Nieuws

Planetenbiljart

 

In een bij vlagen meeslepend betoog geeft Gerard ’t Hooft zijn visie op de atomaire revolutie die op ons afkomt. We staan nog maar aan het aller prilste begin van de informatierevolutie: ‘Er staat ons nog heel wat te wachten.’

In zijn meest recente publicatie ‘Planetenbiljart’ verzucht Gerard ’t Hooft, laureaat van de Nobelprijs voor de natuurkunde in 1999, dat in sciencefiction heel wat wordt verzonnen: ‘Helaas, de werkelijkheid valt tegen.’ Het grote woord is er dan nog niet uit, maar waar het ’t Hooft om te doen is, is het ontrafelen van zijn visie op onze ‘utopische toekomst’. Die baseert hij deels op de wet van Moore. Die wet voorspelt exponentiële groei van de technologische vooruitgang.

Die aanstaande revolutie zal volgens ’t Hooft zijn weerslag krijgen in vrijwel alle aspecten van het maatschappelijk leven: ‘Sensoren om temperatuur, beweging, geur en geluid en dergelijke te detecteren en te meten zullen steeds kleiner en goedkoper worden. Onze huizen, auto’s en allerlei andere apparaten zullen een steeds verfijnder zenuwstelsel krijgen.’

STENEN TIJDPERK
’t Hooft meent dat de harde schijven die we gebruiken voor geheugenopslag over niet al te lange tijd zullen verdwijnen. ‘Men zal overgaan op microscopische geheugenelementen die de informatie die erop staat ook vasthouden als er geen spanning op staat. Het opstarten van computers hoeft dan geen tijd meer te kosten en de computers zullen ook veel zuiniger zijn in hun energieverbruik. Permanente geheugenelementjes worden nu al gebruikt in bijvoorbeeld mobiele telefoons, dus algemeen gebruik in computers is een kwestie van tijd.’

In de visie van ’t Hooft lijken de computersystemen waar we nu over beschikken uit het stenen tijdperk te komen, in vergelijking met de machines van de toekomst die uitgerust zullen zijn met onderdelen van atomaire afmetingen. Dat is niet nieuw. Richard Feynman, in 1965 bekroond met de Nobelprijs voor natuurkunde, sprak in 1959 al het vermoeden uit dat informatie op atomaire schaal moet kunnen worden opgeslagen.

’t Hooft stelt op zijn beurt dat het ‘denkende gedeelte’ van computers niet groter hoeft te zijn dan een speldenkop: ‘Als je één bit informatie in een hokje van honderd bij honderd bij honderd atomen zou kunnen opslaan, dan zou alle kennis die de mensheid in haar geschiedenis heeft vergaard bijeengebracht kunnen worden in een brokje materie zo klein als een stofdeeltje.’

VERTROUWEN
’t Hooft laat zijn optimisme eigenlijk alleen verstoren door de vrees dat softwarefabrikanten ‘alle extra denkkracht van onze computers zullen opsouperen door nog meer nutteloze functies te bedenken.’ Hij heeft een groot vertrouwen in het menselijk vernuft.

Maar over de klimaatveranderingen laat hij zich zorgwekkend uit. Hij laat zijn boek via die overpeinzingen over het klimaat overigens een enorme slingerbeweging maken in de richting van ons melkwegstelsel. Zijn toekomstvisie over het interstellaire biljarten met planeten is bij wijlen grotesk en soms ook wel vermoeiend. Hij verzekert zijn lezers evenwel dat sciencefiction schrijvers nog veel verder gaan.

Maar het is zoals ’t Hooft het zelf zegt: ‘Er zijn altijd mensen geweest die hun dromen waar konden maken, zolang ze zich maar hielden aan de wetten van de techniek, de wetten van de natuurkunde.’

Van het allerkleinste tot het allergrootste Gerard ’t Hooft, Planetenbiljart, Sciencefiction en echte natuurkunde, 184 pagina’s, Uitgeverij Bert Bakker, ISBN 90 351 3026 X, € 16,95

businessitprofessionalnieuws

Gerelateerde artikelen

Volg ons

Bekijk de huidige aanbiedingen bij Coolblue

Bekijk de huidige aanbiedingen bij Coolblue

👉 Bekijk alle deals