Meer outsourcing, meer versnipperd

Er zal meer aan outsourcing worden gedaan, maar met kleinere contracten, dat is de trend die outsourcingadviseur TPI opmerkt. De gemiddelde waarde van een Europees outsourcingcontract ging van 35 miljoen in 2002 naar 27 miljoen euro in 2006. Hoewel er volgens TPI nog nooit zoveel outsourcings werden afgesloten als vorig jaar, was de totale waarde van de contracten niet de grootste ooit.
Kris Poté, woordvoerder van outsourcer CapGemini, bevestigt de tendens: “Er is een fragmentatie aan de gang: bedrijven outsourcen niet meer ineens een hele afdeling. De meeste grote herstructureringen zijn immers al achter de rug en in het verleden is al gebleken dat grote outsourcings niet steeds de beste oplossing zijn.”
In totaal zal er nog meer uitbesteedt worden dan nu het geval is, schatten zowel TPI als Capgemini. Maar de opdrachten worden meer verkapt in kleine onderdelen. “We zullen steeds meer multisourcing zien,” stelt Poté, “bedrijven zullen niet langer met één outsourcer werken, maar met een drie- à viertal partners die kleinere taken uitvoeren.”
De concurrentie tussen outsource-aanbieders vergroot, waardoor klanten de luxe hebben sterke onderhandelingen te voeren. ING slaagde er zo in een multisourcing rond te krijgen: meerdere deelcontracten, waarbij elk van de partners eenvoudig kan vervangen worden door een concurrent. Voordeel voor ING: als één van de leveranciers een probleem heeft, heeft de rest daar geen last van.
Daar komt nog bij dat de prijzen onder druk staan. “We kunnen dat oplossen door offshore uit te besteden,” zegt Poté, “de echte prijsconcurrentie komt immers niet van EDS of IBM, wel van bedrijven als Tata, pure Indische bedrijven die hier nu ook kantoren hebben. Vandaar dat we telkens twee offertes maken: een met offshore, een zonder. Meestal is dat motivatie genoeg om de klanten voor offshore te laten kiezen.”













