer in het volgende artikel.

    Ann Van Herreweghe

    businessitprofessional

    Gerelateerde artikelen

    Volg ons

    Bekijk de huidige aanbiedingen bij Coolblue

    Bekijk de huidige aanbiedingen bij Coolblue

    👉 Bekijk alle deals