Borland/CodeGear opnieuw in Turbo-versnelling

Er werden de laatste paar jaar serieuze vraagtekens geplaatst bij de ontwikkelingsomgevingen van Borland. Het bedrijf maakte er absoluut geen geheim van dat het afwilde van zijn succesproducten, die intussen waren samengesmeed tot één Developer Studio. Maar het kan verkeren. In plaats van alles te verkopen, creëerde het bedrijf een nieuwe dochter, CodeGear genaamd, die zich voortaan specifi ek gaat toeleggen op het gamma voor programmeurs. In een eerste fase resulteert dit nu in een omgekeerde beweging: de Developer Studio wordt opgesplitst in evenveel aparte producten als er talen inzitten, en ook de marketingjongens krijgen hun zin: de losse codeeromgevingen krijgen het ‘Turbo’ etiket opgekleefd.
Zo krijgen we Turbo Delphi, Turbo Delphi for .NET, Turbo C++ en Turbo C#. Blijkbaar mikt Borland met deze zet op een vergelijkbaar succes als destijds het razend populaire Turbo Pascal hen bezorgde. Deze topper voor CP/M en de eerste DOS-computers betekende voor veel programmeurs de eerste kennismaking met het coderen, het debuggen, het in elkaar steken en benaderen van databases, het ontplooien van applicaties, kortom: dit pakket had alles te bieden wat nodig was om een pc te kunnen controleren en iets nuttigs te laten doen.
Het was in de eerste plaats dit product dat het bedrijf van toenmalig CEO Philippe Kahn op de kaart zette als producent. Later kwamen daar minder geslaagde uitspattingen als SideKick, Paradox of Quattro Pro bij, meestal als gevolg van acquisities. Meestal werden die nieuwe acquisities ook op hun beurt na enkele jaren het onderwerp van een doorverkoop aan bedrijven als Novell of Corel. Alleen de programmeertalen hielden het vol. Uit Turbo Pascal groeide eerst de taal Object Pascal, en tenslotte Delphi zoals we het nu kennen.
Er was en is nog altijd de C/C++ lijn, maar het was (en helaas veel minder ‘is’) vooral die Delphi productlijn die het marktoverheersende Visual Basic en al zijn afgeleide vormen (VBA, VBscript, enzovoort) van eeuwige concurrent Microsoft moest tegengaan. Het is overigens nog maar de vraag of de recente afsplitsing in CodeGear, en de ‘Turbo’ merkhervorming het vertrouwen zullen doen terugwinnen bij de duizenden programmeurs en hun CIO’s, die vooral naar stabiliteit, continuïteit en een gegarandeerde ondersteuning zoeken voor hun dagelijkse werkomgevingen.
VARIATIES OP HET THEMA
Elk van de Turbo-talen is er in twee varianten. De Explorer Editions zijn gratis te downloaden, maar toch volwaardig te gebruiken: de EXE’s die men ermee ontwikkelt, kunnen en mogen zonder enig bijkomend prijskaartje vrij gecommercialiseerd worden. Ze moeten vooral nieuwelingen aantrekken (studenten die willen leren programmeren, hobbyisten met een specifi eke behoefte voor een huis-, tuin- en keukenapplicatie, beginnende ontwikkelaars op zoek naar een favoriete omgeving, enzovoort).
De Professional Editions bieden een beter uitbreidbaar ontwikkelingsplatform, waar ook derden hun plug-ins of addons makkelijk in kwijt kunnen, en zo de programmeur kunnen helpen bij allerlei randaspecten van het ontwikkelen of het meer gespecialiseerde stuntwerk in diverse nichedomeinen. De meer dan tweehonderd softwarecomponenten van de VCL Component Library die ook al, compleet met bijhorende broncode, in de Explorer-versies zitten, krijgen er in de professionele variant nog enkele bij (voor wie vertrouwd is met het Borland aanbod: het gaat om ondermeer de InterBase Express, Indy en IntraWeb families, plus nog wat extra).
Bovendien laten deze toe op die componenten in te grijpen en er eigen maatwerkafgeleiden van te ontwikkelen, er eigen, uit het niets opgebouwde componenten aan toe te voegen, of een beroep te doen op extra controles van derde partijen. Bevat het gratis basisproduct enkel een Developer Edition van InterBase, de relationele databasemotor van het huis, dan doet de Professional daar nog de Rave Reports rapportgenerator en een Remote Debugger bovenop. Maar in essentie zien we niet meteen doorslaggevende verschillen om het in een eerste fase niet eens te proberen met de versie die zomaar te downloaden valt.
De Borland Developer Studio blijft daarnaast als apart product bestaan, maar dan als tegengewicht voor Visual Studio, dat eveneens meerdere talen bundelt binnen éénzelfde codeeromgeving. Op een pc met de BDS kan geen losse Turbo-taal geïnstalleerd worden, en ook onderling lusten ze elkaar niet op één en hetzelfde werkstation. Er dient dus een ondubbelzinnige keuze gemaakt te worden, wat gelukkig alweer vergemakkelijkt wordt door de vrij uit te testen downloads. We blijven hartstochtelijke fans van zowel de Delphi IDE als de achterliggende Object Pascal programmeertaal, en vinden het dan ook spijtig dat Borland er de laatste jaren zo verveeld mee leek te zitten. Hun productstrategie was zeker niet van het allooi om een ICT-departement te overtuigen mee op hun kar te stappen, en Microsoft het nakijken te geven. En nu maar hopen dat CodeGear soelaas brengt, en deze herboren Turbo-nieuwkomer tot een volwaardige VBuitdager promoveert.














